nr. 103
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 11 februari 2004
Naar aanleiding van uw brief van 29 januari 2004 informeer ik u over de
meest actuele gegevens over het aantal Wiw'ers, ID'ers en WSW'ers die werkzaam
zijn bij departementen. Ik wijs u erop dat met de inwerkingtreding van de
Wet werk en bijstand, op 1 januari jl, formeel gezien Wiw'ers en ID'ers niet
meer bestaan. Bij verwijzing in deze brief naar Wiw'ers en ID'ers is er sprake
van personen die voorheen een dienstbetrekking hadden op grond van een van
deze regelingen.
Ten eerste wil ik u er op wijzen dat mijn collega van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk is voor de coördinatie van het
Rijkspersoneelsbeleid. Er zijn geen centrale afspraken gemaakt ten aanzien
van het in dienst nemen van ID'ers, Wiw'ers en WSW'ers. Deze dienstverbanden
zijn ook niet op Rijksniveau geregistreerd. Wel hebben de Haagse uitvoeringsorganisaties
voor de Wiw resp. de WSW hun gegevens beschikbaar gesteld. Deze gegevens zijn
slechts indicatief. Immers uitvoerders van andere omliggende gemeenten kunnen
ook mensen bij ministeries in Den Haag hebben geplaatst. Evenmin is bekend
hoeveel mensen door gemeenten bij Rijksorganisaties in de rest van het land
geplaatst zijn.
De ID-banen zijn in de eerste plaats ingevoerd om de uitvoeringspraktijk
te ontlasten. De ID-banen zijn daarom vooral gerealiseerd in de sectoren zorg,
onderwijs, welzijn, beheer openbare ruimte en gebouwen en de kinderopvang.
Later zijn hier nog andere sectoren als de sport en cultuur bijgekomen. Uiteindelijk
is ook een klein aantal ID-banen gerealiseerd bij het Rijk. Deze banen zijn
niet als zodanig geregistreerd waardoor geen adequate informatie voorhanden
is over het exacte aantal ID'ers bij het Rijk.
De Wiw-banen bestonden uit tijdelijke werkervaringsplaatsen bij werkgevers
in marktsector (dus per definitie niet bij de rijksoverheid), of detacheringsbanen
(Dienstbetrekkingen) in alle sectoren. Werklozen in een Wiw-dienstbetrekking
zijn in dienst van de gemeente (Wiw-stichting) en worden gedetacheerd bij
werkgevers met het oog op doorstroom op termijn naar een reguliere baan. Wiw-ers
werden bij voorkeur gedetacheerd bij werkgevers die over functies beschikken,
die aansluiten bij de capaciteiten en belangstelling van de werklozen, en
waar de kans op doorstroom het meest gunstig is.
Voor de Wiw-ers die bij departementen gedetacheerd zijn, geldt dat zij
in dienst zijn bij de Werkbij, de voormalige Wiw-stichting
van de gemeente Den Haag. Deze gedetacheerden zijn niet geregistreerd in het
personeelsbestand bij de rijksoverheid. De werkgever is de enige die beschikt
over informatie bij welke werkgevers zij haar Wiw-werknemers heeft gedetacheerd.
Navraag bij de gemeente Den Haag, leert dat er momenteel nog ca. 15 Wiw'ers
gedetacheerd zijn bij departementen.
In het kader van de WSW wordt arbeid onder aangepaste omstandigheden gecreëerd
voor personen die vanwege de ernst van hun fysieke, psychische of verstandelijke
handicap niet onder normale omstandigheden kunnen werken, maar wel arbeid
willen verrichten.
WSW-ers kunnen op drie manieren werkzaam zijn: in een dienstverband met
de gemeente/werkvoorzieningschap en werkzaam in een sociale werkplaats (momenteel
85% landelijk); in een dienstverband met de gemeente/werkvoorzieningschap
en gedetacheerd bij een reguliere werkgever (momenteel 14% landelijk); of
in een Begeleid Werken dienstverband met een reguliere werkgever (momenteel
1% landelijk).
Navraag bij de gemeente Den Haag en bij het SW-bedrijf van Den Haag (Haeghe
groep) leert dat er momenteel ca.17 WSW'ers gedetacheerd zijn bij departementen
en hieraan gelieerde instellingen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M. Rutte