28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 93 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2016

Op 3 februari jl. voerde ik met uw Kamer een debat over de onderzoeksopdracht Commissie Oosting. Tijdens dat debat zegde ik toe u nader te informeren over de wijze waarop binnen het bestuursdepartement de vertrouwens- en integriteitsfunctie is ingericht. Op uw verzoek heb ik u al per brief van 5 februari jl. (Kamerstuk 28 844, nr. 92) geïnformeerd over de actuele situatie rond de invulling van de positie van de vertrouwenspersoon op het bestuursdepartement.

Aanvullend zegde ik u toe uiterlijk dinsdagochtend 9 februari meer uitgebreid te informeren over het integriteitsstelsel en de maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen op het bestuursdepartement en de wijze waarop die een vervolg krijgen.

Getroffen maatregelen

De belangrijkste maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen:

  • Op 1 januari 2014 werd een fulltime coördinator Integriteit aangesteld (daarvoor betrof dit een deeltijd functie) met als opdracht het verder professionaliseren van het integriteitsstelsel.

  • In 2014 is een meldpunt integriteit ingericht onder beheer van de centraal coördinator integriteit. Dit meldpunt biedt de medewerkers een extra mogelijkheid om meldingen te doen van mogelijke integriteitsschendingen indien men zich belemmerd voelt om deze via de reguliere weg te melden.

  • In het kader van preventie zijn in 2014 en 2015 diverse trainingen en workshops integriteit verzorgd.

  • Sinds begin 2015 wordt gewerkt met een vangnetconstructie, waarmee naast de waarnemend vertrouwenspersoon voor het bestuursdepartement nog twee vertrouwenspersonen in hetzelfde pand aanspreekpunt vormen. Hierover heb ik u in mijn brief van 5 februari geïnformeerd (Kamerstuk 28 844, nr. 92).

  • In 2015 wordt een traject gestart tot aanpassing en nadere uitwerking en vastlegging van de rol, taken en bevoegdheden van alle betrokkenen op het gebied van integriteit. In december 2015 worden de uitkomsten van dit traject vastgesteld.

  • In 2015 is een expertgroep in het leven geroepen bestaande uit de centrale coördinator integriteit en de decentrale coördinatoren integriteit van verschillende dienstonderdelen (de Nationale Politie, de Dienst Justitiële Inrichtingen, het Openbaar Ministerie en de Immigratie en Naturalisatie Dienst). In deze groep wordt kennis, informatie en best-practices uitgewisseld.

  • Het opstellen van een uitvoeringsinstructie voor de ontvangst van meldingen en het uitvoeren van een integriteitsonderzoek.

  • Het proces van de eed en belofte voor ambtenaren is gewijzigd en verbeterd.

  • In 2015 is de Gedragscode Integriteit Rijk (bijlage bij Kamerstuk 28 844, nr. 83) ingevoerd en werd de gedragscode VenJ ingetrokken.

  • In 2015 is een inhaalslag gemaakt om alle relevante informatie voor medewerkers intern beter toegankelijk te maken. Hier wordt permanent aan gewerkt.

Integriteitstelsel binnen het bestuursdepartement

De secretaris-generaal draagt eindverantwoordelijkheid voor een goede werking van het integriteitsstelsel. Hij laat zich daarin ondersteunen door de centrale coördinator integriteit van het ministerie. Het integriteitsbeleid rust op vier pijlers (beleid, preventie, handhaving en managementinformatie) en kent verschillende instrumenten en maatregelen. Een aantal nieuwe instrumenten is nog in ontwikkeling. In de bijlage treft u het memo dat op 18 december 2015 in de bestuursraad is besproken en waarmee het integriteitsbeleid is vastgesteld. Daarin wordt ingegaan op de uitgangspunten en de toekomstige inrichting en formalisering van de verschillende integriteitsrollen.

Integriteitscoördinator en Vertrouwenspersoon

Graag schets ik u hoe de functies van integriteitscoördinator en vertrouwenspersoon worden ingevuld. De vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen had van 2011 tot 2014 de functie van vertrouwenspersoon (voor het bestuursdepartement) en coördinator integriteit. Om recht te doen aan de omvang van Veiligheid en Justitie en vanuit de wens het integriteitsstelsel verder te professionaliseren is met ingang van 2014 een voltijds coördinator Integriteit aangesteld. Daarmee werden de rollen van vertrouwenspersoon en coördinator integriteit van elkaar losgekoppeld.

De centrale integriteitcoördinator is verantwoordelijk voor de departement brede ondersteuning, afstemming en coördinatie van het onderwerp integriteit. Deze onafhankelijke coördinator houdt, namens de secretaris-generaal, zicht op hoe het integriteitsstelsel wordt vormgegeven. De centrale integriteitscoördinator treedt hierbij op als primus inter pares van de integriteitscoördinatoren of andere personen die bij het ministerie een coördinerende – of ondersteunende rol hebben op het gebied van integriteit.

De vertrouwenspersoon voor het bestuursdepartement heeft primair als taak medewerkers te adviseren en ondersteunen bij morele- en integriteitsvraag-stukken en bij het vinden van de juiste route bij meldingen van integriteitsincidenten. De vertrouwenspersoon is voor de melder sparringpartner bij het analyseren, duiden en helpen bij het zetten van mogelijke vervolgstappen. De vertrouwenspersoon speelt ook een belangrijke rol indien een medewerker

iets vertrouwelijk wil melden. De vertrouwenspersoon werkt op basis van vertrouwelijkheid en heeft een geheimhoudingsplicht. Rol, taak, positie en profiel van de vertrouwenspersoon zijn in 2015 opnieuw beschreven. De taak van de vertrouwenspersoon bestuursdepartement is hiermee breder geworden dan de reguliere werkzaamheden van vertrouwenspersoon. Binnen de groep van (centrale) vertrouwenspersonen van het ministerie heeft hij de positie van primus inter pares, wat meebrengt dat hij of zij open staat voor overleg met de overige binnen het ministerie werkzame vertrouwenspersonen. Dit speelt met name als het noodzakelijk is om als vertrouwenspersoon te sparren over een ontvangen melding. Daarnaast fungeert hij als achtervang voor melders die niet binnen het bestuursdepartement werkzaam zijn en die om uitlegbare redenen niet bij de eigen vertrouwenspersoon van hun eigen onderdeel terecht kunnen.

Het jaarverslag over 2014 van de centrale integriteitscoördinator en van de vertrouwenspersoon treft u hierbij aan ter kennisneming1.

Op basis van de aanbevelingen uit beide rapportages over 2014 is een activiteitenplan voor 2015 opgesteld. Dit plan bied ik u ook ter kennisneming aan2. Met dit plan wordt inzichtelijk dat aan een aantal aanbevelingen al gevolg wordt gegeven. Een aantal aanbevelingen is nog niet tot uitvoer gekomen. Ik blijf me er van bewust dat er nog voldoende te doen is. Ik zal me inspannen om het integriteitsstelsel binnen het bestuursdepartement verder te professionaliseren.

Situatie dienstonderdelen

Bij alle dienstonderdelen zijn vertrouwenspersonen aangewezen. Ook hier geldt dat de vertrouwenspersonen medewerkers ondersteunen bij morele- en/of integriteitsvraagstukken en bij het doen van meldingen van integriteitsincidenten. De vertrouwenspersoon verricht dezelfde werkzaamheden als omschreven voor het bestuursdepartement en werkt ook bij de dienstonderdelen op basis van vertrouwelijkheid en met een geheimhoudingsplicht.

Het Openbaar Ministerie (OM), de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) beschikken over volledig ingerichte bureaus

integriteit, waarbinnen ook integriteitscoördinatoren actief zijn. De IND en DJI ondersteunen – op basis van contractuele afspraken – ook andere organisatieonderdelen. Dit betreft bijvoorbeeld ondersteuning bij het verrichten van onderzoek en door het geven van trainingen. Veel kleinere organisatieonderdelen hebben geen ingerichte bureaus, maar zijn wel actief op het gebied van integriteit. Indien gewenst levert de centrale integriteitscoördinator hen hierbij ondersteuning. In bijgevoegde memo (bijlage 13) dat in Bestuursraad is vastgesteld op 18 december 2015 staat een uitgebreidere beschrijving van deze integriteitsbureaus.

Ik wil benadrukken dat binnen dit stelsel (centrale) vertrouwenspersonen een onafhankelijke positie hebben ten opzichte van het bevoegd gezag. Wel ligt bij het bevoegd gezag de primaire verantwoordelijkheid voor integriteitsbevordering en begeleiding van een melding. Om de onafhankelijke positie te borgen, legt de (centrale) vertrouwenspersoon rechtstreeks verantwoording af aan het hoogste gezag binnen de organisatie. Daarbij houdt hij rekening met de vertrouwensrelatie met de melder, de belangen van deze persoon en het algemeen belang van de organisatie. Het is dan ook daarom dat rapportages van vertrouwenspersonen niet tot de betrokken personen (noch tot de melder noch tot de medewerker waarover melding wordt gedaan) te herleiden rapportages zijn over de aard en omvang van de werkzaamheden van de vertrouwenspersoon.

De wijze en frequentie waarop integriteitscoördinatoren en (centrale) vertrouwenspersonen rapporteren aan het bevoegd gezag, verschilt per organisatieonderdeel. In het algemeen worden deze rapportages besproken met het bevoegd gezag en wordt beoordeeld of, en zo ja, de bevindingen en aanbevelingen aanleiding geven tot aanpassingen in het beleid, dan wel andere maatregelen of acties.

VenJ Verandert

In het overleg met uw Kamer op 3 februari jl. vroeg uw Kamer ook naar de cultuur binnen mijn organisatie. Open en transparant werken staat bij mij voorop. Medewerkers moeten zich veilig voelen om misstanden te melden. Ook in het veranderprogramma «VenJ Verandert» wordt hier extra aandacht aan besteed. Zoals toegezegd zal ik u hierover nog deze maand informeren.

Bijlagen:

  • 1. Memo Integriteitsbeleid vastgesteld in de Bestuursraad 18 december 2015

  • 2. Jaarverslag 2014 Vertrouwenspersoon integriteit en ongewenste omgangsvormen bestuursdepartement

  • 3. Jaarverslag 2014 Integriteitsambtenaar bestuursdepartement VenJ

  • 4. Activiteitenplan 2015 Integriteitsambtenaar (bestuursdepartement) VenJ

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven