28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 mei 2015

Zoals toegezegd in het Algemeen overleg met de commissie voor Wonen en Rijksdienst op 9 april jl. informeer ik u bij deze over de uitkomst van de check op het integriteitsmanagement, die eind vorig jaar is uitgevoerd in het kader van het regulier onderhoud van het stelsel van integriteitszorg bij elk ministerie.

Integriteitsmanagement is het geheel aan inspanningen van een organisatie ter bevordering en handhaving van integriteit. Uitgangspunt daarbij is de aanwezigheid van een daartoe ingericht systeem, dat de binnen de organisatie geldende waarden en normen als basis heeft.

Integriteit is een belangrijk onderdeel van het professioneel handelen van rijksambtenaren, met andere woorden van het ambtelijk vakmanschap. Het is direct verbonden met het primaire proces van de rijksoverheid en met het vertrouwen dat de samenleving heeft in de bestuurders en ambtenaren.

De hoofdvraag bij de uitgevoerde check was of het integriteitsmanagement bij de ministeries op orde is in het licht van de geldende waarden en normen en van de actuele inzichten en ontwikkelingen. Als handreiking waren hulpvragen geformuleerd over het integriteitsbeleid en de uitwerking daarvan in instrumenten. Voorts bevatte de checklist de mogelijkheid om actiepunten te melden voor actualisering van het integriteitsmanagement.

In deze brief ga ik in op de uitkomsten en aandachtspunten. Tevens vermeld ik de actuele integriteitscijfers van de sector Rijk.

De ministeries rapporteren het integriteitsmanagement over het algemeen op orde te hebben. Dat wil zeggen dat het beleid op hoofdlijnen is bepaald en dat uitwerking is gegeven aan de pijlers daaronder, namelijk de preventie, het vangnet voor situaties waarin er toch wat is misgegaan, en de informatievoorziening. Alle ministeries hebben conform de Modelgedragscode Integriteit sector Rijk een departementale gedragscode uitgewerkt met normen en spelregels in de context van de eigen organisatie.

De uitkomst van de check sluit aan op de uitkomst van de ADR-rapportage «Quick scan inkoop en integriteit», waarover ik u heb geïnformeerd in mijn brief van 16 januari jl. (Kamerstuk 31 490, nr. 164).

Naast een positief antwoord op de hoofdvraag van de check rapporteren de ministeries een aantal aandachtspunten. Ze betreffen met name het integriteits-bewustzijn, de rol van het management en het signaleren van kwetsbaarheden in de organisatie.

Integriteitsbewustzijn

Gesteld wordt dat ambtenaren zich bij alle veranderingen die zich extern en intern voordoen, bewust moeten blijven van de noodzaak tot «goed gedrag». In de praktijk blijkt daarvoor een koppeling aan professionaliteit en eigen verantwoordelijkheid de beste ingang te bieden. Er wordt daarbij verwezen naar ambtelijk vakmanschap en ambtelijke attitude. Zoals in het AO aan de orde kwam, is daarbij onder meer van belang de totstandkoming van een Ambtenarenstatuut. De Minister van BZK heeft u toegezegd hiervoor te zullen zorg dragen (brief van 16 oktober 2014, Kamerstukken 28 844 en 30 985, nr. 79).

Rol management

De rol van de manager voor het waarborgen van integriteit in de organisatie is groot. Niet alleen waar het gaat om diens verantwoordelijkheid voor de medewerkers, maar vooral ook voor het zijn van rolmodel in het eigen werkproces ofwel voor het vervullen van de voorbeeldfunctie.

Voorts is er de relatie tussen manager en medewerker. Beiden zijn voortdurend in gesprek over het werk en de randvoorwaarden daarbij, dus zo nodig ook over het waarborgen van integriteit. De manager heeft daarbij de taak invulling te geven aan goed werkgeverschap. Dat houdt onder meer in dat medewerkers zo min mogelijk worden blootgesteld aan integriteitsrisico’s en dat veiligheid wordt geboden bij het op orde brengen van zaken die integriteit kunnen raken.

Medewerkers kunnen bij de leidinggevende terecht met vragen over integriteits-kwesties, bijvoorbeeld over uitnodigingen, geschenken, externe contacten en over nevenwerkzaamheden. Integriteit komt voorts aan bod in het jaarlijkse functioneringsgesprek.

Tenslotte kan de manager te maken krijgen met meldingen van vermoedens van integriteitsschendingen. De rijksbrede lijn is dat medewerkers die vermoedens hebben daarvoor in eerste instantie bij de eigen leidinggevende aankloppen. Medewerkers kunnen indien gewenst ook te rade gaan bij de vertrouwenspersoon integriteit.

Kwetsbaarheden

Kwetsbaarheden dan wel integriteitsrisico’s kunnen zich voordoen in alle werkdomeinen van de rijksoverheid. Toch zijn er functies en processen waarin, gezien de aard van het werk, de gevoeligheid groter is dan andere. Gedacht kan worden aan de processen inkoop en aanbesteding, inspectie, subsidie- en vergunningverlening.

In dat verband is het belang van signalering groot onder meer door middel van periodieke risicoanalyses. Vaak hanteren de ministeries daarbij het bij Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector beschikbare instrumentarium.

Vooralsnog doet elk ministerie eigenstandig deze analyses. Er is een sterke wens om tot meer interdepartementale samenwerking te komen, zeker wat de domeinen betreft die bij meer ministeries voorkomen. Ik zal daarin het voortouw nemen.

In overleg met de ministeries bezie ik welke rijksbrede acties mogelijk zijn in het licht van de gesignaleerde aandachtspunten. Parallel daaraan ben ik begonnen met een actualisering van de Modelgedragscode sector Rijk, die dateert uit 2006.

De code vormt voor de ministeries een toetsingskader bij het opstellen van de eigen gedragscodes. Aanvulling is nodig onder meer bij het onderwerp privécontacten. De Minister van VenJ heeft u daarover op 24 november 2014 mede namens mij geïnformeerd (Kamerstuk 28 684, nr. 424). Een ander punt dat zal worden meegenomen betreft het verstandig omgaan met uitnodigingen van externe partijen, zoals ik u heb laten weten in mijn brief van 13 februari jl. (Kamerstuk 31 490, nr. 166).

Ten slotte kan ik vooruitlopend op Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2014, die u op de Verantwoordingsdag zal worden aangeboden, een beeld geven van het aantal meldingen van integriteitsschendingen. Vorig jaar zijn er in de rijksdienst 956 vermoedelijke schendingen van integriteit geregistreerd. Daarvan zijn er 607 feitelijk vastgesteld, waarvan er 284 hebben geleid tot een disciplinaire sanctie. Daarnaast zijn er andere ambtelijke afdoeningen geweest.

In de bijlage1 bij deze brief vindt u een overzicht van de aantallen vanaf 2010. Daaruit blijkt dat er schommelingen zijn. In 2014 was sprake van enige stijging ten opzichte van het jaar ervoor.

Ik zal deze cijfers in overleg met de ministeries nader analyseren, ook in de context van de uitgevoerde check en bezien of de uitkomst consequenties moet hebben voor de rijksbrede agenda van het integriteitsmanagement.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven