28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 52 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2011

Bij brief van 3 mei 2011, kenmerk 28 844-49/2011D23417, heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken mij verzocht de algemene maatregel van bestuur tot instelling van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden voor de datum van inwerkingtreding aan uw Kamer ter kennis te brengen.

Zoals aangekondigd bij brief van 15 april 2011 is het ontwerpbesluit tot instelling van de Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden inmiddels voor advies bij de Afdeling advisering van de Raad van State aanhangig gemaakt.

In deze brief informeer ik u op hoofdlijnen over de taken, de samenstelling, de financiering, verslaglegging en evaluatie en de praktische werkwijze van de Commissie, zoals ook is opgenomen in de – bij de Afdeling advisering van de Raad van State aanhangig gemaakte – AMvB en de bijbehorende nota van toelichting. Deze AMvB zal na publicatie in het Staatsblad, maar voor inwerkingtreding aan uw Kamer worden aangeboden.

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 26 mei 2011 heeft de heer Heijnen verzocht om een toelichtende brief bij het jaarverslag 2010 van de Commissie integriteit overheid. Hierover ontvangt u een separate brief (kamerstuk 28 844, nr. 51).

1. Taken

De Commissie advies- en verwijspunt klokkenluiden zal fungeren als «steunpunt» voor (potentiële) klokkenluiders door ze te voorzien van informatie en advies over mogelijke vervolgstappen. De Commissie krijgt de taak (ex-)werknemers en personen die door hun werkzaamheden kennis hebben gekregen van een mogelijke misstand te helpen. Het kan hier gaan om mogelijke misstanden in de publieke en private sector.

De Commissie krijgt tevens tot taak op basis van ervaringen die ze opdoet signalen af te geven over ontwikkelingen en patronen aan organisaties voor wie dat relevant is ten behoeve van hun klokkenluidersbeleid, zoals de overheid (inclusief de toezichthouders) en de sociale partners. Ten slotte zal de Commissie ook in algemene zin voorlichting gaan geven op het gebied van klokkenluiden, met name aan werkgevers en werknemers in de publieke en private sector.

Het is uiteraard van belang dat de Commissie in vertrouwelijkheid en onder geheimhouding opereert. Het is niet de bedoeling dat de Commissie gegevens opvraagt bij de klokkenluider: het is de klokkenluider zelf die verantwoordelijk is voor het verzamelen en bewaren van eventueel bewijsmateriaal. Echter, de Commissie zal, om goed te kunnen adviseren, toch over enkele gegevens van de klokkenluider beschikken. Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens en artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht zal de Commissie vertrouwelijke gegevens geheim houden. In de AMvB is bovendien opgenomen dat de Commissie de identiteit van de (potentiële) klokkenluider, de naam van het bedrijf of de organisatie en de identiteit van de persoon tot wie het vermoeden van de misstand zich richt niet bekend mag maken.

2. Samenstelling

De Commissie zal bestaan uit drie personen, die onafhankelijk, vertrouwenwekkend en gezaghebbend zijn. Daarnaast kunnen plaatsvervangende leden worden benoemd. De (plaatsvervangende) leden worden door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar, waarbij herbenoeming tweemaal voor telkens ten hoogste vier jaar kan plaatsvinden.

De Commissie krijgt een eigen secretariaat, dat beschikt over brede juridische deskundigheid en kennis op het gebied van integriteit, het integriteitsveld en communicatie. De medewerkers zijn ten aanzien van de werkzaamheden die ze voor de Commissie verrichten alleen aan de Commissie verantwoording schuldig. Niemand anders kan hen opdrachten of aanwijzingen geven.

3. Financiering, verslaglegging en evaluatie

De Commissie zal jaarlijks een verslag opstellen van haar werkzaamheden. De jaarlijkse rapportage van de Commissie zal aan de beide kamers der Staten-Generaal en aan de Stichting van de Arbeid en de Raad voor het overheidspersoneelsbeleid worden gezonden. De Commissie stelt op verzoek van de minister een evaluatieverslag op. Na twee jaar zal de eerste evaluatie plaatsvinden.

Vooralsnog wordt de Commissie uit ’s Rijks kas gefinancierd. Bij de evaluatie na twee jaar zullen in ieder geval de wijze van financiering en de vormgeving van de Commissie aan de orde komen.

4. Praktische werkwijze

De Commissie zal in ’s-Gravenhage gevestigd zijn. De Commissie zal tijdens kantooruren altijd bereikbaar zijn voor (potentiële) klokkenluiders. Daarnaast kunnen zij de Commissie per email benaderen. De Commissie kan benodigde expertise betrekken van deskundige instanties op basis van inhuur.

5. Vervolg

Ik hoop het advies van de Raad van State nog voor de zomer te ontvangen. Ik streef naar inwerkingtreding van de AMvB in de loop van dit kalenderjaar.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven