Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2024
In de kabinetsreactie op de initiatiefnota van de Kamerleden Dassen en Omtzigt over
integriteit1 heeft het kabinet aangekondigd dat het zal voorzien in de benoeming van een onafhankelijk
adviseur integriteit bewindspersonen, die individuele bewindspersonen vertrouwelijk
kan adviseren bij integriteitsvragen.2 Ook in de Gedragscode integriteit bewindspersonen, die eind 2022 door het kabinet
is vastgesteld en samen met de voorlichting van de Raad van State aan uw Kamer is
gezonden, wordt het belang van een dergelijke adviseur onderstreept.3 Integriteit is immers niet altijd zwart-wit. Daarom is het belangrijk dat bewindspersonen
binnen de vertrouwelijkheid van het kabinet dilemma’s kunnen bespreken en van elkaar
kunnen leren. Soms is het ook gewenst om iemand te kunnen raadplegen die met meer
afstand kan meedenken over een concrete integriteitsvraag waar een bewindspersoon
zich voor gesteld ziet. Dat doel wordt gediend door een vertrouwensfunctionaris voor
leden van het kabinet.
Voor de vervulling van deze rol is gekozen voor twee personen met groot persoonlijk
gezag, deskundig en beiden met ervaring als Minister waardoor zij gevoel hebben voor
de politiek-bestuurlijke omgeving waarin bewindspersonen acteren. Tegelijkertijd hebben
zij, doordat hun periode als Minister al enige tijd geleden is, voldoende distantie
tot de huidige politiek. Het gaat om mevrouw mr. W. (Winnie) Sorgdrager en de heer
prof. mr. J.G. (Jaap) de Hoop Scheffer, die gaarne bereid zijn de rol van vertrouwensfunctionaris
voor leden van het kabinet op zich te nemen. Ik ben hen daarvoor zeer erkentelijk.
Mevrouw Sorgdrager en de heer De Hoop Scheffer zijn ieder afzonderlijk beschikbaar
om op verzoek van een bewindspersoon laagdrempelig en vertrouwelijk van gedachten
te wisselen over integriteitsvragen die zich kunnen voordoen in de uitoefening van
het ambt als Minister of Staatssecretaris. Het kan bijvoorbeeld de toepassing of uitleg
van de Gedragscode integriteit bewindspersonen in een bepaald geval betreffen, maar
de reikwijdte is daar niet toe beperkt. Wel moet het gaan om het doen en laten van
een bewindspersoon tijdens zijn ambt. Voor vragen over het loopbaanvervolg na afloop van het ambt heeft het kabinet het wetsvoorstel regels gewezen bewindspersonen in voorbereiding,
dat voorziet in advisering over vervolgfuncties door het Adviescollege rechtspositie
politieke ambtsdragers. Het streven is dit wetsvoorstel voor de zomer van 2024 bij
uw Kamer in te dienen.
Een Minister of Staatssecretaris maakt zelf de keuze bij wie van de twee vertrouwensfunctionarissen
hij te rade wil gaan. De vertrouwensfunctionarissen fungeren als gesprekspartner voor
bewindspersonen. Zij zullen geen schriftelijke adviezen opstellen. Altijd blijft een
bewindspersoon die de vertrouwensfunctionaris heeft geraadpleegd, zelf verantwoordelijk
voor keuzes die hij maakt en de wijze waarop hij het bij de vertrouwensfunctionaris
ingewonnen advies al dan niet opvolgt. De vertrouwensfunctionarissen vervullen hun
rol in onafhankelijkheid. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
noch de Minister-President heeft invloed op de uitoefening hiervan.
Zoals in zijn algemeenheid geldt bij dit type functies, kunnen de vertrouwensfunctionarissen
voor leden van het kabinet alleen fungeren indien hetgeen in hun gesprekken met bewindspersonen
wordt gewisseld, vertrouwelijk blijft.4 Bewindspersonen moeten zich comfortabel voelen om bij een vertrouwensfunctionaris
te rade te gaan. Het respecteren van de vertrouwelijkheid van informatie die door
bewindspersonen aan de vertrouwensfunctionarissen is verstrekt, en van de daarop gegeven
adviezen, is daarom noodzakelijk voor het goed functioneren van de vertrouwensfunctionaris.
Een eensluidende brief stuur ik naar de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Mede namens de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge