28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 147 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2018

Met deze brief ga ik in op het verzoek van 9 november 2017 om u, direct na voltooiing van de klachtenprocedure, te informeren over de uitkomsten van de klachtenprocedure van de klokkenluider van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) bij de Koninklijke Marechaussee en daarbij tevens te reageren op het artikel van Follow the Money van 12 oktober 2017, getiteld «We moesten mee om kleedjes te kopen».

Ten aanzien van de publicaties van Follow the Money merk ik op dat hier wordt bericht over de door de klokkenluider gemelde misstanden. Deze zijn door een interne onderzoekscommissie en de Onderzoeksraad Integriteit Overheid in een eerder stadium onderzocht. De aanbevelingen uit deze rapporten over mogelijke tekortkomingen zijn al overgenomen. Zo is er een uitgebreid leiderschapstraject bij de BSB opgezet en is er een psycholoog aangesteld om onder andere leiderschap en mentale en morele weerbaarheid te bevorderen. Voorts heeft de BSB inmiddels een eigen integriteitsplatform en is er extra aandacht voor de gedragscode en het optreden in het buitenland. Tevens wordt er gedurende de BSB-opleiding extra aandacht besteed aan integriteit.

De onlangs voltooide klachtbehandeling heeft betrekking op de wijze van afhandeling en de nasleep van de incidenten, zoals genoemd in de publicaties van Follow the Money.

De toenmalig Minister Hennis-Plasschaert heeft op 22 december 2016 een Klachtadviesinstantie (KAI) ingesteld, om onderzoek te doen naar de door de klokkenluider van de BSB ingediende klachten jegens een aantal functionarissen die bij de afhandeling en de nasleep van de incidenten betrokken zijn geweest. De Klachtadviesinstantie heeft haar advies op 6 maart 2018 voltooid. De lange duur van de klachtbehandeling is enerzijds gelegen in het grote aantal klachten en aangeklaagden en anderzijds in een tussentijdse schorsing van de klachtbehandeling van circa vijf maanden.

Van de oorspronkelijk 149 door de klager ingediende klachten zijn 21 klachten door hem ingetrokken. De KAI heeft mij geadviseerd om van de 128 resterende klachten, 121 klachten ongegrond te verklaren c.q. buiten behandeling te laten wegens gebrek aan feitelijke grondslag dan wel gebrek aan feitelijke toelichting en negen klachten gegrond te verklaren, waarvan twee klachten ambtshalve door de KAI zijn onderzocht.

De gegrondverklaringen hebben vooral betrekking op onvoldoende of onvoldoende tijdige informatievoorziening richting klager en het niet altijd maken van een juiste afweging van belangen. Naar het oordeel van de Klachtadviesinstantie is in deze gevallen sprake van tekortkomingen waaruit lering getrokken dient te worden.

Ik heb de adviezen van de KAI overgenomen en klager en aangeklaagden schriftelijk over mijn besluiten geïnformeerd. Voorts is met de Commandant van de Koninklijke Marechaussee gesproken over de wijze waarop de Koninklijke Marechaussee lering kan trekken uit deze gehele procedure.

Inmiddels is, in goed overleg met de klokkenluider, een passende werkplek binnen de organisatie van de Koninklijke Marechaussee gevonden. Voorts is onlangs, op advies van het Huis voor Klokkenluiders, een mediation-traject aangevangen. Ik hoop dat dit traject succesvol zal zijn. Voor de goede orde meld ik u dat ik vandaag van het Huis voor Klokkenluiders een brief heb ontvangen waarin de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Defensie wordt uitgenodigd voor een gesprek over een door het Huis voor Klokkenluiders te verrichten onderzoek. Aan deze uitnodiging zal gehoor worden gegeven. Hoe beide trajecten zich tot elkaar zullen verhouden is mij op dit moment nog niet bekend.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Naar boven