28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 116 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2017

Tijdens het Algemeen Overleg «Onderzoeksopdracht Centrale ondernemingsraad Politie» van 16 november 2016 (Kamerstuk 28 844, nr. 110) heeft de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie de Minister gevraagd de Kamer te informeren over de nieuw samen te stellen Centrale Ondernemingsraad van de politie (hierna: COR). Die toezegging doe ik gestand met deze brief.

De korpschef heeft mij bericht dat de politie weer beschikt over een COR.1 Hiermee wordt het overleg tussen de korpschef en de COR hervat en kan het besluitvormingsproces doorgang vinden.

Uit hun midden hebben de ondernemingsraden van de eenheden van de politie hun kandidaten voor de COR aangewezen. Daaronder zijn twee leden uit de vorige COR. De nieuwe COR-leden hebben vervolgens een dagelijks bestuur voor de COR gekozen, waaronder de voorzitter Rob den Besten. De terugkeer van de twee leden van de vorige COR vormt aanleiding voor vier van de dertien ondernemingsraden van de eenheden om geen deel uit te maken van de nieuwe COR. Dit is een keuze die ter competentie is van de ondernemingsraden. De korpschef en ik kunnen deze beslissing slechts respecteren. De nieuwe COR blijft aan tot de verkiezingen van de ondernemingsraden van de eenheden einde van dit jaar. Na deze verkiezingen kiezen deze ondernemingsraden uit hun midden een nieuwe COR.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

De politie heeft eveneens een bericht op internet geplaatst, zie ook https://www.politie.nl/nieuws/2017/januari/13/politie-krijgt-nieuwe-centrale-ondernemingsraad.html

Naar boven