28 828 Fraudebestrijding in de zorg

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2017

Met deze brief bied ik u het rapport «Evaluatie opsporingsfunctie in de zorg» aan1, dat is opgesteld door de onderzoeksbureaus ZorgmarktAdvies en KokxdeVoogd. Op basis van de aanbevelingen uit dit rapport en de reacties van de ketenpartners ligt bestendiging van de opsporingsfunctie bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de hand. Gezien de demissionaire status van het kabinet, laat ik het besluit echter over aan een volgend kabinet.

De afgelopen jaren heb ik fors geïnvesteerd in het versterken van de strafrechtelijke aanpak van fraude in de zorg. Vanaf 2014 heb ik extra middelen beschikbaar gesteld aan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW) en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM/FP). De Inspectie SZW was al verantwoordelijk voor de strafrechtelijke aanpak van fraude met persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Met de inzet van de intensiveringsmiddelen is die taakopdracht verbreed naar ook (declaratie)fraude in de sectoren waar de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) extra toezicht houdt op correct declareren. Parallel aan de investeringen in de capaciteit hebben de Staatssecretaris en ik in 2014 laten onderzoeken hoe de opsporingsfunctie in de zorg het beste kan worden ingericht en gepositioneerd. Dit onderzoek is uitgevoerd 2014 door bureau Andersson Elffers Felix (AEF). Op basis van het rapport van AEF hebben de Staatssecretaris en ik er destijds voor gekozen om de opsporingstaak voorlopig onder te brengen bij de Inspectie SZW. In de kabinetsreactie stelden wij hierover het volgende2:

In de ontwikkelfase waarin we ons momenteel bevinden krijgt de Inspectie SZW, in samenwerking met andere partijen, een belangrijke rol in de ontwikkelopgave voor de komende jaren. In deze periode moet gezamenlijk verdere invulling worden gegeven aan de handhavingsagenda. Daarna zal opnieuw worden bezien hoe de aanpak van onrechtmatigheden zich heeft ontwikkeld en of er aanleiding is om de ingezette lijn bij te stellen.

De afgelopen twee jaar heeft de Inspectie SZW, in samenwerking met de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) en het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (OM/FP), verdere invulling gegeven aan de strafrechtelijke aanpak van fraude in de zorg. Om een beeld te vormen hoe de opsporingsfunctie in de huidige vorm functioneert, heb ik de onderzoeksbureaus ZorgmarktAdvies en KokxDeVoogd gevraagd om een evaluatie uit te voeren. De handhavingspartijen die deelnemen aan het convenant Integriteit Zorgsector zijn bij deze evaluatie betrokken.3

In bijgaand rapport concluderen de onderzoekers dat de handhavingspartijen tevreden zijn over het functioneren van de opsporingsfunctie. Zij willen de huidige werkwijze met de Inspectie SZW als leidende opsporingsdienst, in samenwerking met de FIOD en het OM/FP, dan ook ongewijzigd laten. Op basis van deze bevinding adviseren de onderzoekers om de huidige positionering van de opsporingsfunctie te handhaven. Ik beschouw dit advies als een ondersteuning van beleid. Een definitief besluit over de positionering van de opsporingsfunctie laat ik, gelet op de demissionaire status van het kabinet, over aan een volgend kabinet.

Voorts doen de onderzoekers enkele aanbevelingen om de kwaliteit van de opsporingsfunctie verder te verhogen. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de uitwisseling van kennis en expertise tussen de Inspectie SZW en de FIOD, meer sturing op de zaakstroom van fraudesignalen, het minder persoonsafhankelijk maken van de samenwerking, het intensiveren van de informatievoorziening vanuit de opsporingsfunctie naar andere ketenpartners en meer aandacht voor trends en fenomenen bij de selectie van fraudezaken.

In een bestuurlijk overleg op 22 mei jongstleden hebben de ketenpartners bevestigd dat zij de aanbevelingen uit het rapport onderschrijven en zich committeren om hiermee aan de slag te gaan. De komende periode zal ik samen met de ketenpartners initiatieven ontwikkelen om opvolging te geven aan dit rapport. In de volgende voortgangsrapportage Rechtmatige Zorg, die gepland is voor het najaar, zal ik uw Kamer informeren over de genomen vervolgstappen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 28 828, nr. 75.

X Noot
3

Deelnemende partijen aan de evaluatie zijn: het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW), Belastingsdienst, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Openbaar Ministerie (OM/FP).

Naar boven