28 808
Wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water)

nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2003

Hierbij doe ik u het ontwerp toekomen voor een Besluit vaststelling grenzen stroomgebieddistricten. Het gaat om een algemene maatregel van bestuur die zal worden vastgesteld op grond van artikel 2a van de Wet op de waterhuishouding, dat in die wet wordt ingevoegd als het voorstel van wet voor de Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water kracht van wet zal verkrijgen. Het wetsvoorstel is op 5 maart 2003 ingediend bij de Tweede Kamer (kamerstukken II 2002/2003, 28 808, nrs. 1–3).

De EG-kaderrichtlijn water (richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327)) regelt onder andere dat het waterbeheer in de lidstaten van de Europese Unie per stroomgebieddistrict gecoördineerd moet worden. Een stroomgebieddistrict bestaat uit een of meer stroomgebieden. Het beoogde artikel 2a van de Wet op de waterhuishouding bepaalt dat het grondgebied van Nederland, met inbegrip van de kustwateren, voor de toepassing van die wet wordt ingedeeld in vier nationale delen van de internationale stroomgebieddistricten Rijn, Maas, Schelde en Eems. In artikel 2a is verder voorzien dat de onderlinge grenzen van de vier Nederlandse delen van de internationale stroomgebieddistricten Rijn, Maas, Schelde en Eems worden vastgelegd bij algemene maatregel van bestuur. Het ontwerp-besluit bevat als bijlagen enkele kaarten waarop de grenzen zijn aangegeven. Voor een uitgebreider uiteenzetting van aard en achtergrond van het beoogde besluit mag ik u kortheidshalve wel verwijzen naar de eveneens bijgevoegde toelichting bij de ontwerpregeling.

Het ontwerp voor het beoogde Besluit vaststelling grenzen stroomgebieddistricten zal eerst voor advies aan de Raad van State kunnen worden voorgelegd nadat de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor de Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water zal hebben aanvaard. Aangezien de EG-kaderrichtlijn water uiterlijk op 22 december 2003 moet zijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving en de feitelijke uitvoering reeds is aangevangen, is voorpublicatie van het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur thans gewenst, gelet ook op het tijdsbeslag van de verdere procedure die na aanvaarding van het wetsvoorstel nog moet worden doorlopen ter vaststelling van de maatregel.

De tekst van het ontwerp van het Besluit grenzen stroomgebieddistricten wordt één dezer dagen in de Staatscourant geplaatst, met als begeleidende mededeling dat een ieder binnen een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van de bedoelde Staatscourant schriftelijk opmerkingen ten aanzien van het ontwerp kan zenden aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Deze inspraakprocedure komt overeen met die van artikel 33a, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren voor ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur op grond van die wet. Ik geef bij deze tevens overeenkomstige toepassing aan de in genoemd artikel 33a voorziene toezending van het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur aan beide Kamers der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven