28 808
Wijziging van de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG L 327) (Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Ontvangen 18 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel G, punt 1, wordt artikel 5, derde lid, onderdeel a, vervangen door:

a. de aanwijzing, overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de kaderrichtlijn water, van regionale waterhuishoudkundige systemen of onderdelen daarvan als kunstmatige, als sterk veranderde dan wel als natuurlijke oppervlaktewaterlichamen en.

II

In onderdeel I, punt 1, wordt artikel 7, vierde lid, onderdeel a, vervangen door:

a. de aanwijzing, overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de kaderrichtlijn water, van regionale waterhuishoudkundige systemen of onderdelen daarvan als kunstmatige, als sterk veranderde dan wel als natuurlijke oppervlaktewaterlichamen en.

III

In onderdeel K wordt artikel 9, derde lid, onderdeel a, vervangen door:

a. de aanwijzing, overeenkomstig artikel 4, derde lid, van de kaderrichtlijn water, van regionale waterhuishoudkundige systemen of onderdelen daarvan als kunstmatige, als sterk veranderde dan wel als natuurlijke oppervlaktewaterlichamen en.

Toelichting

De Kaderrichtlijn water onderscheidt natuurlijke, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen. Om te voorkomen dat alle wateren die niet zijn aangewezen als «kunstmatig» of «sterk veranderd» kunnen worden beschouwd als «natuurlijke waterlichamen» (met alle consequenties van dien) ligt het in de rede om te bepalen dat ook «natuurlijke waterlichamen» expliciet worden aangewezen door provincies respectievelijk waterschappen. Nu er naar alle waarschijnlijkheid in Nederland slechts weinig waterlichamen zullen zijn die als «natuurlijk» moeten worden aangemerkt, betekent dit slechts een geringe extra inzet van provincies respectievelijk waterschappen op dit punt.

Van der Staaij

Naar boven