28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 298 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2024

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de implicaties van een vogelgriepbesmetting bij een persoon in de Verenigde Staten (VS), die besmet is geraakt na direct contact met koeien. Deze koeien waren waarschijnlijk geïnfecteerd met vogelgriep.1 Afgelopen week meldde de Amerikaanse autoriteiten dat er geiten en melkkoeien besmet bleken te zijn met hoogpathogene vogelgriepvirus. Uw Kamer heeft om een brief hierover gevraagd; hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.2

Humane besmetting

Begin deze week (1 april jl.) is door de Texas Department of State Health Services en het Centers for Disease Control and Prevention (CDC) gemeld dat vogelgriepvirus is aangetoond bij een persoon in Texas die direct contact heeft gehad met koeien die mogelijk met het hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) virus waren besmet. Het voornaamste symptoom bij deze persoon was oogontsteking (conjunctivitis), een bekend ziektebeeld van vogelgriep bij mensen. De persoon wordt behandeld met antivirale middelen en is inmiddels herstellende.

Duiding van het risico

Het risico voor mensen in de VS wordt, ondanks de melding van een humaan geval met conjunctivitis, door het CDC nog steeds als laag ingeschat. De verspreiding van hoogpathogene vogelgriep onder vogels in de Verenigde Staten is onderdeel van de wereldwijde epidemie. HPAI-virus H5N1 heeft in Europa in 2021–2023 tot veel infecties geleid, bij gehouden en wilde vogels en ook bij zoogdieren.

De risico’s voor de publieke gezondheid zijn door onder andere het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) sinds deze grootschalige verspreiding over Europa en de wereld als laag ingeschat, het meest recent op 26 maart jl.3 Het risico voor mensen die (beroepshalve) contact hebben met besmette dieren blijft laag tot matig. Dit is niet veranderd door de huidige ontwikkelingen in de Verenigde Staten.

Wel geven medische- en veterinaire deskundigen van het signaleringsoverleg zoönosen (SO-Z) aan dat de situatie veranderlijk is, vanwege verdere evolutie van de vogelgriepvirussen in wilde vogels en nieuwe combinaties van virusmateriaal van circulerende stammen (reassortment). Gebaseerd op de informatie uit de VS is het aannemelijk dat de rauwe, ongepasteuriseerde melk van de met H5N1 besmette koeien in de VS levend virus bevat. In het getroffen gebied in de Verenigde Staten wordt door de Food and Drug Administration (FDA) geadviseerd om geen rauwe melk van zieke dieren te verkopen. Melkers en veehouders op besmette bedrijven in de VS kunnen risico lopen op besmetting tijdens het melken of verwerken van de rauwe melk, waarbij ze blootgesteld kunnen worden aan het virus via bijvoorbeeld aerosolvorming. Melk die een hittebehandeling ondergaat, die tenminste gelijk is aan pasteuriseren, is veilig voor consumptie, omdat verhitting ziekteverwekkende micro-organismen, waaronder vogelgriepvirus, adequaat bestrijdt. Pasteurisatie is vereist voor alle melk die in de interstatelijke handel in de VS terechtkomt.

In de eerste analyses van de Amerikaanse autoriteiten zijn geen aanpassingen in de genetische code van het H5N1-virus gevonden die zijn geassocieerd met verhoogd risico voor transmissie naar en tussen mensen. Het type vogelgriepvirus (H5N1), dat is gevonden bij deze persoon en de besmette koeien en geiten, heeft net andere genetische kenmerken dan het type dat in Europa circuleert/heeft gecirculeerd. Van wat nu bekend is, is het virus gevoelig voor antivirale middelen.

In de VS wordt de situatie verder onderzocht. Vanuit Europa houdt de ECDC de situatie nauwlettend in de gaten. Er is in Nederland een goede monitoring om infectieziektesignalen uit binnen- en buitenland op te sporen en te duiden. Signalen kunnen bijvoorbeeld uitbraken zijn, nieuwe of onverwachte dierziektesymptomen of trends. Ook bij runderen, zodat signalen van zieke dieren snel in beeld komen. De signalen worden gebruikt om waar nodig bestrijdingsmaatregelen te nemen om verdere verspreiding te voorkomen. Naar aanleiding van het deskundigenberaad vogelgriep in 2022 en 2023 is de monitoring van blootgestelde personen en (wilde) zoogdieren al geïntensiveerd. Daarnaast is ook een meldplicht ingesteld voor laboratoria in geval van positieve tests bij alle in het wild levende en gehouden zoogdieren. Er zijn in Nederland noch Europa meldingen geweest van besmettingen bij herkauwers. De Gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) geeft daarnaast aan dat, gezien het bestaande monitoringsinstrumentarium, de kans klein is dat een situatie op bedrijven zoals beschreven in de VS in Nederland onopgemerkt zou blijven. Daarnaast zijn de afgelopen weken in Nederland vrijwel geen positieve wilde vogels gevonden en dateert de laatste HPAI uitbraak op een pluimveehouderij van 1 december 2023.

Het SO-Z geeft aan dat in Nederland naar aanleiding van de situatie in de Verenigde Staten het risico niet is veranderd ten opzichte van de eerdere risicoschatting voor vogelgriep in Nederland. De nieuwe ontwikkelingen in de VS worden nauwlettend in de gaten gehouden en als er aanleiding toe is zal de risk assessment voor de mens worden bijgesteld.

De deskundigen van het SO-Z suggereren om een retrospectief bloedonderzoek te doen bij herkauwers in Nederland, om eventuele infecties met vogelgriep uit het verleden op te sporen. De Minister van LNV verkent op dit moment de mogelijkheden van een dergelijk onderzoek; daarover zal hij de Kamer binnenkort informeren. Bij een uitbraak van vogelgriep op een bedrijf, waar ook herkauwers aanwezig zijn, zullen deze dieren worden gescreend op vogelgriep. Daarnaast zal Royal GD vanaf nu in het bestaande monitoringprogramma om nieuwe ziekte vroeg te ontdekken, (basismonitoring), rekening houden met de mogelijkheid dat herkauwers met vogelgriep besmet kunnen zijn.

Tenslotte

Zorgen over vogelgriep zijn er al langer en de situatie in de VS is opnieuw een zorgelijke ontwikkeling in de verspreidingspatronen van dit virus onder diersoorten. Het risico voor mensen in de VS wordt door de autoriteiten daar, ondanks de melding van een humaan geval met conjunctivitis, nog steeds als laag ingeschat. In Europa en in Nederland zijn geen aanwijzingen voor besmetting van herkauwers. Begin juli 2023 is het Intensiveringsplan preventie vogelgriep door de Ministers van LNV en VWS naar uw Kamer gestuurd4. Dit Intensiveringsplan bevat maatregelen ten behoeve van de bescherming van volksgezondheid, en de gezondheid van wilde en gehouden dieren. Eind januari is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het intensiveringsplan5.

De Ministers van VWS en LNV en experts in Nederland, maar ook wereldwijd, houden de situatie heel goed in de gaten. Bij relevante ontwikkelingen zullen de Minister van LNV en ik uw Kamer informeren.

De Minister voor Medische Zorg, P.A. Dijkstra

Naar boven