Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2023
Met mijn brief van 3 november jl. (2023Z18906) heb ik de Kamer geïnformeerd over versoepelingen wat betreft de maatregelen ter
preventie van besmettingen met het hoogpathogene vogelgriepvirus (HPAI). Deze aanpassingen
heb ik, mede op basis van de laatste risicobeoordeling door de deskundigengroep dierziekten,
doorgevoerd. Helaas is er op 11 november jl. een besmetting van vogelgriep vastgesteld
op een pluimveebedrijf in Renswoude (Utrecht) en op 14 november jl. op een zorgboerderij
in Middelie (Noord-Holland). Met deze brief informeer ik de Kamer over die besmettingen
en de aanpassingen van vogelgriepmaatregelen ten gevolge van die besmetting.
Actuele situatie
Op 11 november jl. is een besmetting vastgesteld op een pluimveebedrijf in Renswoude
en op 14 november jl. op een zorgboerderij in Middelie. Deze besmettingen zijn, gezien
het recente beoordeelde lage risico, een flinke tegenvaller. Het besluit om de afscherm-
en ophokplicht op 3 november helemaal in te trekken, dus ook in de regio’s 7 en 10,
was mede gebaseerd op het feit dat de deskundigengroep dierziekten het risico als
laag hebben beoordeeld. Dat besluit heb ik in mijn brief aan de Kamer van 3 november
toegelicht. Een laag risico betekent echter niet dat het risico nul is, zoals ook
al aangegeven, en de risicobeoordeling heeft altijd een mate van onzekerheid (bij
de laatste beoordeling was die matig). De afgelopen jaren is gebleken dat het verloop
van de vogelgriepepidemie onvoorspelbaar is. Deze uitbraken laten dat eens te meer
zien, maar waren dus niet helemaal onverwacht. De uitbraken in Renswoude en Middelie
laten zien dat er op bepaalde plekken in Nederland blijkbaar virus circuleert bij
wilde vogels van waaruit deze besmettingen hebben plaatsgevonden. Er waren recent
echter geen meldingen van besmette wilde vogels op deze twee plekken.
Maatregelen
Ik heb per direct de gebruikelijke bestrijdingsmaatregelen genomen. In de 10 kilometer
beperkingszone die is ingesteld rond deze twee locaties geldt weer een afscherm- en
ophokplicht. Aanvullend daarop heb ik bij de uitbraak in Renswoude besloten in de
regio’s waar de Gelderse Vallei in ligt (regio 7 en 10) ook de afscherm- en ophokplicht
weer in te stellen. De reden is dat het twee regio’s betreft waar veel pluimveebedrijven
liggen waarvan ook veel met buitenuitloop. Daarom ben ik voor die regio’s vanuit voorzorg
voorzichtiger.
Nu er in korte tijd een tweede besmetting bijgekomen is, heb ik besloten om per direct
de afscherm- en ophokplicht weer voor heel Nederland in te voeren. De afscherm- en
ophokplicht is daarbij van toepassing op alle commercieel gehouden vogels en de afschermplicht
geldt voor niet- commercieel gehouden risicovogels (bijvoorbeeld hobbymatig gehouden
kippen). De afscherm- en ophokplicht is namelijk een effectieve preventieve maatregel
om nieuwe besmettingen te voorkomen omdat de kans op contact tussen wilde besmette
vogels en gehouden vogels wordt verkleind.
Ik neem deze maatregel uit voorzorg en daarom ook vooruitlopend op een nieuwe risicobeoordeling
door de Deskundigengroep Dierziekten. Ik heb de deskundigen gevraagd om op korte termijn,
in casu deze week, opnieuw een beoordeling van de actuele situatie te doen. De deskundigen
kunnen onder andere de twee uitbraken in Nederland, de recente uitbraken in andere
lidstaten en de uitkomsten van onderzoek op monsters van wilde vogels (van dode en
levende) in Nederland en de Europese Unie meenemen in hun beoordeling. Op basis van
die nieuwe risicobeoordeling zal ik bekijken of ik landelijke, preventieve maatregelen
voor vogelgriep zal aanpassen. Ik zal de Kamer regelmatig informeren over de actuele
ontwikkelingen met betrekking tot vogelgriep en tot aanpassingen van de maatregelen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema