28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 237 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2021

In mijn brief van 29 juni jl. (Kamerstukken 28 807 en 28 286, nr. 236) informeerde ik uw Kamer over de situatie rondom hoogpathogene vogelgriep (HPAI) en het intrekken van de ophokplicht in twee nieuwe regio's in Nederland. Deze plicht is nu opgeheven in zeven regio’s in Nederland. In die brief heb ik ook aangegeven dat ik de situatie nauwlettend volg en de deskundigengroep geregeld om een risicobeoordeling vraag om te kijken in welke andere regio's ik het verantwoord acht de ophokplicht en andere maatregelen op te heffen. In deze brief informeer ik uw Kamer over mijn voorgenomen beleid.

Hoogpathogene vogelgriep in Nederland en Europa

Er zijn sinds 18 juni geen met HPAI besmette wilde watervogels in Nederland gevonden. Ook in andere Europese lidstaten neemt het aantal besmettingen af. In Polen is nog een kleinschalige houderij besmet geraakt, uit andere lidstaten zijn geen meldingen van nieuwe uitbraken.

Deskundigengroep dierziekten

Op 5 juli heeft de deskundigengroep dierziekten de situatie opnieuw geanalyseerd en de kans op besmetting van een pluimveebedrijf, gegeven de huidige situatie, beoordeeld. Daarin is ook beoordeeld in hoeverre het intrekken van de ophokplicht in bepaalde regio’s of in heel Nederland de kans van besmettingen van pluimveebedrijven zou doen toenemen.

De deskundigen hebben nu meer informatie over het verloop van de besmettingen in Duitsland en België waar de ophokplicht al wat langer is ingetrokken. Zij zien een dalende trend in Nederland en ook in andere lidstaten van de Europese Unie en verwachten dat deze trend doorzet.

De deskundigen hebben voor alle regio’s in Nederland de risico-inschatting verlaagd. Zij hebben de kans van besmetting van een pluimveebedrijf voor regio’s waar de ophokplicht al is ingetrokken verlaagd van matig naar laag, en de kans dat een pluimveebedrijf besmet raakt in de regio’s waar de ophokplicht niet is ingetrokken verlaagd van matig-hoog naar matig. De mate van onzekerheid van deze risico-inschatting is hoog, omdat niet kan worden uitgesloten dat AI virus nog altijd onder wilde vogels circuleert.

Het verslag van de deskundigen heb ik als bijlage toegevoegd aan deze brief1.

Besluit intrekken ophokplicht

De deskundigengroep heeft voor alle regio’s in Nederland de risico-inschatting verlaagd. Zij schatten de kans dat een pluimveebedrijf in Nederland wordt besmet nu in als matig (medium). In de voorgaande weken was deze risico-inschatting nog matig tot hoog. De mate van onzekerheid van deze risico-inschatting is nog wel hoog, zoals hiervoor aangegeven.

Gezien de verlaagde veterinaire risico-inschatting, dierwelzijnsaspecten, de financiële situatie voor pluimveehouders en het verlies van marktaandeel voor vrije-uitloopeieren acht ik het – na zorgvuldige afweging van alle belangen – verantwoord om de ophokplicht per 6 juli 2021 in heel Nederland in te trekken. In mijn overweging neem ik ook de dalende trend mee die zich in Nederland en andere lidstaten voordoet en waarvan wordt verwacht dat deze zich zal doorzetten. In de regio die het pluimveedichte gebied in de Gelderse Vallei omvat hebben zich het afgelopen jaar geen uitbraken voorgedaan. De overige regio’s hebben wel een wat hogere kans dat er besmetting optreedt dan in eerdere jaren, maar er zijn de afgelopen weken geen besmette wilde vogels meer gevonden. De situatie in de regio’s waar de ophokplicht al was opgeheven en de dalende trend van de besmettingen bij wilde vogels geeft mij voldoende vertrouwen de ophokplicht landelijk in te trekken.

Het intrekken van de ophokplicht in heel Nederland betekent geenszins dat de kans op besmetting nu verwaarloosbaar is. Ik houd daarom een aantal landelijke maatregelen in stand. Dit betreft de maatregel om strooisel op eendenbedrijven af te dekken, het bijhouden van een bezoekersregister en het naleven van het hygëneprotocol op commerciële bedrijven. Ook de strikte meldcriteria om een verdenking van AI te melden blijven van toepassing. Een aantal andere maatregelen, zoals het tentoonstellingsverbod, acht ik verantwoord om in te trekken.

Ik blijf de situatie volgen en zal, indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, de deskundigen opnieuw om een beoordeling vragen. Samen met de sector blijven we alert en zetten we ons in om nieuwe uitbraken van AI zoveel mogelijk te voorkomen. Ik doe daarom ook een beroep op alle houders in Nederland om passende hygiënemaatregelen in acht te blijven nemen, omdat dit het belangrijkste middel is om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven