28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)

Nr. 220 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2018

De deskundigengroep dierziekten heeft op 11 april jl. geconcludeerd dat het risico voor de insleep van vogelgriep op pluimveebedrijven vanuit wilde vogels is afgenomen. Deze conclusie is gebaseerd op de stijgende buitentemperatuur (waardoor vogelgriepvirus korter in de omgeving overleeft), kleinere aantallen wilde watervogels in Nederland en het gegeven dat de meeste watervogels ‘s zomers niet in groepen leven. (http://www.deskundigengroepdierziekten.nl/).

Sinds de risicobeoordeling van de deskundigengroep dierziekten op 22 maart jl. zijn er in Nederland en Noordwest-Europa geen nieuwe hoogpathogene vogelgriepbesmettingen gevonden bij gehouden vogels. Wel zijn er rond Pasen nog besmette wilde vogels gevonden in Denemarken. De situatie lijkt nu tenminste zo rustig als vorig jaar op het moment dat het besluit werd genomen om de ophokplicht in te trekken.

In het licht van voorgaande heb ik besloten om de afscherm- en ophokplicht per 13 april 00.00 uur op te heffen. Dat wil echter niet zeggen dat er op dit moment geen risico is voor de insleep van hoogpathogene vogelgriep, maar ik acht die kans wel zo klein dat ik voorgaand besluit verantwoord vind. De 30 dagen termijn na de laatste uitbraak in Kamperveen verloopt 13 april 00.00 uur en de vervoersverboden rond deze uitbraak worden daarom beëindigd.

De overige landelijke maatregelen, behalve de verplichte hygiënemaatregelen voor bezoek aan pluimveebedrijven, worden ook ingetrokken per 13 april.

Het belang van de hygiënemaatregelen wordt erkend door de pluimveesector.

De hygiënemaatregelen zijn van belang om insleep van allerlei pluimveeziekten, waaronder vogelgriep, te voorkomen. Met de sector wordt verder overlegd, onder andere in het kader van het traject toekomststrategie vogelgriep, hoe de hygiënemaatregelen nog beter onderdeel gemaakt kunnen worden van de dagelijkse praktijk.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven