Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 april 2017
Het aantal vogelgriepuitbraken onder wilde en gehouden vogels in de Europese Unie
is de laatste weken verder afgenomen. Sinds de laatste bijeenkomst van de deskundigengroep
op 7 april 2017 zijn er in Europa nog negen meldingen bijgekomen. Dit betrof zes besmette
wilde vogels (Duitsland, Roemenië en Finland) en drie uitbraken onder gehouden vogels
(Italië en Hongarije). Op 23 maart jl. was de laatste besmetting bij gehouden vogels
in Nederland. Dit was bij een hobbyhouder in Woerdense Verlaat, gemeente Nieuwkoop. De laatst gevonden besmette Nederlandse wilde vogel
dateert van 15 maart 2017.
De deskundigengroep dierziekten heeft vandaag een nieuwe risicobeoordeling gemaakt
voor de insleep van vogelgriep in Nederland en heeft, mede gebaseerd op de bovengenoemde
gegevens, de risico’s verder naar beneden bijgesteld.
De deskundigen beoordelen het insleeprisico vanuit wilde vogels ten opzichte van januari
2015 nog als enigszins verhoogd, maar geven aan dat dit risico ten opzichte van de
laatste vergadering (7 april 2017) is afgenomen. Bovendien zet de dalende trend met betrekking tot vondsten van besmette wilde
vogels en besmette bedrijven in de Europese Unie nu duidelijk door. Ten opzichte van
januari 2017 is het insleeprisico vanuit wilde vogels nu sterk verlaagd. Ook heeft
de deskundigengroep de risicobeoordeling van het insleeprisico vanuit bedrijven uit
de Europese Unie en vanuit Nederland naar beneden bijgesteld.
Op basis van deze risicobeoordeling acht ik het daarom verantwoord de ophokplicht
vanaf vandaag in te trekken. Ook Denemarken en België hebben de landelijke ophokplicht
recent ingetrokken. Het verslag van de deskundigengroep zal zo spoedig mogelijk op
de website van deskundigengroep worden gepubliceerd.
Vorige week is op basis van de risicobeoordeling van de deskundigen al een deel van
de landelijke maatregelen ingetrokken. Met de huidige beoordeling is het verantwoord
deze maatregelen verder af te bouwen. Alle landelijke maatregelen, met uitzondering
van de hygiënemaatregelen voor stal- en erfbetreders van pluimveebedrijven, worden
nu ingetrokken.
De hygiënemaatregelen zijn van belang om de insleep van allerlei pluimveeziekten,
waaronder vogelgriep, te voorkomen. Het belang van de hygiënemaatregelen wordt erkend
door de pluimveesector. De hygiënemaatregelen zal ik daarom samen met hen evalueren
om na te gaan of (onderdelen van) deze regels moeten worden omgezet in structurele
regelgeving. Een mogelijkheid is om dat via privaatrechtelijke kwaliteitssystemen
te regelen of middels wettelijke regels.
De «12-wekenproblematiek» voor de vrije-uitloop sector is onderwerp van gesprek in
Brussel. Mijn inzet is om hier voor het volgende vogeltrekseizoen (najaar 2017) een
oplossing voor te vinden. Voor mijn concrete inzet verwijs ik u naar de brief aan
uw Kamer van 29 maart 2017.
Naast de hygiënemaatregelen en de 12-wekenproblematiek ben ik met de pluimveesector
en andere betrokken maatschappelijke organisaties (zoals de Dierenbescherming en het
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) in overleg over de bredere consequenties van
een mogelijk (jaarlijks) terugkerende dreiging van hoogpathogene vogelgriep.
De aanpak van de vogelgriepuitbraken zal worden geëvalueerd, zoals is beschreven in
het handboek crisisbesluitvorming DG AN van het Ministerie van Economische Zaken.
Ik zal u te zijner tijd van de resultaten op de hoogte stellen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
M.H.P. van Dam