Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2011
Op 24 juni jongstleden heb ik u geïnformeerd over een uitbraak van de milde variant van vogelgriep in Creil, Noordoostpolder,
Flevoland. Met deze brief informeer ik u over het verloop van de uitbraak, de voortgang van de bestrijding en de getroffen
maatregelen.
Het betrof een uitbraak van laagpathogene aviaire influenza (LPAI) van het type H7N7 op een leghennenbedrijf met vrije uitloop.
De LPAI-varianten van het type H7/H5 zijn volgens de Europese Richtlijnen bestrijdingsplichtig.
Dit bedrijf met circa 47 000 dieren is op 24 juni geruimd en op 25 juni een eerste keer gedesinfecteerd door de nieuwe Voedsel
en Warenautoriteit (nVWA). Rond het bedrijf is een beperkingsgebied van 3 kilometer ingesteld, hierin gelden diverse maatregelen
zoals vervoersverboden en een afschermplicht om de verspreiding van het virus te beperken.
Screening beperkingsgebied en nieuwe besmetting
Binnen het beperkingsgebied liggen 5 andere pluimveebedrijven, deze bedrijven zijn allen door de VWA bezocht en bemonsterd.
In de testen van de monsters van deze bedrijven bleek één bedrijf positief te zijn voor het vogelgriepvirus.
Verder onderzoek wees uit dat het ook hier ging om de laagpathogene H7N7-variant. Het betrof een kalkoenenbedrijf zonder uitloop
waar zich verdeeld over twee stallen, 6 750 kalkoenen bevonden.
Deze dieren zijn op 27 juni geruimd door de nVWA en de stallen zijn op 28 juni een eerste keer gedesinfecteerd.
Daarnaast wordt er nog één contactbedrijf van het eerste besmette bedrijf onderzocht, dit bedrijf ligt buiten het beperkingsgebied.
De uitslagen van de monsters van dit bedrijf volgen later deze week.
Nieuw beperkingsgebied
Als gevolg van deze nieuwe besmetting is het beperkingsgebied uitgebreid tot 3 kilometer rond het tweede besmette bedrijf.
Binnen dit gebied gelden dezelfde maatregelen als in het eerste beperkingsgebied.
Er liggen geen nieuwe pluimveebedrijven binnen het nieuwe beperkingsgebied.
Versoepelingen
Omdat er geen nieuwe bedrijven binnen het grotere tweede beperkingsgebied liggen en de eerste desinfectie van het kalkoenenbedrijf
op 28 juni is afgerond, kan het hele gebied verkleind worden tot een 1 kilometer beperkingsgebied rond de twee besmette bedrijven,
dit heeft op 29 juni plaatsgevonden. Een 1 kilometer beperkingsgebied is het Europees minimum.
Binnen dit 1 kilometer beperkingsgebied liggen geen andere pluimveebedrijven dan de twee besmette bedrijven.
De huidige maatregelen blijven van kracht binnen dit gebied.
Het 1 kilometer beperkingsgebied kan drie weken na de eerste reiniging en ontsmetting van het laatste besmette bedrijf opgeheven
worden. De besmette bedrijven blijven geblokkeerd tot drie weken na de definitieve reiniging en ontsmetting van de bedrijven.
Vervolg
Zoals al eerder gezegd in mijn brieven van 13 mei 2011 (TK 29 698, nr. 72) en 24 juni jongstleden heb ik een onderzoek aangekondigd naar de aard van het verband tussen vrije uitloop en het risico
op een AI-besmetting. De uitbraken betreffen nu een bedrijf met vrije uitloop maar ook een bedrijf dat de dieren binnen houdt.
Het pluimveebedrijfsleven vraagt om maatregelen zoals een landelijke ophokplicht. Op dit moment is het nog niet opportuun
om gedurende het onderzoek een zeer ingrijpende maatregel als een verplichting tot ophokken in te stellen.
Van meer waarde is dat de pluimveehouders snel mogelijke verschijnselen van vogelgriep melden aan hun dierenarts of aan de
nVWA, zodat er snel ingegrepen kan worden. Dat is ook gebeurd bij deze recente drie uitbraken, er is snel door de pluimveehouders
gereageerd en daardoor zijn deze uitbraken gelukkig beperkt gebleven.
Preventieve vaccinatie
Op dit moment beschikt Nederland niet over de benodigde Europese toestemming voor het preventief vaccineren van pluimvee tegen
vogelgriep. Wanneer er draagvlak is bij de pluimveesector of de hobbyhouders voor vaccinatie en er tevens adequate vaccins
beschikbaar zijn tegen het nu circulerende type, kan toestemming voor preventieve vaccinatie bij de EU aangevraagd worden.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker