28 802
Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met een verbod op het ter beschikking stellen van vergunningbewijzen aan derden

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 14 maart 2003

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel van de regering tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 (WP2000). Sinds de totstandkoming van deze wet is naar de mening van deze leden de belangrijkste doelstelling, namelijk meer kwaliteit tegen lagere prijzen, verre van gehaald. De leden van de CDA-fractie hebben aangedrongen op een spoedige, algehele evaluatie van de taxiwetgeving. Kan de regering aangeven wanneer de gewenste evaluatie in de Tweede Kamer kan worden behandeld?

Naar de mening van de leden van de CDA-fractie zou het voorliggende wetsontwerp een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van de kwaliteit van het vervoer per taxi, zij het als eerste stap en onder voorwaarde dat de handhaving nauwgezet ter hand wordt genomen. De leden van de CDA-fractie huldigen het standpunt dat slechts nieuwe regels moeten worden gesteld die handhaafbaar zijn en ook gehandhaafd zullen worden.

Kan de regering aangeven welke nadere stappen zullen worden genomen die ertoe leiden dat daadwerkelijk zal worden gehandhaafd? Uit het gestelde onder punt 7 van de Memorie van Toelichting leiden de leden van de CDA-fractie namelijk af dat de handhaving niet wordt geïntensiveerd. Echter, in de reactie van de regering in het Nader Rapport wordt de indruk gewekt dat wél intensivering van de handhaving zal plaatshebben.

Mede in het kader van het voorgaande vragen de leden van de CDA-fractie ten slotte aan de regering nader in te gaan op de opmerking van de Raad van State waarin twijfels worden uitgesproken over de toereikendheid van het voorliggende wetsontwerp voor de bestrijding van de geschetste problematiek, zolang een vergunninghouder nog over een groot aantal vergunningbewijzen kan beschikken (bewijs per voertuig).

De fractieleden van de Partij van de Arbeid hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging van de Wet personenvervoer 2000. Deze leden menen dat de taxi een groot aandeel in het vervoer kan hebben. Meer consumenten zullen kiezen voor de taxi, mits de kwaliteit goed en de prijs redelijk is. Een verbod op het illegaal doorgeven van vergunningen kan in dit verband de kwaliteit/prijsverhouding verbeteren. Daarin is deze wetswijziging helder. Bewijstechnische belemmeringen bij de strafrechtelijke vervolging door het Openbaar Ministerie worden weggenomen.

Deze wetswijziging zien de leden van de PvdA-fractie als een stap voorwaarts in het handhaven en controleren van taxichauffeurs en -ondernemingen. In het verleden is de wet op verschillende fronten genegeerd. Er was sprake van illegale handel in vergunningen. De leden van de PvdA-fractie willen hierbij opmerken dat het intrekken of het schorsen van een taxivergunning op dit moment al mogelijk is. Waarom wordt daar geen melding van gemaakt in de Memorie van Toelichting? Volgens deze leden moet de chauffeurspas met vergunningsbewijs van buiten zichtbaar in de auto worden aangebracht, maar dit is in de praktijk slechts een identificatiemiddel bij controles door de Rijksverkeersinspectie. Alleen bij zeer zware misdragingen wordt de pas ingetrokken. De leden van de PvdA-fractie menen dat het voorgestelde verbod zou kunnen worden versterkt als een strafpuntenstelsel zou worden gekoppeld aan de chauffeurspas en eventueel het vergunningsbewijs, met inname bij een teveel aan strafpunten. Waarom is deze koppeling niet gemaakt? Komen er nog voorstellen voor een sluitend, maar ook duidelijk systeem?

Controle en handhaving zullen moeten worden geïntensiveerd. De leden van de PvdA-fractie vragen zich af wanneer hierover wordt gerapporteerd. Om de vijf jaar vindt een toets plaats over het vergunningsbewijs. Is dat niet een geschikt moment om te evalueren? Ten behoeve van een betere controle en handhaving moet toch ook de boordcomputer verplicht worden ingevoerd? Waarom staat daar niets over te lezen in het wetsvoorstel of de Memorie van Toelichting?

Concluderend is de wetswijziging voor de leden van de PvdA-fractie een stap in de goede richting van betere controle en meer kwaliteit in de taxibranche. Een samenhangende kwaliteitscontrole moet voorop staan. Allerlei verschillende bewijsmiddelen – chauffeurspas, bedrijfsvergunning (vakbekwaamheid), vergunningsbewijs, en het blauwe nummerbord – kunnen ook averechts werken. Deze leden hopen dat de grote hoeveelheid aan «papieren» controle tot een duidelijk en consequent systeem in de toekomst zal leiden. Daarvoor is een evaluatiemoment onmisbaar.

Met belangstelling hebben de leden van de VVD-fractie kennis genomen van de voorgenomen wijziging van de Wet personenvervoer 2000. Deze leden zijn van mening dat het van belang is dat het illegaal verrichten van taxivervoer teruggedrongen wordt. Het is van belang dat zowel verpachters van een vergunning als de bedrijven die illegaal personenvervoer verrichten aangepakt kunnen worden. De leden van de VVD-fractie hebben geen vragen over de voorgenomen wetswijziging.

De leden van de SP-fractie zijn tevreden over de onderliggende wetswijziging. Het tegengaan van illegale praktijken bij met name het taxivervoer kan op steun van de SP-leden rekenen. De leden van de SP-fractie hopen dat deze wijziging tevens een beginpunt zal zijn voor verdere maatregelen die de kwaliteit van de taxidiensten zullen bevorderen. Binnen de wens voor goede ketenmobiliteit kan de taxi een belangrijke rol gaan spelen als het taxivervoer kwalitatief verbetert en de taxibranche tevens van haar negatieve imago af kan komen. Deze wetswijziging is daartoe een noodzakelijke stap.

De voorzitter van de commissie,

De Pater-van der Meer

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), fng ondervoorzitter, Meijer (CDA), Buijs (CDA), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Eurlings (CDA), Oplaat (VVD), Geluk (VVD), Ten Hoopen (CDA), Dijsselbloem (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), fng voorzitter, Depla (PvdA), Van As (LPF), Van den Brand (GL), Duyvendak (GL), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), Bruls (CDA), Van der Ham (D66), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), De Krom (VVD), Van Miltenburg (VVD) en Hermans (LPF).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Tichelaar (PvdA), Schultz van Haegen (VVD), Hessels (CDA), Koopmans (CDA), Smeets (PvdA), De Ruiter (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van Lith (CDA), Terpstra (VVD), De Grave (VVD), Van Winsen (CDA), Van Dijken (PvdA), Haverkamp (CDA), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Vos (GL), Halsema (GL), Vergeer-Mudde (SP), Jager (CDA), Mastwijk (CDA), Giskes (D66), Van Dam (PvdA), Van Heemst (PvdA), Hoogervorst (VVD), Remkes (VVD) en Van den Brink (LPF).

Naar boven