nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
Inleiding
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de
Wet op de Raad van State).Bij regeling van 13 november 2002 heb ik de willekeurige
afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen buiten toepassing gesteld voor investeringen
met ingang van 15 november 2002 tot 1 januari 2003. Op grond van artikel 3.52,
tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 dient een voorstel van wet
tot goedkeuring van de desbetreffende regeling binnen drie maanden na de inwerkingtreding
van die regeling ter goedkeuring te worden gezonden aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe aan deze verplichting
te voldoen.
Delegatiebevoegdheid
Op grond van artikel 3.52, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001
kan de willekeurige afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen bij regeling van de
Minister van Financiën na overleg met de Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid in het algemeen of voor bepaalde aangewezen bedrijfsmiddelen
of bepaalde groepen van aangewezen bedrijfsmiddelen buiten toepassing worden
gesteld of per kalenderjaar worden beperkt.
Deze bepaling is ontleend aan artikel 10, vierde en vijfde lid, van de
Wet op de inkomstenbelasting 1964. Uit de parlementaire geschiedenis van genoemd
artikel 10 blijkt dat van de genoemde bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt
indien bij voorbeeld het met de regeling gemoeide budgettaire beslag uitgaat
boven, of dreigt uit te gaan boven hetgeen voor de regeling beschikbaar is.
Bij de vormgeving van de willekeurige afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen is
om redenen van eenvoud en uniformiteit van regelgeving, in belangrijke mate
aansluiting gezocht bij de reeds bestaande regelingen op het terrein van willekeurige
afschrijvingen (Tweede Kamer, vergaderjaar 1997/98, 25 688, nr. 3, p.
3).
De bewaking van het budget van de genoemde regeling vindt plaats aan de
hand van de meldingen van gedane investeringen door belastingplichtigen. Om
in aanmerking te komen voor de regeling is als voorwaarde gesteld dat binnen
drie maanden na het tijdstip van de investering een melding moet zijn ingediend
bij het bureau IRWA van de belastingdienst.
Uit de gegevens inzake de tot 13 november 2002 gemelde investeringen bleek
dat sprake was van een zeer groot beroep op de FARBO in 2002. Dit zou gepaard
gaan met een overschrijding van het budget van de FARBO voor 2002. In de brief
van 19 november 2002 (AFP02-790) aan de Tweede Kamer ben ik, mede namens de
staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nader ingegaan op de
budgettaire gevolgen van niet ingrijpen of buiten toepassing stellen van de
FARBO-regeling. In onderstaande tabel is een raming van het budgettaire beslag
opgenomen na het buiten toepassing stellen van de FARBO naar huidig inzicht.
Budgettaire raming (per 15 november 2002) bij buiten toepassing
stellen van de faciliteit willekeurige afschrijving op investeringen in arbo-bedrijfsmiddelen
(FARBO) in 2002 in miljoenen euro's
| Budget 2002 | Raming budgettair belang 2002 | Budgettaire overschrijding |
---|
| | | |
Willekeurige afschrijving arbo-bedrijfsmiddelen na buitentoepassingstelling | 11 | 15 | 4 |
Door buitentoepassingstelling wordt een (verdere) overschrijding van het
beschikbaar gestelde budget voorkomen. Indien de regeling niet buiten toepassing
was gesteld, zou de overschrijding naar verwachting circa € 3 miljoen
hoger zijn uitgekomen.
Gelet op het voorgaande was een buiten toepassing stelling voor het resterende
deel van 2002 van de FARBO in het licht van de budgettaire situatie noodzakelijk.
De daartoe strekkende ministeriële regeling is in de Staatscourant van
14 november 2002 gepubliceerd en is van toepassing op verplichtingen of voortbrengingskosten
die op of na vrijdag 15 november 2002 doch voor 1 januari 2003 zijn gemaakt.
De komende drie maanden zullen nog meldingen binnenkomen bij het bureau
IRWA van de belastingdienst van investeringen die hebben plaatsgevonden vóór
vrijdag 15 november 2002. Deze investeringen komen in principe gewoon in aanmerking
voor willekeurige afschrijving. Pas als alle meldingen over het jaar 2002
binnen zijn, kan worden bepaald in hoeverre het budget voor 2002 is overschreden.
Ook de uitkomsten van de controle van de meldingen door de Arbeidsinspectie
zijn hierbij van belang.
Zoals in de inleiding is aangegeven, dient op grond van artikel 3.52,
tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 een voorstel van wet tot goedkeuring
van de desbetreffende regeling binnen drie maanden na de inwerkingtreding
van die regeling ter goedkeuring te worden gezonden aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe aan deze verplichting
te voldoen.
Het onderhavige wetsvoorstel bevat geen nieuwe informatieverplichtingen
voor het bedrijfsleven en is ook overigens niet van invloed op de met informatieverplichtingen
gemoeide structurele administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
De Staatssecretaris van Financiën,
S. R. A. van Eijck