28 777
Wijziging van de Huursubsidiewet en enkele andere wetten (introductie van een nieuwe procedure voor huurders die een aanvraag om toekenning van huursubsidie indienen)

nr. 14
VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG

Vastgesteld 25 juni 2003

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 23 juni 2003 overleg gevoerd met minister Dekker over het wetsvoorstel Wijziging van de Huursubsidiewet en enkele andere wetten.

Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Buijs

De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Van der Leeden

Stenografisch verslag van een wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Maandag

19.00 uur

De voorzitter: Geluk

Aanwezig zijn 6 leden der Kamer, te weten:

Geluk, Kruijsen, Van Gent, Van Bochove, Van Velzen en Giskes,

alsmede mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Huursubsidiewet en enkele andere wetten (introductie van een nieuwe procedure voor huurders die een aanvraag om toekenning van huursubsidie indienen) (28777).

De voorzitter:

Ik heet u allen hartelijk welkom, in het bijzonder de minister van VROM, mevrouw Dekker. Ik zal tijdelijk voorzitten totdat mevrouw Schreijer komt, die het van mij zal overnemen.

De heerVan Bochove(CDA)

Voorzitter. Het afgelopen subsidiejaar is hectisch verlopen. Er ging veel goed; daarover is eigenlijk nooit iets gezegd. Hetgeen fout ging, heeft in de afgelopen jaren alle aandacht gekregen. Dat was in het belang van de mensen om wie het ging ook wel begrijpelijk. Zonder die problemen zou de wijziging van vanavond wellicht minder aandacht hebben gekregen. Dit wetsvoorstel beoogt het afsluiten van een proces van modernisering van de uitvoering van de huursubsidie. Het heeft een terugwerkende kracht tot 1 juli 2002 en de CDA-fractie betreurt het eigenlijk dat dit wetsvoorstel zo lang op zich heeft laten wachten. Daarnaast constateert zij dat de problemen die zich hebben voorgedaan bij de invoering van de derde fase – dat had een verklaring kunnen zijn – niet waarneembaar hebben geleid tot aanpassing of aanvulling van het wetsvoorstel. In de memorie van antwoord geeft de minister feitelijk aan dat dit niet onlogisch is. De oorzaak van de problemen is immers niet gelegen in de nieuwe uitvoeringsprocedure als zodanig, maar in diverse inschattingsfouten aangaande de consequenties van de nieuwe werkwijze voor de uitvoeringsorganisatie. Op zichzelf kunnen inschattingsfouten leiden tot aanpassing van wet- en regelgeving. Nu zulks niet het geval is, bewijst dat ook dat er in juni en juli 2002 sprake was van ernstige onderschatting van wat er op de organisatie af kwam.

Bij de schriftelijke inbreng heeft de CDA-fractie reeds aangegeven in te stemmen met de beoogde reeds functionerende nieuwe systematiek die voor huursubsidiegerechtigde corporaties en gemeenten tot minder werk zal leiden. Van belang is dan wel het optimaal functioneren van zowel de informatiesystemen als de uitwisseling van gegevens tussen de Rijksbelastingdienst, de GBA, de verhuurders en het departement. De minister geeft in de nota naar aanleiding van het verslag feitelijk aan dat de verbeteringsafspraken na de problemen van vorig jaar voldoende moeten zijn. De CDA-fractie zal dat in de voortgangsrapportage over de uitvoering blijven volgen, al kreeg ik dit weekeinde een kopie van een brief van een rechtswinkel in handen die medio deze maand naar de minister is gestuurd, waarin nog een scala van klachten wordt gemeld, bijvoorbeeld over het niet functioneren en het niet bereikbaar zijn. Die brief breng ik de minister nogmaals onder de aandacht en ik beveel haar van harte aan om daar in de nieuwe periode nog eens naar te kijken.

De minister geeft in de nota naar aanleiding van het verslag bij verschillende onderdelen aan niet in te willen gaan op suggesties tot aanpassing van de wet die vanuit de Kamer zijn gedaan. De verklaring daarvoor is een verregaande vereenvoudiging van de uitvoering en het minder belasten van andere organisaties, zoals de corporaties en de gemeenten. Opvallend is dat de minister vervolgens wel gemeenten en/of verhuurders lijsten wil verstrekken van huurders die een rappel hebben ontvangen. Dat zal toch met het oogmerk zijn om die partijen aan het werk te zetten. Op zichzelf vind ik dat een voorstelbare poging om kwetsbare groepen te beschermen, maar de vraag is hoe dit zich verhoudt tot de veelvuldig aangehaalde eigen verantwoordelijkheid van de huurder, de Wet bescherming persoonsgegevens en het terugdringen van de betrokkenheid van corporaties en gemeenten. Als de corporaties dan toch een rol krijgen – dat kan de CDA-fractie zich in dit geval goed voorstellen – dan heeft de CDA-fractie met verbazing kennisgenomen van de opvatting van de minister over het voorstel vanuit deze fractie voor de medewerking van de verhuurder bij de uitbetaling van de huursubsidie. De minister schrijft namelijk in de nota naar aanleiding van het verslag: "Het afdwingen van de medewerking van de verhuurder vereist een wettelijke basis. Het wettelijk opleggen van medewerking van de zijde van de verhuurder op dit punt is niet aan de orde. Het is immers niet noodzakelijk om de verhuurder te belasten met deze vorm van bescherming van de huursubsidiegerechtigden." Dat meten met twee maten spreekt de CDA-fractie nu juist niet aan. In beide gevallen is sprake van een vaak gewenste en noodzakelijke bescherming van een bepaalde groep huurders.

De voorzitter: Schreijer-Pierik

De heerVan Bochove(CDA)

De redenering van de minister klopt ook niet op een ander punt. Immers, de subsidie mag wel naar een speciale rekening van de huurder, zo schrijft zij, en ook naar de sociale dienst, desnoods naar een zaakwaarnemer, maar niet naar die partij die naast de huurder het meest betrokken is, namelijk de verhuurder. Gezien de ervaringen uit het verleden en de vele vragen die mijn fractie hebben bereikt op dit punt, maar vooral in het licht van de bescherming die sommige kwetsbare huurders behoeven, heb ik een amendement ingediend met als strekking het wettelijk regelen van de verplichte medewerking van de verhuurder bij een door de huurder gewenste rechtstreekse betaling van de subsidie aan de verhuurder.

Het argument van het mogelijk missen van de beoogde besparingen spreekt mij niet zo aan. Immers, het is wel mogelijk om de subsidie over te maken naar een andere eigen rekening, de sociale dienst en/of een zaakwaarnemer. Kost dit geen extra inspanning? Juist vandaag de dag is met behulp van de moderne informatietechnologie een snelle uitwisseling van gegevens mogelijk. Bovendien zijn de maatschappelijke kosten en de gevolgen van niet-beheerst betaalgedrag van de huurder, voor die huurder, maar ook voor de verhuurder vele malen groter en ernstiger.

De CDA-fractie heeft in haar schriftelijke inbreng gepleit voor een verplichting voor de gemeente dan wel de corporatie om te komen tot ten minste een klantcontactpunt per gemeente. De beantwoording van de minister en de toezegging om in 2004 op basis van een onderzoek te komen tot bestuurlijke afspraken over de kostenverdeling en zo mogelijk een verplichting tot inrichting van loketten voor klantcontactpunten, heeft de instemming van mijn fractie.

Ik kan vanavond ook niet heen om de huursubsidie voor studenten in onzelfstandige woonruimten. In het algemeen overleg met de staatssecretaris van OCW en de minister van VROM zijn daarover voor dit moment duidelijke afspraken gemaakt met de minister. Jammer dat het niet sneller kan, maar het is naar onze mening wel noodzakelijk om inzicht te krijgen in de feitelijke problemen en de mogelijke oplossing daarvan.

Ten slotte is de late behandeling voor nog een aspect een voordeel. Ik spreek dan over het in de wet verwerken van de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State over de huursubsidie-uitgavennormen. Deze snelle aanpassing heeft de instemming van mijn fractie.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

De heer Van Bochove zegt dat het jammer is dat het invoeren van de huursubsidie onzelfstandig niet sneller kan. Het kan natuurlijk best sneller en dat weet hij ook wel, want er ligt een amendement voor om het snel te regelen. Daarom vraag ik hem op welke informatie hij nu eigenlijk zit te wachten. Hij heeft vorige week in het overleg gezegd dat hij wil dat dit wordt ingevoerd, punt uit.

De heerVan Bochove(CDA)

Ik heb er zelfs bij gezegd dat ik, als de minister bij de begroting geen geld heeft, een uiterste inspanning zal leveren om dit geld te vinden. De reden waarom ik toch even zorgvuldig naar de minister luister, heb ik vorige week in het algemeen overleg ook al uiteengezet. De minister heeft de Kamer geschreven dat er technische uitvoeringsproblemen zijn. Zij verwacht dat dit tot moeilijkheden zal leiden. Ik heb de minister gevraagd om de Kamer dan precies te informeren over die problemen, omdat ik er geen behoefte aan heb om over twee of drie jaar van de Algemene Rekenkamer een rapport te krijgen waarin staat dat de Kamer was gewaarschuwd, maar dat zij niet wilde luisteren en gewoon doorholde.

Als wij een motie indienen, maar de minister voert die niet uit en zij schrijft de Kamer waarom zij dit niet doet, dan wil ik dit eerst goed gemotiveerd hebben voordat ik in dat traject een stap zal zetten. De minister heeft gezegd dat zij in september bij de indiening van de stukken van de begroting haar motivatie kan toelichten. Daar wacht ik nu even op.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

De motie-Van Bochove/Van Gent is al in november 2002 aangenomen. De heer Van Bochove zal het toch met mij eens zijn dat het ministerie en de betrokken bewindslieden toch een behoorlijke tijd de gelegenheid hebben gehad om met argumenten te komen. Op de vragen die hij nu weer stelt, krijgen wij waarschijnlijk weer dezelfde antwoorden. Is dit nu een vorm van doortastend bestuur volgens CDA-normen?

De heerVan Bochove(CDA)

Het antwoord van de minister lag er in maart jongstleden. De Kamer heeft drie maanden niets met dit antwoord gedaan.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Wel zeker! Nog in dezelfde week dat de brief van de minister kwam of in de week daarna in een algemeen overleg is dit aspect aan de orde geweest. Ik dacht dat mijnheer Van Bochove erbij was.

De heerVan Bochove(CDA)

Dat klopt. Wij hebben het toen aangestipt, maar er niks mee gedaan. Er is wel nagedacht welke vervolgstap er kon worden gezet. Uiteindelijk hebben wij een debat met de minister gevraagd. In dat debat, de vorige week, hebben wij vastgesteld dat de minister schrijft dat er een groot aantal problemen is: technische problemen, uitvoeringsproblemen en financiële problemen. Het een kan de Kamer misschien gemakkelijker oplossen dan het andere. Laat ons daarom zien wat die problemen zijn. Wij hebben de minister uitgenodigd om ze op papier te zetten. Dat is om meer dan een reden van belang. Als mevrouw Van Gent zo bang is dat het departement iedere keer nieuwe problemen bedenkt, hebben wij ze nu geïnventariseerd. Wij krijgen ze keurig op papier. Nieuwe onderwerpen kan het departement dan niet meer toevoegen. Dat maakt het voor ons gemakkelijker. Wij hebben de minister erbij gevraagd vooral ook te zorgen voor oplossingsrichtingen, zodat wij die kunnen beoordelen.

MevrouwGiskes(D66)

De heer Van Bochove heeft een amendement ingediend om huursubsidie aan de verhuurder te kunnen laten uitkeren. Vindt hij dan ook dat aan die verhuurder een vergoeding moet worden geboden?

De heerVan Bochove(CDA)

Neen! Er zijn verhuurders die vrijwillig hieraan meewerken, omdat zij ook vinden dat het maatschappelijk beter is om het zo te doen. Er zijn corporaties die het niet doen. Over het algemeen is het heel weinig werk. Het is gemakkelijk te doen. Het voorkomt grote maatschappelijke schade. Er zijn inverdieneffecten voor de corporatie.

MevrouwKruijsen(PvdA)

Mevrouw de voorzitter. Ik zal het vanavond kort houden want in gelul kan men niet wonen, een bekende uitspraak van Jan Schaefer. Hij pleitte ook toen al voor voldoende betaalbare huizen. Dat kan VROM mede realiseren door de verstrekking van huursubsidie. Daartoe wilde ik het ook beperken.

Het wetsvoorstel zorgt voor de afronding van de modernisering van de verstrekking van huursubsidie. Wij hebben het daar al regelmatig over gehad. De kinderziektes zijn volgens de minister nu opgelost. De wet moet dan ook wat ons betreft zo snel mogelijk worden ingevoerd.

Toch zijn er nog twee schoonheidsfoutjes. Daarmee reageer ik op twee van de ingebrachte amendementen. Iedere burger moet wat ons betreft in principe zelf over zijn of haar geld kunnen beslissen, dus ook over het rekeningnummer waarop de huursubsidie ontvangen wordt. Mocht, om welke reden dan ook, de huursubsidiegerechtigde de huursubsidie direct op de rekening van de verhuurder laten storten, dan moet dat dus ook mogelijk zijn. De fractie van de PvdA wil graag een aanpassing waarbij de verhuurder verplicht wordt zijn medewerking te verlenen als de huurder zijn of haar huursubsidie niet op de eigen rekening maar op de rekening van de verhuurder wil ontvangen. Wij steunen graag het amendement van de heer Bochove op stuk nr. 8.

Het tweede schoonheidsfoutje heeft betrekking op het blijven liggen van een unaniem door de Kamer aangenomen motie. Wij hebben het er net al even over gehad. De fractie van de Partij van de Arbeid ziet graag dat deze motie zo snel mogelijk wordt uitgevoerd. Wij steunen graag het amendement van mevrouw Van Gent op stuk nr. 9. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt dat ook huursubsidie wordt verstrekt voor onzelfstandige woonruimte, verhuurd door – een van de problemen was dat dit niet helder was – een rechtspersoon zonder winstoogmerk die mede op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam is.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Mevrouw de voorzitter. Laat ik positief beginnen vanavond. De fractie van Groenlinks is over het algemeen tevreden over de voorgestelde wijzigingen in de Huursubsidiewet, hoewel wij opwel een probleem hebben met de informatiepunten met alle gemeenten. Die zijn op dit moment niet verplicht. Waarom is daarvoor gekozen? Heeft dat te maken met het recht op een onkostenvergoeding? Zat die er op dit moment niet in? Wij vinden het toch wel belangrijk dat in alle gemeenten op korte termijn zo'n informatiepunt aanwezig is.

Het effect van de wijzigingen staat of valt natuurlijk met de uitvoering van de huursubsidie door het ministerie van VROM. De Kamer heeft daarover de vorige week gesproken. In de zomer van het vorig jaar zijn wij een paar keer teruggeweest, toen al die ellende met de uitvoering van de huursubsidieregels aan de orde was. De vorige week is gezegd dat dit nooit meer zou gebeuren. VROM had nu alles onder controle. Zojuist hoorde ik echter – wij krijgen dat soort signalen ook wel – dat er hier en daar toch nog wat fricties zijn. Daarom grijp ik ook deze gelegenheid aan om te vragen of de minister kan garanderen dat zich structurele problemen niet meer voordoen? Kan hij garanderen dat degenen die recht hebben op huursubsidie die huursubsidie op tijd krijgen?

Het werden zojuist schoonheidsfoutjes genoemd, en ook onze fractie vindt het jammer dat deze wetswijziging niet gebruikt is om een aantal dingen te regelen. Een daarvan is de woningnood onder studenten, waarover wij verleden week ook hebben gesproken. Ik vind het nog steeds onbegrijpelijk dat als de Kamer in december unaniem een motie aanneemt om studenten, mensen die op kamers wonen, recht op huursubsidie te geven, dit nu niet in de wet wordt verankerd. Ik stel deze minister, maar ook haar voorgangers verantwoordelijk voor de snel toenemende woningnood onder jongeren en studenten. De oplossing ligt nog steeds voor het grijpen, maar ze wordt steeds weer uitgesteld. Er worden allemaal praktische problemen en bezwaren opgeroepen, maar vóór 1997 was het gewoon mogelijk om voor de aangewezen complexen – deze term heb ik ook weer in mijn amendement gebruikt – huursubsidie te verkrijgen, conform het in de motie gevraagde. Het was gewoon geregeld en er waren ook geen uitvoeringsproblemen. Er worden nu allerlei bezwaren opgeroepen, die de Kamer ook wel kent, maar die de meerderheid van de Kamer niet overtuigd hebben. Blijkbaar ligt het wat ingewikkeld in de coalitie, ik weet het niet precies. Maar ik vind het geen blijk van doortastend bestuur om er nu nog langer mee te treuzelen. Er zijn goede plannen van studentenhuisvesters. Er wordt ook aangegeven dat het doorgaan met bouwen van zelfstandige woonruimte duurder is dan het beschikbaar stellen van huursubsidie voor onzelfstandige woonruimte, dus ik begrijp echt niet waarom er zo getreuzeld wordt. Er wordt altijd gezegd dat de politiek eens moet doorpakken; dat hebben wij verleden jaar met de motie gedaan en dat kunnen wij nu doen door mijn amendement aan te nemen. Toch blijft, zo vrees ik, de meerderheid treuzelen. Ik betreur dit enorm. De Kamer moet haar verantwoordelijkheid nemen en de motie-Van Bochove/Van Gent kan zo snel mogelijk uitgevoerd worden, nog vóór 1 juli, via het amendement-Van Gent. Ik begrijp ook niet waarom het zo ingewikkeld zou zijn, want de minister zegt dat alles nu op orde is bij VROM en dat het met de Huursubsidiewet van een leien dakje gaat. Er zijn geen uitvoeringsproblemen meer en vóór 1997 kon het gewoon ook al. Ik vind dat de minister organisatorische pseudo-problemen op tafel legt om de uitvoering van de motie te frustreren. Ik hoop dan ook dat mijn collega's hun rug recht zullen houden en mijn amendement zullen steunen, want met treuzelen is de politiek nooit iets opgeschoten.

Ik heb vandaag ook een amendement ingediend over een vrijstellingsregeling voor hospita's, want naast de herintroductie van huursubsidie voor kamers zou ik een stimuleringsregeling voor huurders om een student in huis te nemen getroffen willen zien. Voor wie nu huursubsidie voor een zelfstandige woning ontvangt, is het niet erg lonend om een kamer aan een student te verhuren, want de opbrengst van de onderhuur wordt voor het overgrote deel op de huursubsidie gekort. Door inkomsten uit particuliere kamerverhuur vrij te laten komt er bij wijze van spreken gratis en voor niets een enorme aantal kamers bij. Bij een gelijkblijvend huursubsidiebudget komen er vele honderden of zelfs duizenden kamers bij. Wie kan daar nu tegen zijn? Met mijn amendement wil ik bewerkstelligen dat voor huurders hetzelfde bedrag vrijgesteld wordt dat voor mensen met een eigen woning geldt, maar dan gaat het om de belastingen. Er komt dus tegelijkertijd een gelijkschakeling van huurders en kopers tot stand.

Dan nog een opmerking over de grenzen voor jongeren in de Huursubsidiewet. In het wetsvoorstel wordt er een algemene afbouwregeling voorgesteld voor huurders die over de maximale huursubsidiegrens heen gaan. Ook voor jongeren zal nu een afbouw met eenderde en tweederde van het huursubsidiebedrag gaan gelden. Vindt de minister het nog van deze tijd om jongeren tot 23 jaar te verplichten, in de allergoedkoopste woningen te wonen? En vindt zij niet dat iemand die al op z'n achttiende als volwassene moet worden behandeld, in aanmerking zou moeten komen voor een volwassen huursubsidiebijdrage? Is de minister bekend met de problemen van jongeren en starters om een betaalbare huurwoning te vinden? En kan zij aangeven hoeveel jongeren tot 23 jaar gebruik maken van huursubsidie en wat de eventuele opheffing van de jongerengrens zou kosten?

Tot slot kan ik melden dat wij van harte instemmen met het amendement-Van Bochove, maar men zal begrijpen dat ik ook op warme steun voor mijn eigen amendementen hoop.

MevrouwVan Velzen(SP)

Voorzitter. Wat de SP-fractie betreft had deze wetswijziging als centraal thema de zorgplicht van de overheid voor, in dit geval, huursubsidieaanvragers. Dit had zo moeten zijn, maar wij moeten helaas constateren dat dit nog steeds niet het geval is. Het afgelopen jaar is een woest jaar geweest op het punt van de huursubsidie. Wij moeten koste wat kost voorkomen dat een dergelijke chaos in de toekomst weer optreedt. Ook daar had deze wetswijziging toe moeten dienen. Het mag duidelijk zijn dat de SP-fractie nog niet tevreden is. Ik zal een aantal concrete punten opnoemen die wat ons betreft in alle redelijkheid opgenomen zouden moeten worden in het wetsvoorstel om dat te kunnen verbeteren.

De SP-fractie heeft in de schriftelijke voorbereiding op de deze wetswijziging voorgesteld om in huursubsidieberichten de integrale berekening op te nemen van de subsidie, zodat degene die de subsidie ontvangt, een en ander snel kan controleren. Dat is vooral belangrijk op het moment dat een daling van de huursubsidie is ingetreden. De huursubsidieontvanger moet dan kunnen zien waar dit aan ligt en er niet omheen kunnen dat die daling is ingetreden; dit moet derhalve opvallend afgedrukt worden.

De voorganger van deze minister heeft in reactie op de schriftelijke inbreng laten weten dat bij een daling geen berekening zal worden opgenomen, omdat een daling altijd wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren wat lastig in een overzicht is weer te geven. Daar kan ik niet in komen. Er zitten toch allerlei slimme koppen op het ministerie die best een modelletje kunnen bedenken waarmee je de subsidieontvanger duidelijk kunt maken wat de veranderde omstandigheden zijn waardoor de huursubsidie gedaald is? En als er geen slimme koppen zijn, dan is er vast wel een slim computerprogramma om dat uit te werken. Ik zie niet in waarom dit geen doorgang kan vinden. Graag verkrijg ik hierop een reactie van de minister.

In die overzichten dient een uitleg te komen over de berekening zelf en over de controle, op basis van normhuuroverzichten. Wat nu gebeurt – brochures, berekeningsmodellen en allerlei dingen die op internet worden gezet – is simpelweg niet toegankelijk genoeg en is wat ons betreft niet goed genoeg. Er zal sprake moeten zijn van een laagdrempelige informatievoorziening, zodat een ieder die subsidie ontvangt, makkelijk kan begrijpen en inzien wat zijn situatie is, wat er gewijzigd is en waar het aan ligt. Daar is ook vanuit de Kamer naar gevraagd door het unaniem aannemen van de motie van mijn fractiegenoot de heer De Ruiter (28464, nr. 19). De andere fracties hebben daar vóórgestemd, zodat ik aanneem dat al mijn collega's hier aan tafel ook die laagdrempelige informatievoorziening recht in het hart hebben zitten en mijn oproep aan de minister ondersteunen om het duidelijk te maken en ook de integrale berekeningen te geven aan de mensen die deze subsidie aanvragen.

Een ander punt betreft de contactpersonen. In het schriftelijk verslag wijst de minister het idee af om contactpersonen aan te stellen, omdat daarmee de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieaanvrager in het geding zou komen. Desalniettemin dringen wij erop aan om wel degelijk de functie van contactpersoon in te stellen, niet omdat wij daarmee de subsidieaanvrager willen ontheffen van eigen verantwoordelijkheid maar juist omdat wij vinden dat de overheid een zorgplicht heeft. Juist de mensen die moeite ondervinden in de omgang met al die officiële correspondentie – de minister weet waar ik het over heb – hebben behoefte aan een stukje begeleiding en dat kan simpelweg door een contactpersoon in te stellen die facultatief benaderd wordt, zonder verder enige verplichting. Wij hebben het dan over de kwetsbare groepen in de samenleving die een stukje bescherming verdienen vanuit de overheid. Ik doel op groepen als ex-psychiatrische patiënten en mensen die onoverkomelijk en hopeloos in de schulden zitten en hulp krijgen bij schuldsanering. Voor iedereen die het nieuws volgt, mag duidelijk zijn dat juist die groepen de laatste tijd aan het groeien zijn. Uiteindelijk is het de landelijke overheid geweest die, via de centralisatie van het uitbetalen van de huursubsidie, direct betrokken derden, zoals woningcorporaties, buiten spel heeft gezet. Sommige mensen kunnen helemaal niets met de papierwinkel van ministeries en andere officiële instanties. De minister heeft ons meegedeeld dat 11.000 aanvragers niet reageren op aanmaningen en herhaalde oproepen om informatie te geven c.q. te controleren. Heeft de minister enig inzicht in welke categorie deze 11.000 mensen te plaatsen zijn? Is daarin een lijn aan te geven? Heeft het leeuwendeel van deze mensen geen behoefte aan begeleiding door een contactpersoon?

Op het moment dat er een verlaging van de huursubsidie plaatsvindt, is voor de groep mensen die niet reageert op de officiële post een contactpersoon zeer belangrijk. Er dient immers gereageerd te worden binnen een bepaalde termijn. Uit onze informatie blijkt dat deze groep mensen papierwerk voor zich uitschuift en daardoor de kans misloopt om ontbrekende gegevens aan te leveren en met terugwerkende kracht de huursubsidie weer op het oude niveau te krijgen.

Het ministerie spreekt en schrijft vaak over de eigen verantwoordelijkheid. Als het echter gaat om het uitbetalen van huursubsidie aan de verhuurder, blijkt de eigen verantwoordelijkheid van de huurder ineens niet meer zo belangrijk. Dat getuigt toch van discrepantie! Wij kunnen ons overigens wel vinden in het voorstel om rechtstreeks uit te betalen aan de verhuurder, hoewel wij meer waarde hechten aan de oude gang van zaken. Toen schoten de woningcorporaties nog huursubsidies voor aan mensen die moeite hadden met het aanvragen daarvan en kregen dat op een later tijdstip weer terug. Dat werkte een stuk flexibeler.

De minister zegt in de nota naar aanleiding van het verslag van 1 mei 2003 dat het ministerie van VROM in principe moet uitgaan van de juistheid van de aangeleverde brongegevens van de primaire bronnen GBA en belastingdienst. Dat principe kunnen wij volgen, maar als er fouten geconstateerd worden door de aanvrager, zou er een eenvoudiger procedure moeten komen om die fouten bij het ministerie te kunnen herstellen. Wij denken daarbij aan een handig multiple-choice-formulier, waarop de aanvrager per categorie kan aangeven waar de brongegevens niet kloppen. Die fouten zouden dan in een termijn van vier weken gecorrigeerd kunnen worden, zodat er geen vervolgfouten in de procedure komen waardoor de chaos alleen maar toeneemt. Kan de minister hierop een reactie geven?

Wij steunen de voorstellen van mevrouw Van Gent met betrekking tot huursubsidie voor studenten die een zelfstandige woonruimte huren. Wij zijn er een voorstander van dat wijzigingen in de hoogte van de uitgekeerde individuele huursubsidies duidelijk worden doorgegeven in de formulieren. De subsidieontvanger moet deze goed kunnen controleren. Daartoe dienen bij iedere wijziging de berekeningen integraal te worden meegenomen. Verder willen wij dat mensen die niet goed met de papierwinkel kunnen omgaan, worden bijgestaan door een contactpersoon. Tenslotte moet een huurder op een eenvoudige manier melding kunnen maken van foutieve gegevens van primaire bronnen zoals de belastingdienst en de GBA, om te voorkomen dat subsidieaanvragers en subsidieontvangers de dupe worden van fouten van derden.

MevrouwGiskes(D66)

Mevrouw de voorzitter. Ook D66 is ervan overtuigd dat het voorliggende wetsvoorstel een duidelijke verbetering is en een oplossing zal geven voor de problemen die het afgelopen jaar gespeeld hebben. Zulke toestanden wil niemand nogmaals meemaken.

Alles overziend, menen wij dat er een aanzienlijke bijdrage geleverd wordt aan het stroomlijnen van de uitvoering van de IHS.

Wij hebben echter nog enkele vragen en die hebben vooral betrekking op de diverse amendementen. Het amendement van de CDA-fractie over de uitkering aan verhuurders vinden wij een heel sympathiek amendement. Ik kan mij niet voorstellen dat daar veel bezwaren tegen kunnen zijn, zeker niet als er geen vergoeding hoeft te worden gegeven. Een vergoeding zou namelijk kostenverhogend werken. Ik ben verder gevoelig voor de inverdienverhalen van de heer Van Bochove. Inverdieneffecten mogen wij echter nooit meerekenen.

De heerVan Bochove(CDA)

Maar ze zijn er wel.

MevrouwGiskes(D66)

Het amendement van mevrouw Van Gent over de kamerverhuur lijkt ons een sympathiek amendement, zeker omdat mevrouw Van Gent meent dat onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die huursubsidie ontvangen en een kamer verhuren en mensen die van hun eigen woning een kamer verhuren. Ik kan mij echter niet een goed beeld van de implicaties van het amendement vormen. Kan het niet betekenen dat er een dubbele stimulans is? Op zichzelf ben ik het met mevrouw Van Gent eens dat het niet uit moet maken of mensen van een eigen woning of van een huurwoning een kamer verhuren, ook niet als voor de huurwoning huursubsidie wordt ontvangen. Dat vind ik dit dus een goede gedachte van mevrouw Van Gent. Wij moeten echter niet een driedubbele stimulans geven. Ik hoor daarom graag wat de minister van dit amendement vindt. Aan de hand van haar antwoord bepalen wij ons definitieve standpunt.

Het meest in het oog springende punt is dat van de studentenhuisvesting of de onzelfstandige woonruimte. Door de vorige minister zijn al de nodige bezwaren aangevoerd tegen de motie die destijds ook door de fractie van D66 is gesteund. Ook wij vinden het uitermate belangrijk dat er een eind komt aan de problematiek. Nog steeds kunnen veel studenten geen onderdak vinden. In de bijlage bij de begroting is aan de hand van een aantal argumenten een reactie op de motie gegeven. Wij vragen ons echter af of de bezwaren zo groot zijn dat het gevraagde niet zou kunnen. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat het zeer ingewikkeld is om complexen aan te wijzen. Ik kan mij voorstellen dat dat enige inspanning kost, maar tegelijkertijd geldt dat voor 1997 de nodige complexen in dit verband zijn gedefinieerd. Waarom zou het aanwijzen van complexen nu dan zo moeilijk zijn dat dat een barrière moet vormen voor deze actie?

Vervolgens wordt het bezwaar van de ingangsdatum genoemd. Op dat punt kan ik de regering volgen. Als je namelijk voor 1 juli 2003 het nodige moet regelen, is dat schier onmogelijk, gelet op alle uitvoeringsmaatregelen die zouden moeten worden genomen. Gelet op het voortschrijden van de tijd vind ik dus dat de minister nu wel een punt heeft. Dit bezwaar gold natuurlijk niet toen de motie werd aangenomen. Dat moment ligt echter achter ons en in de tussenliggende periode is er nogal wat gebeurd.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

De desbetreffende motie is ook door de fractie van D66 gesteund. Ik wijs erop dat de motie in november van het vorige jaar werd aangenomen. Dus men heeft wel even de tijd gehad om ze uit te voeren. Nu zijn opnieuw wijzigingsvoorstellen aan de orde. Men had evenwel met betrekking tot de motie meer doortastend kunnen zijn. Welke uitvoeringsdatum wil mevrouw Giskes voorstellen? Ik begrijp namelijk dat zij het nog steeds belangrijk vindt dat die motie c.q. mijn amendement wordt uitgevoerd.

MevrouwGiskes(D66)

Het is goed dat u dit vraagt. Ik wil graag van de minister horen wat zij vindt van het wijzigen van de wet op de voorgestelde wijze zonder daarbij een ingangsdatum vast te stellen. Met andere woorden, een regeling als deze of een aangepaste regeling, waarvoor de minister nog alle ruimte zou kunnen krijgen bij de uitwerking, wordt ingevoerd, maar bij algemene maatregel wordt bepaald op welk moment dat deel van de Huursubsidiewet kan ingaan. Wil de minister op dit idee reageren? Graag wil ik weten welke mogelijkheden er in dit opzicht zijn.

Voorzitter. Het derde bezwaar van de minister betrof destijds de financiële consequenties. De angst voor de financiële consequenties betekent iets voor het succes van het realiseren van studentenhuisvesting. Als je namelijk echt bang bent voor de kosten, denk je dat er een enorme impuls uitgaat van het creëren van woonruimte voor studenten. Daar zou je op zichzelf niet echt tegen kunnen zijn. We leven echter niet in een tijd waarin de bomen tot in de hemel groeien. D66 is er dan ook niet direct voor om willens en wetens nieuwe uitgaven te creëren in een tijd waarin je eigenlijk zou moeten bezuinigen. Ik vraag de minister wel ons nog eens goed uit te leggen wat in het algemeen de grote bezwaren zijn van het verwoorden van de gedachte als deze in de Huursubsidiewet en of er nog andere argumenten daartegen zijn dan die welke ons reeds schriftelijk zijn meegedeeld.

Ik heb natuurlijk zelf ook wel zitten doordenken. Als dit nu zo ingewikkeld is, hoe zou je het dan ook kunnen regelen? Je kunt enigszins afwijken van het principe dat huursubsidie een subjectsubsidie is. Wij hebben het over specifieke woonvormen, speciaal gericht op jongeren en studenten. Wij weten dat zij over het algemeen lage inkomens hebben. Het is eigenlijk altijd bingo als je verhuurt; zo iemand is bijna altijd huursubsidiegerechtigd. Kortom, zouden wij in dit geval niet kunnen kiezen voor een koppeling aan het type woning? Het moet dan gaan om een typische studentenwoning, erkend met een stempel erop. In dit geval zou je er een meer objectmatige subsidie van moeten maken, binnen het stramien van een terecht subjectgerichte subsidiesystematiek. Ik hoor graag hoe de minister hierover denkt.

Ons doel is helder. Wij hebben de motie niet voor niets gesteund. Wij willen dat er een stimulans komt, een toename van het aantal woningen c.q. onderkomens voor studenten, linksom of rechtsom. Wij willen dat de minister zich geprest voelt om daar iets aan te doen. De manier waarop is vers twee. Dat kan mij niet zoveel schelen, als het maar op korte termijn betaalbaar voor elkaar komt.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Wat bedoelt u precies met "korte termijn"? Ik discussieer al vijf jaar met verschillende bewindspersonen over dit onderwerp. Elk jaar komt het weer terug, vóór en na de zomer. Ik kan u nu al verzekeren dat het in augustus weer losbreekt. Dan zullen wij weer moeten constateren dat er te weinig studentenhuisvesting is. Wij kunnen er wel over blijven doorzeuren, maar wij moeten echt overgaan tot daden.

MevrouwGiskes(D66)

De wil tot daadkracht siert u. Wij moeten zó tijdig tot een regeling komen, dat wij ingaande het volgende huursubsidietijdvak, per 1 juli 2004, iets hebben geregeld dat bijdraagt aan het stimuleren van huisvesting van studenten.

De SP pleit voor laagdrempelige informatievoorziening. Wij zijn daar ook zeer gevoelig voor, maar uit de stukken heb ik begrepen dat er op verschillende manieren voor wordt gezorgd dat informatieverstrekking plaatsvindt. Naar mijn indruk is dat echt afdoende.

De heerGeluk(VVD)

Voorzitter. Vorig jaar om deze tijd rezen er geweldig veel problemen. De Kamer is zelfs nog van reces moeten terugkomen omdat de mensen hun geld niet kregen. Gemeld werd dat het ging om inschattingsfouten en uitvoeringsproblemen. Ik hoop van ganser harte dat het dit jaar veel beter loopt. Dat mogen wij, denk ik, wel verwachten.

Inhoudelijk is de VVD-fractie het eens met dit wetsvoorstel. Ik zal mij beperken tot de voorliggende amendementen. De VVD-fractie stemt in met het amendement van de heer Van Bochove, omdat het de keuzevrijheid van de huurder ten goede komt.

Mevrouw Van Gent heeft een amendement ingediend over de grens van de huurkorting. Mensen met individuele huursubsidie die een kamer verhuren, maken ook gebruik van een vrijstelling van inkomstenbelasting. Met toepassing van het amendement ontstaat ongelijkheid met verhuurders zonder individuele huursubsidie. De VVD-fractie kan om die reden niet voor dit amendement stemmen.

Mevrouw Van Gent heeft ook een amendement ingediend inzake huursubsidie voor onzelfstandige woonruimte. Wij hebben kennisgenomen van de argumentatie van de minister. Er zijn uitvoeringsproblemen, het roept bureaucratie op en er is een gebrek aan middelen. Het grootste probleem is het gebrek aan doorstroming. Deze minister heeft toegezegd dat zij alle effecten in beeld zal brengen. Ik denk ook even aan de demografische situatie. Wij kunnen nu wel het wetsvoorstel veranderen, maar daarvoor moeten wij zeker weten dat het ook voor de langere termijn een deugdelijke verandering is. Misschien hebben wij op lange termijn wel veel meer woningen nodig voor ouden van dagen. Wij wachten de brief van de minister met belangstelling af. Naar aanleiding daarvan zouden wij altijd nog de begroting kunnen aanpassen. De VVD-fractie zal de motie op dit moment dan ook niet steunen. De LPF-fractie heeft mij gevraagd mee te delen dat zij op dit punt hetzelfde standpunt inneemt als de VVD-fractie. Dat geeft politieke duidelijkheid.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Vorig jaar november heeft de VVD-fractie de motie over studenten- en jongerenhuisvesting gesteund. Op dat moment was het al helder dat het voor 1997 mogelijk was om voor aangewezen complexen huursubsidie te ontvangen bij onzelfstandige bewoning. Dat wist de VVD-fractie dus toen al, maar toch heeft zij enthousiast de vinger omhoog gestoken toen de motie in stemming werd gebracht. Wat is er tussen toen en nu gebeurd? Er zijn geen nieuwe argumenten gewisseld, maar nu vindt de VVD-fractie het allemaal zo lastig in de uitvoering. De heer Geluk kent toch wel het systeem van voor 1997? Dat mag ik althans hopen.

De heerGeluk(VVD)

Wij hebben goed geluisterd naar de argumenten van de minister. Het is alleszins redelijk om je daardoor te laten overtuigen. Bovendien krijgen wij op dit punt nog een brief van de minister. Daar wachten wij nog op.

MinisterDekker

Voorzitter. Ik dank u voor deze gelegenheid om de Kamer in te lichten over de stand van zaken bij de wijziging van de Huursubsidiewet. U weet wellicht dat "Eos", de term die verbonden is aan deze bijstelling, eigenlijk godin van de dageraad betekent. Toen ik dat hoorde, scheen dat een uitermate prettig licht op deze uitvoering. Dat geeft aan dat wij tot structurele oplossingen zijn gekomen, die ik nog zal schetsen.

Het voorstel van wijziging van de Huursubsidiewet betreft voor het grootste deel de implementatie van de derde en laatste fase van het Eos-programma. In feite zijn de wijzigingen feitelijk al ingegaan per 1 juli 2002. Het is uitermate jammer dat het wetsvoorstel pas nu in de Tweede Kamer voorligt. Het zal dus met terugwerkende kracht moeten ingaan. Oorzaken waren gelegen in de complexiteit van het wetsvoorstel, hetgeen geleid heeft tot vertraging in het voortraject bij het overleg met de verschillende partijen. Ook de Raad van State heeft langer nodig gehad voor zijn advies. Verder is vertraging opgetreden door de kabinetswisselingen en de overdracht.

Doelstelling van het Eos-programma zijn de modernisering en automatisering van de uitvoering van de huursubsidie en een klantvriendelijker optreden. Dat is met de uitvoeringsproblemen van vorig jaar helaas onvoldoende tot uiting gekomen; ik kom daar nog op terug. Voordat met Eos werd gestart, moesten de aanvragen over twee extra schijven worden ingediend: de verhuurder en de gemeente. Ook moesten huurders elk jaar opnieuw een aanvraag indienen en daarbij zelf alle gegevens aanleveren over inkomen en vermogen. Die werden pas achteraf gecontroleerd bij de belastingdienst. Na de invoering van Eos hoeven huursubsidieontvangers niet meer jaarlijks een aanvraag in te dienen, maar wordt de huursubsidie automatisch gecontinueerd. VROM verzamelt zelf alle benodigde inkomens-, vermogens-, bewonings- en huurgegevens. De huurder krijgt daarvan bericht en hoeft alleen te reageren als iets niet klopt of als VROM de gegevens niet compleet kan krijgen. Dat laatste komt door de verbetering in de gegevensuitwisseling steeds minder vaak voor. Vorig jaar ging het nog om 230.000 gevallen en nu om circa 95.000. De eerste aanvragen worden rechtstreeks ingediend bij het ministerie van VROM en vervolgens vraagt het ministerie de inkomensgegevens en de bewoningsgegevens op bij respectievelijk de belastingdienst en de administratie van de gemeenten. In sommige gevallen wordt aan de voorzitter van de huurcommissie ook een verklaring gevraagd over de redelijkheid van de huurprijs van de woning. In principe reageert VROM binnen een aantal weken op een eerste aanvraag. Dit heeft enorme voordelen. De efficiency is vergroot. Betrokkenen kunnen sneller over de huursubsidie beschikken, omdat de gegevens vooraf gecontroleerd zijn, vooral bij de primaire bronnen. Er vinden veel minder terugvorderingen plaats. Bovendien wordt er aanzienlijk bespaard op de uitvoeringskosten, namelijk een bedrag van 22 mln structureel. De verhoging van de klantvriendelijkheid was voor ons ongelooflijk belangrijk. Een automatische continuant behoeft geen aanvraag meer in te dienen. De procedure van de eerste aanvraag is daarmee sterk vereenvoudigd.

Er is gevraagd hoe het nu zit met de uitvoering. Mijn ambtsvoorganger heeft de Kamer daar ook al nader over geïnformeerd. Vorig jaar zijn de voordelen helaas aanzienlijk ondergesneeuwd door de problemen die wij toen hadden. Ik vind het zeer betreurenswaardig dat die problemen zich hebben voorgedaan. De oorzaak lag in een aantal foutieve inschattingen. Het aantal eerste aanvragen was veel groter dan verwacht. In juli waren dat er circa 140.000 in plaats van de verwachte 40.000. Het is goed om in dit verband te melden dat er in 2003 120.000 eerste aanvragen zijn. Als gevolg van dat grote aantal eerste aanvragen vorig jaar stagneerde de betaling. Als gevolg daarvan nam de stroom vragen aan VROM toe, waardoor er weer een slechte telefonische bereikbaarheid ontstond. Het was een soort cirkel. De minister is indertijd al op zijn verantwoordelijkheid daarvoor aangesproken door de Kamer. Acute problemen zijn toen opgelost door voorschotten te verstrekken en daarna zeer hard te werken aan de oplossing van de uitvoeringsproblemen. Rond de jaarwisseling was een en ander min of meer genormaliseerd.

Door de verbeterde gegevensuitwisseling hebben nu al veel meer huurders hun volledige huursubsidiebericht ontvangen. Thans zijn de eerste betalingen voor de maand juli al de deur uit, namelijk 920.000 van de 944.000 betalingen voor continuanten. Volgens onze tellingen zijn er trouwens 980.000 rechthebbenden. Er is een grote landelijke voorlichtingscampagne gaande om huurders zo goed mogelijk te informeren over wat er van hen verwacht wordt. Verder zijn de formulieren verbeterd. Voor de informatievoorziening is verder de oprichting van een groot aantal huursubsidie-informatiepunten van belang. Per juli zijn er, zoals afgesproken, meer dan 300 ingericht. De bedoeling is om deze informatiepunten landelijk te spreiden. Er is voor gekozen om dit niet te verplichten, maar om in overleg wel te komen tot die uitrol over het hele land. Ik kan de getallen op dit moment niet noemen, maar dat wil ik wel graag in tweede termijn doen. Ook is er veel informatie te verkrijgen op internet en is er informatie beschikbaar over de stand van de behandeling van de aanvraag. De telefonische bereikbaarheid is geweldig verbeterd, waardoor er sprake is van 100% dekking.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

De minister geeft aan dat er 300 informatiepunten zijn. Aangezien er alleen al in Amsterdam 20 van die informatiepunten zijn, vraag ik mij af hoe het zit met de landelijke dekking. Verder wil ik weten waarom er niet is gekozen voor een verplichte spreiding over land. Er zullen dus wellicht regio's of gemeenten zijn waar mensen niet terecht kunnen voor informatie, terwijl de minister in de nieuwe huursubsidiesystematiek wel een belangrijke rol toedicht aan die informatiepunten.

MinisterDekker

Nu is dat inderdaad het geval, want de uitrol heeft nog niet over alle gemeenten plaatsgevonden. Met de VNG is evenwel de afspraak gemaakt – deze is in convenanten met VROM vastgelegd – dat de gemeenten die zorgplicht hebben. Op het moment dat een gemeente maar één signaal geeft, wordt de zaak in werking gezet en komt er een informatiepunt. De gemeenten kunnen ook door VROM aangesproken op hun zorgplicht. Vooralsnog is er evenwel gekozen voor de vorm van convenanten.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Kunt u wat preciezer aangeven wanneer die landelijke dekking wel aanwezig is? Er is veel veranderd en er is veel behoefte aan informatie en de mensen willen die informatie dicht bij huis krijgen.

MinisterDekker

Ik begrijp dat er in ieder geval over twee jaar totale dekking is.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik vind twee jaar nogal lang, met name omdat er op dit moment behoorlijke veranderingen zijn in de huursubsidie. Juist in deze periode hebben mensen veel behoefte aan informatie en ondersteuning op dit punt. Dan vind ik het toch jammer dat het in sommige regio's nog twee jaar kan duren voordat die informatiepunten er zijn.

MinisterDekker

Ik kan mij voorstellen dat u dat jammer vindt, maar wij moeten ook rekening houden met een goede invoering van deze informatiepunten. Als je het doet, moet je het goed doen en daar is tijd voor nodig. Wij kunnen niet harder dan hard en het gaat op dit moment al zo ongelooflijk snel.

De heerVan Bochove(CDA)

Ik heb net gerefereerd aan het antwoord van de minister op onze schriftelijke inbreng dat wij in 2004 zullen evalueren en dat wij in 2004 zullen kijken of ze verplicht moeten worden. Ik wil dus ook geen twee jaar wachten.

MinisterDekker

Ik zal mij houden aan de afspraken die zijn gemaakt. Als wij in 2004 moeten evalueren, dan evalueren wij in 2004 en vervolgens krijgt u die informatie. Het gaat nu om de termijn van de totale dekking. Wij komen er in 2004 op terug en dan zal ik aangeven wat de feiten zijn.

Voorzitter. Dan zal ik een eerste reactie geven op het amendement van de heer Van Bochove over de verplichting tot geclusterd betalen. Ik zal een aantal overwegingen noemen. Ons uitgangspunt is dat de huursubsidie bij de huurder moet terechtkomen. Stel dat er een verplichtstelling zou komen, met toestemming van de huurder, dan zou er op enige manier een onkostenvergoeding betaald moeten worden voor de administratieve lasten. Dat kunnen wij niet, omdat wij gebonden zijn aan de financiële kaders. Over de vraag of de particuliere verhuurders daartoe verplicht kunnen worden, zal overleg nodig zijn. Wij willen natuurlijk ook niet dat de structurele besparing wordt tenietgedaan door weer een aantal elementen aan de systematiek toe te voegen. Het gaat wellicht om een beperkte groep, als wij de systematiek maar blijven volgen dat de subsidie overwegend terechtkomt bij de huurder. Wij vinden ook dat de huurder een besef moet hebben van de prijs van de woning. Uit de toon van mijn beantwoording kan de heer Van Bochove al opmaken dat ik het aan het oordeel van de Kamer wil overlaten. Als er absoluut geen financiële consequenties zijn, dan zal ik daar in tweede termijn graag nog even op terugkomen.

Ik zal nu ingaan op het amendement op stuk nr. 9. Ik heb het dan over huursubsidie voor onzelfstandige woonruimten. Ik herhaal dat ik de aanvaarding van dit amendement om verschillende redenen ontraad. Het subsidiëren van onzelfstandige wooneenheden zal grote uitvoeringsrisico's met zich meebrengen en kan het reguliere aanvraagproces in gevaar brengen.

Zoals u weet, hebben studenten een relatief hoge verhuisfrequentie en zonder geautomatiseerde signalering is dit uitvoeringstechnisch een groot probleem. Niet alle wooneenheden hebben een unieke code in de gemeentelijke basisadministratie en er kunnen zich meerdere eenheden bevinden achter een adres. Binnen de huursubsidieadministratie moet er een unieke GBA-code aanwezig zijn. Het ontbreken daarvan maakt de kans op al of niet opzettelijk oneigenlijk gebruik van subsidies groot. Juist vanwege de hoge verhuisfrequentie van betrokkenen is ontbreken van die unieke GBA-code natuurlijk een groot probleem.

Het voorstel vereist het aanwijzen van wooneenheden die voor de verruiming in aanmerking komen. Het actueel houden van zo'n overzicht en zo'n lijst van aangewezen wooneenheden is moeilijk uitvoerbaar, omdat men afhankelijk is van derden, bijvoorbeeld voor spontane melding door de betrokken verhuurders, voor eventuele aanpassing van de lijst bij verkoop van panden, bestemmingswijzigingen, enz.

Door de gebrekkige betrouwbaarheid van de registratie is de handhaafbaarheid zeer slecht en de overheid wordt nu juist aangesproken op een correcte handhaafbaarheid. Op de dag dat de lijst wordt opgesteld, is zij in feite al verouderd. Dit probleem kan alleen worden voorkomen door periodiek ter plekke onderzoek te doen zolang de populatie wijzigt en groeit. Dit is toch niet de handhaving die wij voorstaan in de 21ste eeuw.

Voor niet-toegelaten instellingen zoals particuliere verhuurders is er een haalplicht en een verklaring van bijvoorbeeld de voorzitter van de huurcommissie over de redelijkheid van de huurprijs.

Volgens het amendement vallen ook niet-winstbeogende particuliere verhuurders binnen de regeling. Dit betekent een groot extra beroep op de huurcommissies die nu al kampen met achterstand. Elke huur van iedere particuliere verhuurder zal apart getoetst moeten worden en ik ben absoluut niet voor het oplopen van achterstanden.

Kortom, de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van dit voorstel zijn uitermate moeilijk. Ik wijs op het rapport "Tussen beleid en uitvoering" van de Algemene Rekenkamer waaruit blijkt dat geen van de 29 onderzochte beleidsterreinen met zekerheid correct werden uitgevoerd. Ook dit sta ik niet voor. Minister De Graaf heeft gemeld dat kabinet en Kamer zich de kritiek moeten aantrekken en dit doe ik ook. Daarom ontraad ik aanvaarding van dit amendement. Ik zoek naar andere oplossingen voor dit probleem. Ik heb al aangekondigd dat ik bij de begroting met een actieplan zal komen.

Tijdens het algemeen overleg van 19 juni heb ik dit toegezegd, waarbij ik de verschillende mogelijkheden van stimulering van studentenhuisvesting aan de orde laat komen. Hierbij komt nog dat de bezuinigingen uit het hoofdlijnenakkoord nog moeten worden verwerkt. Extra uitgaven lijken daarom niet opportuun. Dit heb ik vorige week ook al gezegd. Het amendement voorziet in aanwijzing van die complexen en het is onduidelijk tot welke beperking van het aantal onzelfstandige eenheden dit leidt. Onze taxatie is dat dit er ongeveer 200.000 zouden kunnen zijn. Uitgaande van een ruime toepassing waarbij in principe alle onzelfstandige wooneenheden in aanmerking komen, leidt het amendement tot extra uitgaven huursubsidie van 26 mln euro in 2003 oplopend tot 70 mln euro in 2007 exclusief de uitvoeringskosten.

De dekking ontbreekt daartoe. Zoals u weet, is de begroting 2003 door de Kamer aanvaard en de begroting voor 2004 presenteren wij met Prinsjesdag.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Het is net alsof ik een soort mantra hoor: wat er ook gebeurt, wij willen het niet. Al deze argumenten zijn al tien keer weerlegd. Een meerderheid van de Kamer heeft ook vorige week gezegd dat er nieuwe argumenten nodig zijn om haar ervan te overtuigen dat de huursubsidie voor onzelfstandige woonruimten achterwege moet blijven. Daarom vraag ik of de minister überhaupt van plan is om voorstellen te doen voor huursubsidie voor deze aangewezen complexen? Wij kunnen nu wel op de notitie wachten die is aangekondigd voor september of oktober, maar als daar hetzelfde in staat als de minister nu zegt, komen wij geen stap verder. Ik begrijp ook niet waarom het voor 1997 heel goed mogelijk was om dit uit te voeren zonder uitvoeringsproblemen. Er zijn nog steeds complexen die toen zijn aangewezen en nog steeds in aanmerking komen voor huursubsidie. Daar spelen die problemen al helemaal niet. Wat houdt het actieplan van de minister dan in? Alle actieplannen die wij in de afgelopen jaren van VROM hebben gekregen hebben geen kamers opgeleverd. De woningnood is er nog steeds niet mee opgelost. Sterker nog, het wordt alleen maar erger. Waarom houdt de minister ons zo aan het lijntje? Waarom komt zij steeds met dezelfde verhalen, die door de Kamer niet gedeeld worden? D66 gaf zelfs aan ze niet overtuigend te vinden. Dan zitten wij elkaar hier toch bezig te houden? Dit is een oproep aan de minister, maar eigenlijk ook aan mijn collega's.

MevrouwVan Velzen(SP)

Steunt de minister het principe van het voorstel wel? Bij elk voorstel zijn er uiteraard uitvoerbaarheids- en haalbaarheidsproblemen, maar met een beetje creatieve geest zijn er wel oplossingen te bedenken. Zo stel ik bijvoorbeeld voor om de bewijslast om te keren als het zo moeilijk is om aan te tonen dat het om een zelfstandige wooneenheid gaat, waarvoor subsidie aangevraagd zou kunnen worden. Als het gaat om de hoge verhuisfrequentie van studenten, kan ook subsidie worden uitgekeerd na een jaar, als de woning aantoonbaar een jaar gehuurd is. Gaat het om de kosten die een dergelijke reeks van aanvragen om huursubsidie oplevert, dan is dit slag woningen natuurlijk goedkoper, juist omdat het om niet zelfstandige eenheden gaat.

Heeft de minister enig inzicht hoe het nu zit met niet zelfstandige eenheden waar het niet-studenten betreft? Naar mijn informatie is er ook een aanzienlijke hoeveelheid bewoners van niet zelfstandige woonruimten die niet studeert.

MevrouwGiskes(D66)

Bij dat laatste sluit ik mij aan. Het gaat niet alleen om studentenhuisvesting, hoewel dat wel de aanleiding was voor dit debat.

Ik wil ook graag weten waarom het voor 1997 kennelijk geen probleem was om complexen aan te wijzen en die tot nu toe aangewezen te houden, maar waarom het vanaf nu zo ingewikkeld is.

MinisterDekker

Als je zeer overtuigd bent van wat je wilt bereiken, vanuit het besef dat het mensen treft, ligt een pleidooi om aan te geven wat echt kan zeer voor de hand. Ik heb de uitvoeringsproblemen maar eens benoemd. Behalve de bekendheid daarmee heb ik de vorige week al aangegeven, dat wij binnen twee grenzen moeten opereren. Enerzijds is er de financiële grens en anderzijds de uitvoeringszaak.

Wat de financiën betreft, heb ik aangegeven wat de effecten kunnen zijn, ook al is dat een eerste indicatie. Zij moeten nog doorgerekend worden. Daarom heb ik een plan van aanpak toegezegd, waarvan ik de vorige week al heb gezegd dat ik nog niet in detail kan zeggen hoe dat eruitziet. Die aanpak houdt een nadere analyse van de problematiek in. Nagegaan moet worden welke oplossingsrichtingen wel of niet mogelijk zijn. Als ik met een voorstel kom moet dat goed onderbouwd zijn, zowel om te voorkomen dat zich op enigerlei wijze structurele uitvoeringsproblemen kunnen voordoen als om het financieel haalbaar te doen zijn.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik ben benieuwd naar dat plan van aanpak. Wij hebben al diverse keren plannen van aanpak gehad. Al die plannen van aanpak hebben gewoon niets opgeleverd. Elk jaar zitten wij voor de zomer en vlak na de zomer weer in dezelfde situatie. Dan is er een groot tekort aan kamers voor studenten en jongeren. Wat voor nieuws komt er nu nog in dat plan van aanpak? Wij hebben alles al laten passeren. Het grootste probleem is dat er gewoon niets gebeurt. Dat zou nu eens in een plan van aanpak moeten staan. Wij houden elkaar hier gewoon bezig.

MevrouwGiskes(D66)

Voorzitter. Ik gun deze nieuwe minister alle kans om gewoon wel een goed alternatief te bieden, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er altijd geld mee gemoeid zal zijn. En als zij zegt dat er een probleem is vanwege de financiële beperkingen, wat belooft zij ons dan?

MinisterDekker

Wat ik u beloof, is wat ik heb omschreven. En natuurlijk komt er een financiële component bij te pas. Ik zal in de begroting aangeven of het te realiseren is. Die koppeling heb ik gemaakt, dat is wat ik de Kamer heb aangeboden en wat zij verleden week heeft aanvaard. Ik hoor graag of zij dit alsnog wenst.

De heerVan Bochove(CDA)

Voorzitter. Over die financiële component heb ik de vorige keer al het nodige gezegd, maar de minister noemde zojuist een aantal bedragen. Nu constateer ik dat Kences, een koepel van studentenhuisvesters, ons met andere getallen bestookt. Ik nodig de minister dan ook uit om in haar plan van actie een link te leggen met de uitkomsten van Kences, opdat wij kunnen nagaan waar wij de fout in gaan als wij ons baseren op getallen die ons door studentenhuisvesters worden aangeboden.

MinisterDekker

Voorzitter, dat zal ik uiteraard doen. Ik zal zeker een vergelijking maken tussen de gegevens die elders bekend zijn en onze eigen gegevens.

Voorzitter. Ik zou graag even overleggen met mijn medewerkers voordat ik de rest van mijn antwoord geef.

De vergadering wordt van 20.11 uur tot 20.16 uur geschorst.

MinisterDekker

Voorzitter. Met betrekking tot het amendement op stuk nr. 11 (28777), dat vandaag, 23 juni, is ontvangen, heb ik het volgende voorstel. Ik zou de Kamer daar morgen schriftelijk over willen informeren, want ik wil eerst nog wat uitzoeken en kijken wat het betekent. Mochten er daarna nog vragen zijn, dan verneem ik dat.

Er is gesproken over de rappelbrieven aan gemeenten en verhuurders. In het verleden hadden gemeenten en verhuurders de mogelijkheid om bijstand en ondersteuning te verlenen aan burgers die huursubsidie krijgen. Verhuurders hebben aangegeven deze rol niet meer te kunnen vervullen, al willen zij het wel. Ook gemeenten hebben dit aangegeven. Zij willen de mogelijkheid bieden de rappellijsten te versturen, zo heb ik begrepen. Ik benadruk dat het een eigen keuze is van de gemeenten en de verhuurders om deze ondersteuning te geven. Als men vragen heeft, kan men in ieder geval altijd bij ons terecht.

Mevrouw Van Velzen stelde vragen over de groep mensen die niet meer reageert; dit betreft de informatieverstrekking. In feite gaat het om een kleine populatie. In alle brieven worden overigens de informatiepunten genoemd of er wordt gewezen op contactpersonen, ook bij VROM. Als er foutieve gegevens zijn verwerkt, proberen wij dat zo snel mogelijk recht te zetten. Daarom wordt er ook bij alle subsidieberichten gewerkt met een reactieformulier waarop men de fouten kan vermelden en dat men vervolgens kan insturen. Wij werken aan de contacten voor mensen die dat niet kunnen.

Wat betreft de integrale berekening begrijp ik dat de kritiek ten aanzien van de huursubsidieberichten correct is. Dit punt is reeds onderkend en de beslissing voorziet hierin. Op de beslissing wordt het rekeninkomen gehanteerd en de beslissing wordt in de regel vier weken na het volledige subsidiebericht verstuurd. Er is derhalve een voortgang in de afhandeling.

MevrouwVan Velzen(SP)

Mijn vraag ging er ook naar uit om het heel duidelijk aan te geven als de subsidie verlaagd wordt. De meldingen die ik nu binnenkrijg, geven aan dat mensen er gewoonweg overheen lezen, áls zij het al lezen. Dat betekent dat een verlaging plaatsvindt zonder dat mensen er rekening mee kunnen houden. Als je al op een inkomen zit waarop je recht hebt om huursubsidie aan te vragen, dan geeft dat een probleem.

Wat betreft de laagdrempeligheid van de informatieoverdracht herinner ik eraan dat de voorganger van deze minister schriftelijk heeft aangegeven, op vragen van mijn fractie, dat als het gaat om persoonlijk contact te verkrijgen, met een contactpersoon, je naar het ministerie kunt bellen en dat het dan 35 eurocent per gesprek kost. Als dat inderdaad zo is, kan er dan geen budget gevonden worden om die drempel eruit te halen?

MinisterDekker

Het allereerste telefonisch contact verloopt via een gratis 0800-lijn. Iedereen kan daar terecht. Wij proberen de mensen via een aantal stappen door te sluizen en het juiste antwoord te geven. Op die manier worden de meeste zaken opgevangen. Dan blijft er nog een kleine groep over die via een 0900-nummer informatie kan krijgen. Dat nummer kost 35 eurocent per gesprek.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat dit soort vragen ook al bij het AO over het jaarverslag aan de orde zijn geweest en beantwoord.

MinisterDekker

Ik meen dat ik alle vragen beantwoord heb, voorzitter.

MevrouwGiskes(D66)

Ik heb bij de bespreking van de onzelfstandige woonruimte twee specifieke vragen gesteld.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij beginnen met de tweede termijn want misschien zijn er nog wel meer vragen niet beantwoord.

MevrouwGiskes(D66)

Ik ben het daarmee niet eens, want ik wil in tweede termijn kunnen reageren op het antwoord van de minister.

De voorzitter:

Akkoord, ik ben het met u eens. Wij wachten even totdat de minister de antwoorden bij de hand heeft.

MinisterDekker

Mevrouw Giskes sprak over de objectlijn. Ik zal die invalshoek meenemen in het plan van aanpak.

MevrouwGiskes(D66)

Acht de minister het voorstelbaar dat dit binnen de systematiek van deze wet inpasbaar is?

MinisterDekker

Ik kan dat juridisch niet helemaal overzien en kan die vraag nu niet beantwoorden.

MevrouwGiskes(D66)

Het is natuurlijk ook denkbaar dat wij een dergelijk amendement opnemen in de wet omdat wij iets willen op dit front, maar het nog niet laten ingaan. De minister krijgt de ruimte om ons dit najaar te vertellen hoe zij het zou willen regelen, desnoods buiten de Huursubsidiewet om. Zolang wij niets beters hebben, kunnen wij dit amendement opnemen in de wet.

MinisterDekker

Mevrouw Giskes vraagt mij iets wat ik op dit moment echt niet kan overzien. Als ik een antwoord geef, wil ik daarvoor een goede motivatie hebben en kunnen aangeven wat het enerzijds juridisch, uitvoeringstechnisch en financieel betekent en anderzijds wat de werkelijke effecten zijn.

MevrouwGiskes(D66)

Ik begrijp dat de minister ons dat nog wil laten weten. Ik wil dat antwoord best afwachten. Om de druk op de ketel te houden, zou het denkbaar zijn om alvast een kapstok op te nemen in de wet waaraan wij niet vastzitten en die altijd vervangen kan worden door iets beters. De minister hoeft daarop nu niet te antwoorden, maar als zij toch een schriftelijke reactie geeft op dat andere amendement, zou ik ook hierover graag iets horen. Het heeft namelijk te maken met hoe wij hierover moeten stemmen.

MinisterDekker

Ik zal morgen schriftelijk antwoorden. In hoeverre dat bevredigend is, zult u zelf moeten beoordelen, mevrouw Giskes.

De voorzitter:

Wij gaan nu over naar de tweede termijn.

De heerVan Bochove(CDA)

Mevrouw de voorzitter. Bij het oude systeem van huurmatiging wist de huurder feitelijk niet wat hij moest betalen voor het pand dat hij huurde. De bedoeling van de wet op dit punt is duidelijk. Voor hele grote groepen gaat het gewoon goed. Op dat onderdeel zijn er niet zoveel klachten gekomen. Er is echter een kleine groep kwetsbare mensen voor wie het goed zou zijn als er een systeem komt zoals ik dat in mijn amendement heb voorgesteld.

In antwoord op een vraag van mevrouw Giskes heb ik al gezegd dat het niet in mijn bedoeling ligt dat er een onkostenvergoeding tegenoverstaat. Ik heb gewezen op de maatschappelijke kosten die ontstaan als mensen door het niet betalen van huren in de problemen komen. Die kosten doen zich zowel aan de kant van verhuurder als die van de huurder gevoelen. Voor de huurder hebben zij vaak zeer verstrekkende, negatieve gevolgen. Bij de verhuurder wordt het probleem op enig moment wel opgelost. Echter, het is belangrijk dat voor een beperkte groep, voor kwetsbare mensen een regeling wordt getroffen. Die heb ik in mijn amendement aangegeven. Ik heb daarin het woord onkostenvergoeding niet verwerkt. Dat vind ik niet nodig.

MevrouwKruijsen(PvdA)

Voorzitter. De minister noemde interessante cijfers. Zij zei dat er 944.000 aanvragen voor huursubsidie waren en dat er daarvan inmiddels 920.000 zijn gehonoreerd. De vraag is dan wel: wat is er met die 22.000 huishoudens aan de hand waaraan de huursubsidie nog niet is toegekend? Ik hoop op een kort antwoord.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik mag aannemen dat die 22.000 huishoudens, waarvoor er nog een klein probleempje is, zo snel mogelijk datgene krijgen waar zij recht op hebben. Dat heeft de minister overigens reeds vorige week toegezegd.

Voorzitter. Ik krijg het idee krijg dat in deze Kamer treuzelpolitiek wordt gevoerd en specifiek als het gaat om het oplossen van de woningnood bij studenten en jongeren. Wij praten al vijf jaar over deze kwestie. Elk jaar wordt gezegd dat er een actieplan, een plan van aanpak of hoe het ook mag heten moet komen. Er gebeurt echter niets. Er verandert ook niets. De woningnood wordt alleen maar erger. Dan denk ik: zo'n plan van aanpak is leuk, maar op deze manier schieten de jongeren die geen woonruimte kunnen vinden er niets mee op.

Nu hebben wij een nieuwe minister, een doortastend iemand, heb ik begrepen, gelet op haar CV en alle stukken. Ik dacht: misschien is dit een lichtpuntje en gaat er nu iets veranderen. Wat zegt de minister evenwel: er komt een plan van aanpak en een nadere analyse van de problematiek. Dan denk ik: dat kunt u toch niet met droge ogen beweren. Het is namelijk glashelder wat de problematiek is. De analyse is bekend, namelijk: er is een enorm tekort aan woonruimte voor studenten en jongeren. Mijn vraag is daarom: wat gaat u daaraan doen?

De woordvoerder van de fractie van D66 heeft een voorstel gedaan met betrekking tot de invoeringsdatum. Het valt mij op dat twee coalitiepartijen, CDA en D66, nog steeds zeggen: de motie moet gewoon uitgevoerd worden. Dan vraag ik mij af wat het probleem kan zijn. Zelf heb ik de indruk dat de minister van uitstel tot afstel wil komen, want zij noemt heel veel bezwaren en komt nauwelijks aan de wensen van de Kamer tegemoet. Dat betreur ik.

De nieuwe gegevens zal de minister in aanmerking nemen. Er is gesproken over het oplopen van de kosten tot 70 mln, maar er zijn ook heel andere cijfers. Die discussie hebben we al meerdere keren gevoerd, maar de Kamer was niet overtuigd door de bezwaren van de minister. Daarom vind ik dat de minister nu echt met iets nieuws moet komen. Op deze manier gebeurt er namelijk niets, terwijl dat wel moet. Ik handhaaf mijn amendement.

Wanneer zal de minister het plan van aanpak presenteren? Komt dat in augustus als de kamernood op haar hoogtepunt is? Krijgen we dan een plan van aanpak dat niet op korte termijn kamers oplevert? Daar zou zij dan toch echt niet mee aan kunnen komen, want dan zal het niet tot applaus en gejuich leiden bij de doelgroep die in grote problemen verkeert.

Ik heb vervolgens nog een vraag over de informatiepunten. Het antwoord daarover valt mij een beetje tegen. De minister spreekt over een rappelletje en zegt dat de corporaties en de gemeenten actie moeten ondernemen. Ik vind echter dat de minister zelf ook een verantwoordelijkheid heeft. Zij moet bevorderen dat het huursubsidie-informatiepunt er komt en wel op korte termijn.

Voorzitter. Dit is een wetgevingsoverleg en daarom wil ik mijn tweede termijn gebruiken om een motie in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in voorgestelde wijziging van de Huursubsidiewet gemeenten worden opgeroepen om een huursubsidie-informatiepunt (HIP) in te richten;

constaterende dat de "uitrol" van deze HIP's nog twee jaar lijkt te gaan duren;

van mening dat juist met de wijzigingen in de Huursubsidiewet per 1 juli 2003 veel huurders vragen zullen hebben over hun rechten en plichten;

verzoekt de regering, te bevorderen dat uiterlijk eind 2003 iedere gemeente minimaal één fysiek HIP heeft ingericht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gent. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (28777).

De heerVan Bochove(CDA)

Mevrouw Van Gent gaat ervan uit dat, als het amendement wordt aangenomen, de kamers op 1 augustus allemaal van huursubsidie zijn voorzien. Ik ben tot nu toe graag met haar in dit traject opgetrokken en ik heb ook nog geen afscheid genomen van mijn uitgangspunt, maar de suggestie die zij nu wekt dat door te wachten op de brief van september er in augustus geen huursubsidie voor kamers is, gaat mij even wat ver. Zelfs met het aannemen van het amendement realiseert mevrouw Van Gent dat niet.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Nee, maar dan houden wij de vaart er wel in. Ik heb nog geen afscheid genomen van de heer Bochove; dat is misschien een opluchting voor hem.

De heerVan Bochove(CDA)

Absoluut.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Mooi. De motie waarbij samen optrokken, is al in november aangenomen. Er zijn dus al weer heel wat maanden overheen gegaan. Wij krijgen nu weer een plan van aanpak, het zoveelste. Ik heb de heer Van Bochove er nog niet bij zien juichen. Laten wij de vaart erin houden. Ik heb nooit gesuggereerd dat dit de enige oplossing voor de kamernood is, maar de zaak wordt er wel behoorlijk mee geactiveerd. Ik zie dat de heer Van Bochove en ik het weer helemaal eens zijn. Wellicht kunnen wij op dit punt toch weer in harmonie uiteengaan. De heer Van Bochove zou mij dan wel een heel groot plezier doen als hij met mij blijft optrekken rond dit amendement. Wij krijgen er nog schriftelijke informatie over. Ik behoud mijn optimistische instelling, maar wij moeten de zaak onder druk houden.

De SP heeft een punt met die 35 eurocent. Er is blijkbaar een onderscheid tussen een A-vraag en een B-vraag. Bij een B-vraag moet je gaan dokken. Wanneer is een vraag een B-vraag?

MevrouwVan Velzen(SP)

Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor haar beantwoording. Ik heb een oproep gedaan om de informatieoverdracht toegankelijk te houden. Mij rest niets anders dan het voordeel van de twijfel. Ik zal het zeer kritisch in de gaten houden. Concreet is melding gedaan van het moeten betalen van gesprekken. Ik zou graag horen om hoeveel gesprekken het gaat. Hoeveel mensen bellen er? Waar hebben wij het over? Een bedrag van 35 eurocent klinkt bescheiden, maar als je zoals in het afgelopen jaar in de chaos belandt en blijft bellen en iedere keer 35 eurocent moet betalen, dan is dat zeker voor iemand met een minimuminkomen wel degelijk een aanslag op het inkomen.

Ik hoor graag van de minister waarom bij de HIP's niet gekozen is voor een doelgerichte aanpak. Als er in een bepaalde regio veel huursubsidieaanvragen zijn, kan ervoor gekozen worden om in ieder geval daar een informatiepunt in te richten. Waarom is gekozen voor een convenant en niet voor een verplichting? Convenanten hebben wij bij VROM veel gezien met het bedrijfsleven, dat al zijn macht en geld inzet om te voorkomen dat er een wettelijke regeling komt, maar dat is in dezen toch niet nodig? Je zou verwachten dat elke gemeente er welwillend hulp aan verleent.

De houding van de minister inzake huursubsidie voor onzelfstandige woonruimte vind ik teleurstellend. Ik neem aan dat in de wetswijziging de principebereidheid om over te gaan tot een dergelijke subsidiëring wel neergezet kan worden. Het zal toch niet zo zijn dat omwille van de financiële implicaties hiervan de principebereidheid dan maar komt te vervallen en dat zij in betere tijden weer terugkomt? Zo'n wisselvallige houding verwacht ik niet van de overheid. Ik verzoek de minister om de principebereidheid in de wetswijziging op te nemen. Mocht dat niet gebeuren, dan zou ik wat de nadere analyse en het plan van aanpak betreft graag snel nadere informatie krijgen. Ik ga uit van het betere knip-, plak- en jatwerk. Er liggen genoeg analyses, dus het hoeft niet zo lang te duren. Het zou ons al enorm helpen als wij een tipje van de sluier krijgen opgelicht voordat wij moeten gaan stemmen.

MevrouwGiskes(D66)

Voorzitter. Ook wij danken de minister voor haar antwoorden. Het lijkt mij niet het makkelijkste onderwerp om meteen mee geconfronteerd te worden. Wat ons betreft is de kous nog niet af op het punt van de onzelfstandige woonruimte. Het is van belang om te benadrukken dat het streven erop is gericht om meer woonruimte voor studenten en jongeren te krijgen. Hoe je dat stimuleert, is niet het belangrijkste, als die woonruimte er maar komt. Ik hoop dat de minister erin zal slagen op korte termijn overtuigend aan te geven dat hieraan zal worden gewerkt. De druk moet op de ketel blijven. Ik wacht dan ook met belangstelling het schriftelijke antwoord van de minister af.

De heerGeluk(VVD)

Voorzitter. Ik ben met mevrouw Giskes van mening dat die woonruimte er moet komen. Het is belangrijk dat de huisvesting voor studenten wordt geregeld.

Ook ik dank de minister voor haar beantwoording. Wij schrokken van het risico bij aanneming van het amendement inzake de onzelfstandige woonruimte. De minister noemde een groot aantal risicovolle punten, zoals de grote fraudekans, de slechte handhaafbaarheid en het ontbreken van de codes per eenheid. Dat zijn zaken waar de Kamer nadrukkelijk naar moet kijken. Verder sprak de minister van extra uitgaven van 26 tot 27 mln in 2004. Dat zijn geen bedragen die de Kamer in het allereerste wetgevingsoverleg met de minister even over de schutting kan lepelen. Ik heb echter wel een vraag. In een brief van de vorige minister van VROM, de heer Kamp, lees ik op bladzijde 9 dat op basis van de maximumvariant van 40.000 eenheden de budgettaire consequenties kunnen worden geraamd op 4,2 mln in het eerste jaar, oplopend tot 16,2 mln na vijf jaar. Hoe moet ik de genoemde bedragen nu zien? Gaat het daarbij om vergelijkbare eenheden?

MinisterDekker

Voorzitter. Ik heb er goede nota van genomen dat de heer Van Bochove in ieder geval geen onkostenvergoeding inbrengt in zijn amendement. Dat vind ik een goede zaak. Het lijkt mij van belang dat dit ook in de toelichting op het amendement wordt opgenomen. Met deze beperking kan ik het amendement overnemen.

Mevrouw Kruijsen vroeg naar het aantal tussen 944.000 en 920.000. Het aantal van 24.000 heeft betrekking op mutaties, bijvoorbeeld in verband met overlijden, verhuizen, enzovoorts. Dat wordt nader uitgezocht en zo nodig uit het systeem gehaald. De betaling heeft plaatsgevonden in die gevallen waarin rechtstreeks kon worden betaald. In die gevallen waarin er nog vragen zijn, vindt nog nader onderzoek plaats.

MevrouwKruijsen(PvdA)

Wanneer krijgen die mensen dan zekerheid over hun huursubsidie?

MinisterDekker

Waar nodig moet er nog informatie worden verstrekt. Daarna wordt zo snel mogelijk uitbetaald. Dat gebeurt de komende zomermaanden.

Aan het adres van mevrouw Van Gent merk ik op, dat het mij goed doet om te worden aangesproken op mijn daadkracht.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Dat valt allemaal wel tegen.

MinisterDekker

Hè, vervelend nu. Ik heb vorige week nadrukkelijk het plan van aanpak toegezegd. Ik weet dat er al veel voorwerk is gedaan en analyses zijn gemaakt, maar ik wil in deze tijd gezien de financiële en de uitvoeringsgrenzen ook zelf een nadere analyse maken. Ik wil dan nagaan wat wel en niet mogelijk is en daarover alle duidelijkheid bieden. Duidelijkheid geven over wat er niet kan, is altijd vervelend; duidelijkheid geven over wat er wel kan, is prettiger. Gezien de structurele uitvoeringsmogelijkheden die er behoren te zijn, moeten wij bekijken wat wij op het punt van betaalbaarheid en handhaafbaarheid kunnen realiseren voor de doelgroep. Dat is de inzet waar ik voor sta.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Voor mij blijft het de vraag of u überhaupt wel huursubsidie wilt invoeren voor onzelfstandige aangewezen complexen. Verder wil ik weten of u op dit punt komt met ideeën die wij nog niet eerder hebben gezien. Wij hebben namelijk wel vaker plannen van aanpak gehad.

MinisterDekker

Ik zal niets anders antwoorden dan wat ik al een paar keer heb gezegd. Vorige keer hebben wij al afgesproken op welke termijn ik de Kamer hierover zal informeren, namelijk in ieder geval bij de begroting 2004. Als het eerder kan, zal ik dat natuurlijk eerder doen. De Kamer zal zich hier evenwel aan de hand van de begroting een totaalbeeld van kunnen vormen. Daarna kom ik met een plan van aanpak en zal ik de Kamer hier verder over informeren. Dat is de duidelijkheid die ik op dit moment kan en wil geven.

Ik geef nog kort antwoord op de vraag waarom er 35 eurocent moet worden betaald voor een gesprek met VROM. Ik heb al gezegd dat het 0800-nummer is bedoeld voor wat meer algemene vragen, bijvoorbeeld over de stand van de behandeling. Bij het 0900-nummer kunnen veel individueler vragen gesteld worden. De vragen en problemen die daar worden opgeworpen, worden evenwel vaak in een keer opgelost.

MevrouwVan Velzen(SP)

Hoeveel mensen maken er gebruik van dat telefoonnummer?

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

Ik wil nog weten hoeveel het vragen van die 35 eurocent oplevert.

De heerGeluk(VVD)

Een brief kost 39 eurocent en dan krijg je gegarandeerd antwoord.

MinisterDekker

Ik ken de getallen niet uit mijn hoofd. Ik zal hier ook nog wat informatie over verstrekken in de brief die de Kamer morgen zal krijgen.

Mevrouw Van Gent vraagt in haar motie om ervoor te zorgen dat de uitrol van de informatiepunten eind 2003 gestalte heeft gekregen. Ik heb eerder toegezegd dat de Kamer eind 2004 geïnformeerd zal worden over de stand van zaken. Ik kan mij dan ook niet verenigen met datgene wat mevrouw Van Gent vraagt en ontraad de aanvaarding van de motie. Met de inmiddels hierover gestelde vragen is voldoende stimulans gegeven om de uitwerking goed ter hand te nemen.

De heerGeluk(VVD)

Ik heb nog geen antwoord gehad op mijn vraag over de raming van de kosten van de huisvesting. U raamt die veel hoger dan uw voorganger.

MinisterDekker

Mijn voorganger is in de beantwoording uitgegaan van een beperkt aantal aangewezen complexen. Thans wordt er meer gevraagd dan dat. Aan de hand van de laatste gegevens komt de berekening hoger uit. Ik wil ook dit nog wel wat exacter aangeven in de brief die de Kamer morgen zal ontvangen.

MevrouwVan Gent(GroenLinks)

De formulering in het amendement is precies dezelfde als de formulering die in de motie is gehanteerd. Het komt althans op hetzelfde neer. Daar kunnen dan ook geen twee berekeningen op van toepassing zijn. Misschien kunt u daar nog eens naar kijken, want dat klopt volgens mij niet. De heer Geluk heeft een punt.

MinisterDekker

Het is bij nader inzien prettig dat wij nog wat nadere informatie zullen verstrekken. Ik zal dat inderdaad bekijken. Ik verwijs echter nogmaals naar de evaluatie in 2004.

MevrouwVan Velzen(SP)

Mijn vraag over de convenantstructuur is niet beantwoord. Een andere vraag was of er nu sprake is van een principebereidheid en of die in de wet opgenomen kan worden. Ik snap dat er een analyse en een plan van aanpak moeten komen, maar de principebereidheid om huursubsidie toe te kennen aan onzelfstandige eenheden kan toch in de wetswijziging opgenomen worden. Dan kunnen wij daar donderdag over stemmen.

MinisterDekker

Er is gekozen voor een convenantaanpak omdat er verschillende verantwoordelijkheden zijn, enerzijds de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid bij de toekenning van de huursubsidie en anderzijds de verantwoordelijkheid van de gemeenten bij de uitvoering van de bouw. Daar is de convenantstructuur op gebouwd. Het gaat er met name om die verschillende verantwoordelijkheden te verduidelijken.

MevrouwVan Velzen(SP)

Over de principebereidheid om huursubsidie toe te kennen aan onzelfstandige eenheden hebt u tot nu toe geen heldere uitspraak gedaan.

De voorzitter:

Daar krijgt u een schriftelijk antwoord op voordat er gestemd wordt.

Er zijn verschillende toezeggingen gedaan:

  • 1. het actieplan studentenhuisvesting zal uiterlijk bij de begroting 2004 verschijnen, zoals eerder al was toegezegd;

  • 2. de minister zal morgen schriftelijk reageren op het amendement op stuk nr. 11 over het verhuren van kamers aan studenten;

  • 3. de minister zal morgen schriftelijk reageren op de vraag van mevrouw Giskes inzake het opnemen van huursubsidie studentenhuisvesting in de Huursubsidiewet.

Sluiting 20.48 uur.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Örgü (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA)

Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Van den Brand (Groen-Links), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Schippers (VVD), Dubbelboer (PvdA), Meijer (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer-Mudde (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Wolfsen (PvdA)

Naar boven