Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2022
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een brief ontvangen van het Burgercomité
Schaijk & Reek. Deze brief gaat over de evaluatie van het functioneren van de nieuwe
gemeente Maashorst. In de procedurevergadering van 15 september 2022 heeft de commissie
besloten graag een reactie van mij op deze brief te ontvangen, voorafgaand aan het
(ongeplande) commissiedebat Bestuurlijke organisatie en democratie. In deze brief
leest u mijn reactie.
Brief Burgercomité Schaijk en Reek
Het Burgercomité Schaijk en Reek is van mening dat het evaluatieontwerp geen recht
doet aan (de bedoeling van) artikel 9 uit de wet die de samenvoeging van Landerd en
Uden regelt. Het comité is van mening dat dit artikel exclusief is bedoeld om de positie
van de kernen Schaijk en Reek te onderzoeken en het draagvlak in deze kernen voor
de geëffectueerde herindeling. Daarnaast wil het burgercomité dat alle (kiesgerechtigde)
inwoners van Schaijk en Reek hun stem mogen uitbrengen over de vraag of deze kernen
alsnog aan de gemeente Oss moeten worden toegevoegd. Ten slotte wil het burgercomité
dat niet de gemeenteraad, maar het parlement of ik besluiten of het wenselijk is om
Schaijk en Reek alsnog toe te voegen aan de gemeente Oss.
Mijn reactie op de brief
Naar mijn mening doet het evaluatieontwerp recht aan artikel 9 uit de betreffende
herindelingswet, al begrijp ik heel goed dat de positie van Schaijk en Reek de aanleiding
vormde voor het amenderen van het wetsvoorstel. Op basis van artikel 9 van de herindelingswet
is het mijn opdracht om in 2024 verslag te doen aan het parlement over het functioneren
van de gemeente Maashorst. Hierbij dient in het bijzonder aandacht te worden besteed
aan de positie van de kernen van Maashorst, in het bijzonder de kernen Schaijk en
Reek. Daarnaast dient in het verslag aandacht te worden besteed aan de wenselijkheid
om Schaijk en Reek bij de gemeente Oss te voegen. Het onderzoeksbureau dat de evaluatie
uitvoert hanteert de letterlijke tekst van artikel 9 uit de betreffende herindelingswet
en heeft drie onderzoeksvragen opgesteld in lijn met dit wetsartikel. Het is niet
mijn opdracht om de herindeling van Maashorst te heroverwegen. De resultaten van het
evaluatieonderzoek zouden eventueel wel aanleiding kunnen geven tot een heroverweging.
Deze beoordeling laat ik, conform het uitgangspunt dat herindelingsinitiatieven zoveel
mogelijk van onderop dienen te komen, over aan de gemeenteraad van Maashorst.
De vraag of het wenselijk is om Schaijk en Reek bij Oss te voegen is één van de onderzoeksvragen
in de evaluatie. Het begrip «wenselijkheid» is door het onderzoeksbureau uitgesplitst
in «objectieve», «subjectieve» en «formele» wenselijkheid (zie ook de toelichting
hierop in mijn brief van 13 juli 2022). Gezamenlijk geven deze aspecten aan het eind
van de evaluatieperiode een beeld van de wenselijkheid van een eventuele nieuwe herindeling.
Als onderdeel van het aspect «subjectieve wenselijkheid» wordt in 2024 een enquête
gehouden waarbij de resultaten worden uitgesplitst per kern, zodat de resultaten tussen
de kernen ook vergeleken kunnen worden. Deze representatieve enquête wordt door I&O
research gehouden onder een aselecte groep van 3000 inwoners die hiervoor expliciet
worden uitgenodigd. Daarnaast is er ook een mogelijkheid voor alle inwoners om de
enquête in te vullen. De resultaten van de aselecte steekproef en de «open inschrijving»
worden apart gepresenteerd. De mening van inwoners uit Schaijk en Reek kan via deze
methodiek zorgvuldig worden gewogen. Ik zie daarom niet de meerwaarde van een afzonderlijke
enquête in Schaijk en Reek. Daarnaast wordt in elke fase van het traject gesproken
met vertegenwoordigers van inwonersplatforms en dorpsraden, ook met het Burgercomité
Schaijk en Reek.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.G.J. Bruins Slot