28 750 Gemeentelijke herindeling

Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2020

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een afschrift van een brief van Gemeentebelangen Scherpenzeel en SGP Scherpenzeel aan de provincie Gelderland (d.d. 20 juni 2020) ontvangen. De brief heeft betrekking op vragen van deze twee raadsfracties over een mogelijke herindelingsprocedure op initiatief van de provincie Gelderland voor de gemeente Scherpenzeel. In de procedurevergadering van 25 juni 2020 heeft de commissie besloten graag een reactie van mij te ontvangen op deze brief.

Versterking van de bestuurskracht van Scherpenzeel is al enige tijd onderwerp van gesprek tussen provincie en gemeente. Met hun vragen reageren de raadsfracties op een voorgenomen besluit van gedeputeerde staten van Gelderland (hierna: GS) om een herindelingsprocedure te starten. Het past de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mijns inziens niet om in deze fase van het gesprek tussen gemeente en provincie inhoudelijk op de vragen in te gaan. Ik acht dit aan GS, die in hun brief aan het college van de gemeente Scherpenzeel (d.d. 3 juli 2020) de gestelde vragen hebben beantwoord. Een afschrift van die brief heb ik u ter informatie bijgevoegd1.

Conform het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2018 ben ik door GS geïnformeerd over hun voornemen een procedure artikel 8 Wet arhi te starten. Op 8 juli 2020 heb ik over dit voornemen van GS gesproken met zowel het college van B&W Scherpenzeel als met een afvaardiging van GS Gelderland. Mijn brief die ik naar aanleiding van deze gesprekken – en de door beide partijen aangeleverde schriftelijke informatie – aan GS heb verzonden, is eveneens bij deze brief gevoegd2.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven