nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met de wijziging van het stelsel van
de rechterlijke toetsing van vrijheidsontnemende maatregelen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
24 december 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel
van de rechterlijke toetsing van vrijheidsontnemende maatregelen op grond
van de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 94 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «derde dag» vervangen door: achtentwintigste
dag.
2. In het tweede lid wordt «zevende dag» vervangen door: veertiende
dag.
B
Artikel 96 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het tweede lid komt, onder vernummering tot het eerste lid, te luiden:
1. Indien het beroep, bedoeld in artikel 94, ongegrond is verklaard en
de vreemdeling beroep instelt tegen het voortduren van de vrijheidsontneming,
sluit de rechtbank het vooronderzoek binnen een week na ontvangst van het
beroepschrift. In afwijking van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht
kan de rechtbank ook zonder toestemming van partijen bepalen dat het onderzoek
ter zitting achterwege blijft.
3. Het derde tot en met het vierde lid worden vernummerd tot het tweede
tot en met het derde lid.
4. Het vijfde lid vervalt.
ARTIKEL II
Ten aanzien van de vreemdeling aan wie op het tijdstip van inwerkingtreding
van deze wet zijn vrijheid is ontnomen, blijft het recht zoals het gold voor
inwerkingtreding van deze wet van toepassing tot het moment van de eerstvolgende
uitspraak, bedoeld in artikel 94 of artikel 96.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,