Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28746 nr. 1;2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 28746 nr. 1;2 |
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot vaststelling van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Titel 13 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt vastgesteld:
AFDELING 1: ALGEMENE BEPALINGEN
1. Vennootschap is de overeenkomst tot samenwerking voor gemeenschappelijke rekening van twee of meer personen, de vennoten, welke samenwerking is gericht op het behalen van vermogensrechtelijk voordeel ten behoeve van alle vennoten door middel van inbreng door ieder van de vennoten.
2. De vennoten moeten zich tegenover elkaar gedragen zoals een goed vennoot betaamt.
1. De openbare vennootschap is de vennootschap tot het uitoefenen van een beroep of bedrijf, die op een voor derden duidelijk kenbare wijze naar buiten optreedt onder een door haar als zodanig gevoerde naam.
2. De vennootschap die niet openbaar is, wordt aangeduid als maatschap.
1. Een openbare vennootschap is rechtspersoon indien dit in de overeenkomst van vennootschap is bepaald en de overeenkomst in een notariële akte is opgenomen, zulks met ingang van de dag volgend op die waarop zij onder opgave van haar rechtspersoonlijkheid in het handelsregister is ingeschreven. De akte wordt verleden in de Nederlandse taal. Een volmacht tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend.
2. Op een zodanige vennootschap is artikel 5 van Boek 2 van toepassing. Titel 1 van Boek 2 is overigens slechts van toepassing voor zover de onderhavige titel daarnaar verwijst.
3. Een zodanige vennootschap vermeldt in de overeenkomst van vennootschap haar woonplaats, haar naam en haar doel. Zij heeft bij gebreke van een aanwijzing van haar woonplaats in de overeenkomst van vennootschap, haar woonplaats in de gemeente waar de notaris voor wie de akte is verleden, ten tijde van het passeren der akte zijn standplaats had.
4. Een zodanige vennootschap moet op alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen waarin zij partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, haar naam en haar woonplaats vermelden. De naam vangt aan of eindigt met de woorden Openbare Vennootschap met rechtspersoonlijkheid, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot «OVR».
1. Indien de overeenkomst van vennootschap nietig is terwijl in de overeenkomst is bepaald dat de vennootschap rechtspersoon is en ten name van deze niet bestaande rechtspersoon een vermogen is gevormd, benoemt de rechter op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een of meer vereffenaars. Artikel 22 van Boek 2 is van overeenkomstige toepassing. Het vermogen wordt zo veel mogelijk vereffend en verdeeld overeenkomstig artikel 830. Degenen die zijn opgetreden als besturende vennoten of als ten behoeve van het vermogen handelende personen, zijn hoofdelijk verbonden voor de tot dit vermogen behorende schulden overeenkomstig artikel 4 lid 4, tweede tot en met vierde volzin, van Boek 2.
2. Indien alsnog een geldige overeenkomst van vennootschap met rechtspersoonlijkheid is aangegaan ter opvolging in het vermogen, kan de rechter desverzocht toestaan dat dit niet overeenkomstig artikel 830 zoveel mogelijk wordt vereffend en verdeeld, doch dat het in die vennootschap wordt ingebracht.
Van de bepalingen van deze titel kan slechts worden afgeweken voor zover dat uit de wet blijkt.
1. De inbreng waartoe iedere vennoot is gehouden, bestaat uit het ten behoeve van de samenwerking leveren van een prestatie, in het bijzonder uit het ter beschikking stellen van geld, goederen, genot van goederen of arbeid.
2. De inbreng van geld, goederen of genot van goederen verplicht tot inbreng in de vennootschappelijke gemeenschap, en bij een openbare vennootschap die rechtspersoon is tot inbreng in het vermogen van die vennootschap. Op een zodanige inbreng van een goed zijn de bepalingen omtrent koop, op een zodanige inbreng van genot van een goed de artikelen 1584 tot en met 1623 van Boek 7A van overeenkomstige toepassing, een en ander voor zover de aard van de rechtsverhouding zich daartegen niet verzet.
3. Iedere vennoot kan ten behoeve van de vennootschap de naleving van de verplichting tot inbreng vorderen.
1. Bij een vennootschap die geen rechtspersoon is, kan een vennoot niet beschikken over zijn aandeel in een bepaald tot de vennootschappelijke gemeenschap behorend goed noch, behoudens in geval van overdracht van zijn aandeel bij zijn opvolging als vennoot, over zijn aandeel in die gemeenschap. Zijn schuldeisers kunnen een aandeel als in de vorige volzin bedoeld niet uitwinnen. Verdeling van die gemeenschap kan niet worden gevorderd.
2. Tot de vennootschappelijke gemeenschap behorende schulden kunnen op de goederen van die gemeenschap worden verhaald, ook al zijn na het ontstaan van die schulden vennoten uitgetreden of nieuwe vennoten toegetreden of opgevolgd.
Een vennoot kan, behoudens in geval van overdracht van zijn aandeel bij zijn opvolging als vennoot, niet beschikken over zijn aandeel in de goederen waartoe de vennootschap als rechtspersoon gerechtigd is. Zijn schuldeisers kunnen zodanig aandeel niet uitwinnen.
Slechts de economische deelgerechtigdheid van een vennoot in het vermogen van de vennootschap valt in een gemeenschap van goederen waarin hij is gehuwd of als partner is geregistreerd.
AFDELING 3: DE BESTURENDE VENNOTEN; DE GEBONDENHEID TEGENOVER DERDEN
1. De vennootschap heeft een of meer besturende vennoten. Tenzij bij of krachtens overeenkomst anders is bepaald, is iedere vennoot besturend vennoot.
2. Een besturend vennoot is gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak.
3. Een besturend vennoot is ten minste éénmaal per jaar rekening en verantwoording verschuldigd aan zijn medevennoten.
1. Een besturend vennoot is bevoegd voor rekening van de vennootschap alle rechtshandelingen te verrichten die gelet op het doel van de vennootschap tot haar normale werkzaamheden behoren. Voor het verrichten van andere rechtshandelingen voor rekening van de vennootschap behoeft hij de instemming van de andere vennoten.
2. Bij of krachtens overeenkomst kan van lid 1 worden afgeweken.
1. Ten aanzien van handelingen die dienstig kunnen zijn tot verwezenlijking van het doel van een openbare vennootschap, is, tenzij bij de overeenkomst van vennootschap anders is bepaald, iedere besturend vennoot van die vennootschap bevoegd haar zonder beperking te vertegenwoordigen.
2. Zolang de inschrijving van de openbare vennootschap in het handelsregister niet is geschied, geldt zij ten aanzien van een derde als algemeen voor alle zaken, als aangegaan voor onbepaalde tijd, en als geen der vennoten uitsluitend van of beperkend in zijn bevoegdheid om rechtshandelingen in naam van de vennootschap te verrichten, tenzij wat dit laatste betreft de derde van een in de overeenkomst van vennootschap voorziene uitsluiting of beperking niet onkundig was.
Een besturend vennoot van een maatschap kan slechts in haar naam handelen, wanneer hij hiertoe van de andere vennoten volmacht heeft.
1. De vennoten van een openbare vennootschap zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap.
2. Indien een openbare vennootschap een opdracht heeft ontvangen, is ieder van de vennoten voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming in de nakoming, tenzij de tekortkoming niet aan hem kan worden toegerekend.
3. De vennoten van een maatschap zijn voor de verbintenissen van de maatschap die een deelbare prestatie betreffen, ieder voor een gelijk deel verbonden, tenzij in de overeenkomst met de derde is bepaald dat zij voor ongelijke delen of hoofdelijk verbonden zijn.
AFDELING 4: HET VOEREN VAN ADMINISTRATIE; WINST EN VERLIES
1. De besturende vennoten zijn verplicht van de vermogenstoestand van de vennootschap en van alles betreffende haar werkzaamheden, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daarbij behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde haar verplichtingen en rechten kunnen worden gekend.
2. Ieder der vennoten is bevoegd de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers in te zien. Deze bevoegdheid kan bij overeenkomst aan een vennoot worden onthouden, mits wordt bepaald dat hij inzage kan doen nemen door een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in het eerste lid van artikel 393 van Boek 2.
3. Ten minste éénmaal per jaar worden door de besturende vennoten binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens een in de overeenkomst voorziene verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden, de balans en de staat van baten en lasten opgemaakt. Het boekjaar is het kalenderjaar, indien in de overeenkomst geen ander boekjaar is aangewezen.
4. De balans en de staat van baten en lasten moeten binnen een redelijke termijn na het opmaken daarvan worden vastgesteld door alle vennoten tezamen, of, indien zulks bij de overeenkomst van vennootschap is bepaald, bij een besluit van vennoten mits alle vennoten aan de beraadslaging hierover kunnen deelnemen, of door een of meer derden.
5. De besturende vennoten zijn verplicht de in de leden 1, 3 en 4 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
1. Tenzij bij de overeenkomst van vennootschap anders is bepaald, deelt iedere vennoot voor een gelijk deel in de winst en in het verlies ongeacht de waarde van ieders inbreng in de vennootschap.
2. De vaststelling van ieders deel geschiedt door alle vennoten tezamen, tenzij bij de overeenkomst is bepaald dat deze vaststelling kan geschieden bij een besluit van vennoten mits alle vennoten aan de beraadslaging hierover kunnen deelnemen, of door een of meer derden aan wie die vaststelling ingevolge de overeenkomst wordt opgedragen.
3. Is het deel van een vennoot slechts in de winst of het verlies bepaald, dan geldt dit deel voor winst én verlies.
4. Het beding dat een vennoot niet in de winst zal delen, is nietig, niet echter het beding dat een vennoot niet of slechts tot een bepaald bedrag in het verlies zal delen.
5. Het beding dat een vennoot een bepaalde rente over of een vaste vergoeding voor zijn inbreng in de vennootschap ontvangt, is geoorloofd, mits dit beding niet de strekking heeft dat een andere vennoot stelselmatig niet in de winst zal kunnen delen.
1. Tenzij bij of krachtens de overeenkomst van vennootschap anders is bepaald, heeft iedere vennoot na de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten recht op uitkering van zijn deel in de winst.
2. Bij de overeenkomst kan worden bepaald, dat iedere vennoot gehouden is zijn deel in het verlies aan te zuiveren.
AFDELING 5: ONTBINDING EN VOORTZETTING VAN DE VENNOOTSCHAP
1. De vennootschap wordt in haar geheel ontbonden:
a. in de gevallen waarin zulks uit de overeenkomst van vennootschap volgt;
b. ingevolge een daartoe strekkende overeenkomst van de vennoten;
c. door opzegging van een vennoot aan de andere vennoten, tenzij de overeenkomst van vennootschap anders bepaalt, en onverminderd artikel 819;
d. in het geval waarin een of meer der vennoten uittreden en niet ten minste twee vennoten overblijven;
e. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
2. Een vennootschap die rechtspersoon is wordt ontbonden na faillietverklaring hetzij door opheffing van het faillissement als bedoeld in artikel 16 lid 1 Faillissementswet, hetzij door de beschikking, bedoeld in artikel 137a lid 1 Faillissementswet, hetzij door insolventie.
3. Wanneer de vennoten de vennootschap stilzwijgend voortzetten na het verstrijken van de tijd waarvoor zij is aangegaan, is de vennootschap voor onbepaalde tijd verlengd.
1. De vennootschap wordt alleen ontbonden ten aanzien van de vennoot die uittreedt:
a. indien het uittreden het gevolg is van een daartoe strekkende overeenkomst van de vennoten;
b. indien het uittreden het gevolg is van zijn dood, zijn onbekwaam worden of zijn faillissement, of, indien hij een rechtspersoon is, door het ophouden te bestaan;
c. indien het uittreden het gevolg is van het aanbreken van een in de overeenkomst van vennootschap voor uittreding aangeduid tijdstip;
d. indien het uittreden het gevolg is van zijn opzegging aan de andere vennoten of door opzegging aan hem door één of meer andere vennoten, mits zulks in de overeenkomst van vennootschap is voorzien;
e. door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.
De vennootschap wordt overigens ten aanzien van een vennoot niet ontbonden door het in vervulling gaan van een in de overeenkomst van vennootschap opgenomen ontbindende voorwaarde.
2. In de overeenkomst van vennootschap kan worden bepaald dat in de gevallen, bedoeld in lid 1 onder b, c en d, de vennootschap slechts wordt voortgezet indien de overblijvende vennoten hiermee met bekwame spoed instemmen.
3. In de overeenkomst van vennootschap kan worden bepaald dat het onbekwaam worden van een vennoot slechts tot gevolg heeft dat hij ophoudt besturend vennoot te zijn.
1. Een opzegging is vernietigbaar, indien zij in strijd met de redelijkheid en billijkheid is geschied.
2. In de overeenkomst van vennootschap die voor onbepaalde tijd is aangegaan, kan worden bepaald dat de opzegging niet of niet gedurende bepaalde tijd kan plaatsvinden.
3. Een vennootschap aangegaan voor een bepaalde tijd of voor een bepaald werk kan niet worden opgezegd, tenzij in de overeenkomst van vennootschap anders is bepaald.
1. De rechter kan op vordering van ieder der vennoten de vennootschap in haar geheel of ten aanzien van een of meer vennoten ontbinden wegens gewichtige redenen of op andere gronden die in de overeenkomst van vennootschap zijn voorzien.
2. Een zodanige ontbinding heeft geen terugwerkende kracht. De rechter kan de vordering toewijzen onder door hem te stellen voorwaarden en een partij die in de naleving van haar verplichtingen is tekort geschoten, met overeenkomstige toepassing van artikel 277 van Boek 6 tot schadevergoeding veroordelen.
3. De artikelen 265 tot en met 279 van Boek 6 zijn op een vennootschap niet van toepassing.
4. Indien er gronden zijn tot vernietiging van de overeenkomst van vennootschap, kan de vennootschap die rechtspersoonlijkheid heeft verkregen, slechts worden ontbonden door de rechter op verzoek van een belanghebbende. Op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie ontbindt de rechter voorts een vennootschap die rechtspersoon is, indien de overeenkomst van vennootschap niet voldoet aan de omschrijving van artikel 800 lid 1. Bij een ontbinding als in dit lid bedoeld zijn de artikelen 825 tot en met 831 van overeenkomstige toepassing.
1. Indien een vennootschap die geen rechtspersoon is, alleen wordt ontbonden ten aanzien van een vennoot die uittreedt en de vennootschap wordt voortgezet door de overblijvende vennoten, wordt diens aandeel in de vennootschappelijke gemeenschap toegedeeld aan de overblijvende vennoten. Artikel 186 lid 1 van Boek 3 is van toepassing.
2. De vennootschap is gehouden ten behoeve van de uitgetreden vennoot, of in geval van diens overlijden ten behoeve van zijn erfgenamen, een bedrag te betalen dat gelijk is aan de waarde van zijn economische deelgerechtigdheid in het vermogen van de vennootschap zoals die nader in de overeenkomst van vennootschap kan zijn bepaald. In de overeenkomst kan worden bedongen dat dit bedrag in ten hoogste tien jaarlijkse termijnen zal worden uitgekeerd. Is die waarde negatief, dan is de uitgetreden vennoot gehouden een bedrag gelijk aan de negatieve waarde aan de vennootschap te vergoeden.
3. De overblijvende vennoten zijn gehouden de schulden van de vennootschap voor hun rekening te nemen.
4. Indien een vennootschap die rechtspersoon is, alleen wordt ontbonden ten aanzien van een vennoot die uittreedt en de vennootschap wordt voortgezet door de overblijvende vennoten, verliest de uittredende vennoot zijn aandeel in de goederen van de vennootschap. Lid 2 is van toepassing; de in lid 3 aangeduide verplichting rust op de vennootschap.
1. In de overeenkomst van vennootschap kan worden bedongen dat in geval van de dood van een der vennoten de vennootschap voortduurt met de bij de overeenkomst aangewezen erfgenaam of erfgenamen, tenzij dezen het beding met bekwame spoed na de dood van de vennoot of eerder afwijzen. Bij het voortduren van de vennootschap volgen de aangewezen erfgenaam of erfgenamen de overledene als vennoot op. Artikel 823, leden 2, 3 en 4, is van toepassing, waarbij de uitkering, bedoeld in lid 4, ten goede komt aan de erfgenamen in verhouding tot ieders deel in de nalatenschap.
2. Bij de overeenkomst van vennootschap kan worden bepaald of en in hoeverre de aangewezen erfgenaam of erfgenamen besturende vennoten zullen zijn, en in het geval van een openbare vennootschap, of zij commanditaire vennoten zullen zijn.
1. Opvolging van een uit de vennootschap tredende vennoot of toetreding tot de vennootschap van een nieuwe vennoot kan alleen met medewerking van alle vennoten geschieden, tenzij in de overeenkomst van vennootschap anders is bepaald.
2. Bij opvolging van een vennoot gelden voor de opvolgende vennoot die de opvolging heeft aanvaard, de rechten en verplichtingen die voor hem uit de overeenkomst van vennootschap voortvloeien en wordt die overeenkomst ten aanzien van de uittredende vennoot op dat moment ontbonden.
3. Is de vennootschap geen rechtspersoon, dan wordt het aandeel van de uittredende vennoot in de goederen van de vennootschappelijke gemeenschap aan de opvolgende vennoot geleverd overeenkomstig artikel 96 van Boek 3. Is de vennootschap rechtspersoon, dan wordt het aandeel van de uittredende vennoot in de goederen van de vennootschap geleverd door een daartoe bestemde akte.
4. De in lid 3 bedoelde levering geschiedt tegen uitkering aan de uittredende vennoot van een bedrag dat gelijk is aan de waarde van de economische deelgerechtigdheid van de uittredende vennoot in het vermogen van de vennootschap, zoals die nader in de overeenkomst van vennootschap kan zijn bepaald.
1. Een rechtsvordering tegen de uitgetreden vennoot of zijn erfgenamen tot nakoming van ten tijde van zijn uittreden opeisbare vorderingen ten laste van de openbare vennootschap verjaart op het tijdstip dat ook de rechtsvordering tegen de vennootschap verjaart, en in ieder geval door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag volgend op die waarop zijn uittreden in het handelsregister is ingeschreven.
2. Een vennoot die toetreedt of opvolgt, is slechts verbonden voor de verbintenissen na zijn toetreding of opvolging ontstaan.
AFDELING 6: VEREFFENING EN VERDELING
1. Bij een ontbonden maatschap geschiedt de vereffening door de gewezen vennoten gezamenlijk, tenzij bij of krachtens overeenkomst anders is bepaald.
2. Bij een ontbonden openbare vennootschap geschiedt de vereffening door de gewezen besturende vennoten gezamenlijk, tenzij bij of krachtens overeenkomst anders is bepaald.
3. De rechter kan een vereffenaar met ingang van een door hem bepaalde dag ontslaan, hetzij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar, een gewezen vennoot of een belanghebbende, hetzij ambtshalve. In dit geval kan de rechter een andere vereffenaar benoemen. Indien vereffenaars ontbreken, benoemt de rechter een vereffenaar op verzoek van een gewezen vennoot of van een belanghebbende, of ambtshalve. Artikel 23, leden 3 en 6, van Boek 2 is van toepassing. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent.
4. Op de ontbonden vennootschap die geen rechtspersoon is, is titel 7 van Boek 3 niet van toepassing.
1. Vereffenaars zijn met inachtneming van artikel 830 bevoegd tot het verrichten van alle handelingen die ertoe strekken het vermogen van de vennootschap te vereffenen en tot verdeling of afwikkeling te brengen. Zij zijn gehouden tot een behoorlijke vervulling van hun taak.
2. Vereffenaars treden als zodanig op, waarbij zij bij een openbare vennootschap handelen onder de door deze gevoerde naam. In stukken en aankondigingen die van de openbare vennootschap uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden «in liquidatie».
3. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, is verplicht alle de door deze gewenste inlichtingen te geven en diens aanwijzingen op te volgen. Tegen de aanwijzingen staan geen rechtsmiddelen open.
1. Na ontbinding blijft de vennootschappelijke gemeenschap voortbestaan totdat de vereffening is geëindigd. Een gewezen vennoot kan niet beschikken over zijn aandeel in een bepaald tot die gemeenschap behorend goed noch over zijn aandeel in die gemeenschap. Zijn schuldeisers kunnen een aandeel als in de vorige volzin bedoeld niet uitwinnen. Verdeling van die gemeenschap kan niet worden gevorderd.
2. Tot de vennootschappelijke gemeenschap behorende schulden kunnen na de ontbinding van de vennootschap op de goederen van die gemeenschap worden verhaald.
De openbare vennootschap die rechtspersoon is, blijft als rechtspersoon na haar ontbinding voortbestaan totdat de vereffening ingevolge artikel 831 lid 1 is geëindigd. Een gewezen vennoot kan niet beschikken over zijn aandeel in de goederen van die rechtspersoon en zijn schuldeisers kunnen een zodanig aandeel niet uitwinnen.
Voor verbintenissen van de vennootschap, ontstaan door het handelen van vereffenaars, geldt artikel 813.
1. De vereffenaar roept de schuldeisers van de openbare vennootschap op om hun vorderingen binnen twee maanden bij hem in te dienen. De oproeping geschiedt in de Nederlandse Staatscourant en in een landelijk verspreid dagblad. De hem bekende schuldeisers worden voorts per brief opgeroepen. Dit laatste geldt ook voor de hem bekende schuldeisers van een maatschap.
2. Voor zover het vermogen van de vennootschap niet toereikend is om de schulden van de vennootschap te voldoen, kan de vereffenaar van iedere gewezen vennoot vorderen in de liquidatiekas datgene te storten waartoe hij naar evenredigheid van zijn door hem te dragen aandeel in het verlies is gehouden.
3. Door de vereffenaar wordt hetgeen na voldoening der schuldeisers van de vennootschap is overgebleven van het vermogen van de ontbonden vennootschap, aan de gewezen vennoten door overdracht toegedeeld of uitgekeerd in verhouding tot ieders economische deelgerechtigdheid.
4. Voor zover tot het overblijvende iets anders dan geld behoort en de overeenkomst van vennootschap geen nadere aanwijzing behelst, komen de in artikel 23b lid 3 van Boek 2 genoemde wijzen van verdeling in aanmerking.
5. Bij de bepaling van ieders economische deelgerechtigdheid gelden, tenzij bij de overeenkomst van vennootschap anders is voorzien, de leden 8 tot en met 10 van dit artikel. Op de deelgerechtigdheid van een gewezen vennoot wordt toegerekend hetgeen hij moet bijdragen aan de voor rekening van de vennootschap komende schulden.
6. De vereffenaar stelt ten behoeve van de gewezen vennoten een rekening en verantwoording op waaruit het overschot of tekort na voldoening van de schuldeisers van de vennootschap blijkt, en voorts op basis hiervan een plan dat de grondslagen bevat van de toedelingen of uitkeringen, en in geval van een tekort van de bijdragen van de gewezen vennoten in het verlies.
7. Voor zover de gewezen vennoten niet instemmen met de in het plan voorziene toedelingen, uitkeringen of bijdragen in het verlies, gelast de rechter binnen wiens rechtsgebied een van de vereffenaars woonplaats heeft, op verzoek van de vereffenaar of een gewezen vennoot op welke wijze, aan wie, door wie en in welke omvang deze dienen te geschieden. Hij kan ook een voorlopige toedeling of uitkering bevelen wanneer het saldo van het vermogen na voldoening van de schuldeisers der vennootschap daartoe aanleiding geeft.
8. De vennoten ontvangen zoveel mogelijk de waarde van hun inbreng in geld of goederen ten tijde van die inbreng. Zijn zij op de balans van de vennootschap gecrediteerd, dan geldt het gecrediteerde bedrag als waarde van de inbreng.
9. Tot het restant zijn de vennoten naar evenredigheid van hun winstaandeel gerechtigd.
10. Is hetgeen van het vermogen der vennootschap na voldoening der schuldeisers is overgebleven, minder dan de waarde van de inbreng van geld of goederen, dan wordt dit tekort door de vennoten gedragen naar evenredigheid van ieders aandeel in het verlies.
1. De vereffening eindigt op het tijdstip dat de in het plan voorziene of door de rechter bevolen toedelingen, uitkeringen of bijdragen in het verlies hebben plaatsgevonden. De vereffenaar doet van die beëindiging opgave in het handelsregister waarin de vennootschap is ingeschreven.
2. De vereffenaar of indien er meer vereffenaars zijn, degene die door de meerderheid van dezen daartoe is aangewezen, bewaart de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden vennootschap gedurende zeven jaren nadat haar vereffening is geëindigd. Ontbreekt de vereffenaar, of is deze of de aangewezen persoon niet bereid te bewaren, dan wordt een bewaarder op verzoek van een belanghebbende benoemd door de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied een van de gewezen vennoten woonplaats heeft. Rechtsmiddelen staan niet open.
3. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister waarin de vennootschap is ingeschreven.
4. De in lid 2 bedoelde kantonrechter kan desverzocht machtiging geven tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers aan iedere gewezen vennoot of zijn rechtverkrijgende die aantoont bij die raadpleging een redelijk belang te hebben.
AFDELING 7: VERKRIJGEN EN OPGEVEN VAN RECHTSPERSOONLIJKHEID; OMZETTING
1. Een bestaande openbare vennootschap kan rechtspersoonlijkheid verkrijgen.
2. Voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid is vereist
a. dat in de overeenkomst van vennootschap wordt bepaald dat zij rechtspersoon is;
b. dat de aldus gewijzigde overeenkomst in een notariële akte wordt opgenomen, waarbij de laatste twee zinnen van artikel 802 lid 1 van toepassing zijn;
c. dat alle goederen behorend tot de vennootschappelijke gemeenschap blijkens die akte worden ingebracht in de rechtspersoon.
De vennootschap is rechtspersoon vanaf de dag volgend op die waarop zij aan het handelsregister opgave heeft gedaan van het verkrijgen van haar rechtspersoonlijkheid.
3. Voor de inbreng, bedoeld in lid 2, is een levering vereist op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven. Artikel 805 lid 4 is van toepassing.
4. Na het ontstaan van de rechtspersoonlijkheid kunnen alle schulden van de vennootschap worden verhaald op de goederen van de vennootschappelijke gemeenschap voor zover nog aanwezig, en op de goederen van de rechtspersoon. De rechtspersoon treedt bij rechtsverhoudingen die op dat moment bestonden tussen de vennootschap en derden, in de positie van die vennootschap.
1. Een vennootschap die rechtspersoon is, kan haar rechtspersoonlijkheid opgeven.
2. Voor het opgeven van de rechtspersoonlijkheid is vereist:
a. dat in de overeenkomst van vennootschap de bepaling wordt geschrapt dat zij rechtspersoon is;
b. dat deze wijziging van de overeenkomst in een notariële akte wordt opgenomen, waarbij de laatste twee zinnen van artikel 802 lid 1 van toepassing zijn;
c. dat alle goederen waartoe de rechtspersoon gerechtigd is, blijkens die akte worden ingebracht in een vennootschappelijke gemeenschap waarvan de vennoten de deelgenoten zijn.
De vennootschap is niet langer rechtspersoon vanaf de dag volgend op die waarop zij aan het handelsregister opgave heeft gedaan van het opgeven van haar rechtspersoonlijkheid.
3. Voor de inbreng, bedoeld in lid 2, is een levering door de besturende vennoten vereist op dezelfde wijze als voor overdracht is voorgeschreven. Artikel 805 lid 4 is van toepassing.
4. Na het verdwijnen van de rechtspersoonlijkheid kunnen alle schulden van de vennootschap worden verhaald op de goederen van de niet meer bestaande rechtspersoon voor zover nog aanwezig, en op de vennootschappelijke gemeenschap. De vennootschap treedt bij rechtsverhoudingen die op dat moment bestonden tussen de rechtspersoon en derden, in de positie van die rechtspersoon.
1. Een openbare vennootschap die rechtspersoon is, kan zich met inachtneming van de volgende leden omzetten in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
2. Voor de omzetting zijn vereist:
a. de overeenkomst van de vennoten daartoe of, indien de overeenkomst van vennootschap hierin voorziet, een besluit daartoe genomen met de instemming van ten minste tweederden van het aantal vennoten;
b. een notariële akte van omzetting die de statuten van de besloten vennootschap bevat;
c. een aanduiding in die akte van het vermogen van de openbare vennootschap en zijn bestanddelen, en hoeveel aandelen ieder der vennoten gelet op zijn deelgerechtigdheid in dat vermogen, in het kapitaal van de besloten vennootschap zal verkrijgen;
d. een rechterlijke machtiging.
3. Slechts de besturende vennoten van de openbare vennootschap kunnen machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. De rechter gelast de oproeping van de vennoten die niet hebben ingestemd. De machtiging wordt in elk geval geweigerd indien een rechtsvordering tot nietigverklaring of vernietiging van de overeenkomst tot omzetting of het besluit daartoe aanhangig is, of indien de belangen van de vennoten die niet hebben ingestemd, onvoldoende zijn ontzien, en voorts indien een vennoot die niet heeft ingestemd en geen aandeelhouder wil worden van de vennootschap op zijn schriftelijk verzoek in te dienen binnen een maand nadat hem de mogelijkheid hiertoe door de vennootschap is meegedeeld, geen schadeloosstelling heeft verkregen voor het verlies van zijn economische deelgerechtigheid in het vermogen van de vennootschap. Deze schadeloosstelling wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de rechtbank of haar voorzieningenrechter; de artikelen 351 en 352 van Boek 2 zijn van toepassing. De notaris verklaart in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.
4. Aan de akte van omzetting worden gehecht:
a. een verklaring van onze Minister van Justitie waarop artikel 179 van Boek 2 van toepassing is, dat hem van bezwaren tegen de omzetting niet is gebleken;
b. een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2, waaruit blijkt dat het eigen vermogen van de rechtspersoon op een dag binnen vijf maanden vóór de omzetting ten minste het bedrag beloopt van het gestorte deel van het geplaatste kapitaal volgens de akte van omzetting; bij het eigen vermogen mag de waarde worden geteld van hetgeen na die dag uiterlijk onverwijld na de omzetting op aandelen zal worden gestort.
5. De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving in het handelsregister waar hij als openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid moet zijn ingeschreven, en voorts waar hij als besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid moet worden ingeschreven.
6. Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.
7. Rechtsvorderingen tegen de vennoten van de openbare vennootschap of hun erfgenamen tot nakoming van ten tijde van de omzetting bestaande verbintenissen van die vennootschap, verjaren door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag waarop de omzetting overeenkomstig lid 5 in het handelsregister is ingeschreven.
1. Een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid kan zich met inachtneming van de leden 2 tot en met 5 omzetten in een openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid.
2. Voor de omzetting zijn vereist:
a. een besluit tot omzetting genomen met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging en in elk geval met een meerderheid van ten minste tweederden van de uitgebrachte stemmen;
b. een notariële akte van omzetting die de overeenkomst van openbare vennootschap bevat;
c. een aanduiding in die akte van het vermogen van de besloten vennootschap en zijn bestanddelen, en hoe groot de economische deelgerechtigheid van ieder der vennoten in het vermogen van de openbare vennootschap zal zijn, gelet op de aandelen die ieder van hen in het kapitaal van de besloten vennootschap houdt;
d. het naleven van artikel 209 van Boek 2 dat op het besluit tot omzetting van toepassing is;
e. een rechterlijke machtiging.
3. Slechts de besloten vennootschap kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank onder overlegging van een notarieel ontwerp van die akte. De rechter gelast de oproeping van de aandeelhouders die niet hebben ingestemd. De machtiging wordt in elk geval geweigerd indien het vereiste besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging daarvan aanhangig is, indien de belangen van de aandeelhouders die niet hebben ingestemd, onvoldoende zijn ontzien, en voorts indien een aandeelhouder die niet heeft ingestemd en geen vennoot wil worden, van de besloten vennootschap op zijn schriftelijk verzoek in te dienen binnen een maand nadat hem de mogelijkheid hiertoe is meegedeeld op dezelfde wijze als de oproeping tot een algemene vergadering, geen schadeloosstelling heeft verkregen voor het verlies van zijn aandelen. Deze schadeloosstelling wordt bij gebreke van overeenstemming bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de rechtbank of haar voorzieningenrechter; de artikelen 351 en 352 van Boek 2 zijn van toepassing. De notaris verklaart in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.
4. De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving aan het handelsregister waar hij als besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid moet zijn ingeschreven, en voorts waar hij als openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid zal moeten worden ingeschreven.
5. Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.
AFDELING 8: DE COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP
1. De commanditaire vennootschap is de als zodanig optredende openbare vennootschap welke naast een of meer gewone vennoten een of meer commanditaire vennoten heeft.
2. De commanditaire vennoot is de vennoot die niet uitsluitend arbeid inbrengt, die uitgesloten is van de bevoegdheid om rechtshandelingen te verrichten voor rekening van de vennootschap, en die in het verlies der vennootschap niet verder behoeft te delen dan tot het bedrag van hetgeen hij heeft ingebracht of verplicht is in te brengen.
3. Artikel 802 is van toepassing, met dien verstande dat in afwijking van artikel 802 lid 4 de naam aanvangt of eindigt met de woorden Commanditaire Vennootschap met rechtspersoonlijkheid, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot «CVR».
4. De commanditaire vennootschap heeft geen in aandelen verdeeld kapitaal.
1. De gewone vennoten van de commanditaire vennootschap zijn hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen van de vennootschap; de commanditaire vennoten zijn niet verbonden voor zodanige verbintenissen. Op de gewone vennoten is artikel 813 lid 2 van toepassing. Wordt een vennoot commanditair, dan is artikel 824 lid 1 van overeenkomstige toepassing.
2. Handelt een commanditaire vennoot al dan niet krachtens volmacht in naam van de vennootschap of oefent hij door zijn handelen een beslissende invloed uit op het optreden door de besturende vennoten namens de vennootschap, dan is hij tegenover derden hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen der vennootschap die ten tijde van zijn handelen of daarna zijn ontstaan, tenzij zijn handelen deze verbondenheid niet of niet ten volle rechtvaardigt.
3. Is de naam van de commanditaire vennoot in de naam van de vennootschap opgenomen, dan is de commanditaire vennoot hoofdelijk verbonden voor de verbintenissen der vennootschap, ontstaan terwijl de vennootschap deze naam voert. Dit geldt niet indien een vennoot wiens naam in die der vennootschap voorkomt, commanditaire vennoot wordt.
De inwerkingtreding van deze wet wordt bij de wet geregeld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28746-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.