28 741 Jeugdcriminaliteit

Nr. 121 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2024

De Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspectie) heeft onderzoek gedaan naar wachtlijsten in de jeugdstrafrechtketen. Hierbij bied ik uw Kamer het rapport van dit onderzoek aan.

In het onderzoek staat de vraag centraal hoe de organisaties in de jeugdstrafrechtketen er gezamenlijk voor zorgen dat een jeugdige in overeenstemming met het pedagogisch uitgangspunt zo snel en zorgvuldig mogelijk door de jeugdstrafrechtketen loopt.

De Inspectie concludeert dat jeugdigen, ondanks grote inspanningen van ketenorganisaties, te lang moeten wachten op hun straf of maatregel. Naarmate jeugdigen langer moeten wachten in het proces, komt het pedagogisch uitgangspunt (verder) onder druk te staan. De Inspectie geeft aan dat de overheid daarmee niet voldoet aan haar verplichting volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind om de tijd tussen het plegen van een strafbaar feit en de opgelegde straf of maatregel zo kort mogelijk te laten zijn. In het rapport doet de Inspectie op basis van de conclusies van haar onderzoek aanbevelingen aan de Staatssecretaris Rechtsbescherming als stelselverantwoordelijke, aan de organisaties in de jeugdstrafrechtketen gezamenlijk en het Bestuurlijk Ketenberaad en aan de individuele ketenorganisaties.

Een goed functionerende jeugdstrafrechtketen met korte doorlooptijden acht ik van groot belang in het streven naar het voorkomen dat jongeren verder doorgroeien in de criminaliteit en het terugdringen van recidive. De Inspectie heeft een rapport opgeleverd met belangwekkende conclusies en handvatten voor verbetering. Ik zal het Inspectierapport bespreken met de partners in de jeugdstrafrechtketen en stuur uw Kamer in de eerste helft van 2025 een inhoudelijke reactie.

De Staatssecretaris Rechtsbescherming, T.H.D. Struycken

Naar boven