28 740
Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst van de griffierechten (verhoging van de opbrengst van griffierechten)

nr. 8
AANVULLEND VERSLAG

Vastgesteld 18 april 2003

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft op 25 maart 2002 (kamerstuk 28 740, nr. 5) verslag uitgebracht van haar bevindingen. Hierbij is ten onrechte de inbreng van de VVD-fractie niet opgenomen.

Onder het voorbehoud dat de hieronder gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden willen echter wel nog een aantal vragen stellen en opmerkingen plaatsen voordat zij hun standpunt bepalen.

Korte beschrijving van het voorstel

De leden van de VVD-fractie merken op dat zij het essentieel vinden dat de toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd in artikel 6 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) door dit wetsvoorstel niet in het geding komt. Kan de regering garanderen dat ook na de verhoging van het griffierecht met 15% het recht tot toegang tot de rechter gewaarborgd blijft, mede gelet op het feit dat per 1 februari 2003 de griffierechten met 6,75% zijn geïndexeerd, zo vragen deze leden.

De regering stelt, zo vervolgen de leden van de VVD-fractie, dat «teneinde slagvaardige rechtspraak te waarborgen het van belang is dat de burger hier zorgvuldig gebruik van maakt». Heeft de regering aanwijzingen dat de rechtspraak op dit moment onzorgvuldig wordt gebruikt, zo vragen deze leden.

De regering kondigt aan een onderzoek te starten om te bezien of de structuur van de griffierechten kan worden vereenvoudigd. De aan het woord zijnde leden van de VVD-fractie vragen de regering aan te geven wanneer de resultaten van dat onderzoek bekend zullen zijn.

De voorzitter van de commissie,

Van de Camp

De griffier voor dit verslag,

Van Bemmel


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), voorzitter, De Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Dittrich (D66), Vos (GL), Cornielje (VVD), Rouvoet (CU), Kamp (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Rietkerk (CDA), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Örgü (VVD), Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Lazrak (SP), Wolfsen (PvdA), Tonkens (GL), De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Straub (PvdA), Nijs (VVD) en Griffith, MPA (VVD).

Plv. leden: Van der Hoeven (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Van der Laan (D66), Halsema (GL), Nicolaï (VVD), Van der Staaij (SGP), Blok (VVD), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), De Pater-van der Meer (CDA), Tjon-A-Ten (PvdA), Ormel (CDA), Remkes (VVD), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Vergeer-Mudde (SP), Arib (PvdA), Karimi (GL), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Nawijn (LPF), Joldersma (CDA), Hermans (LPF), Van Dijken (PvdA), Rijpstra (VVD) en Hirsi Ali (VVD).

Naar boven