28 737
Evaluatie van het baten-lastenmodel

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2010

De Commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu besprak in de procedurevergadering op donderdag 4 maart 2010 de brief van mijn ambtsvoorganger van 25 januari (Kamerstukken II 2009/2010, 28 737, nr. 19) waarin melding wordt gemaakt van het voornemen om de al lang beoogde status van zelfstandig bestuursorgaan (zbo) voor de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) op zo kort mogelijke termijn en in ieder geval voor 1 april 2010 te effectueren. Deze brief is aan de Tweede Kamer gestuurd om invulling te geven aan het laatste openstaande punt uit de motie van de Kamerleden de Krom en Samsom (Kamerstukken II 2004/2005, 29 766, nr. 10): de vraag om voorafgaande aan de effectuering van het zbo-schap uw Kamer te informeren over de datum van effectuering. Alle overige punten uit deze motie waren al eerder uitgevoerd.

Met deze brief wil ik u vragen het besluit om de genoemde brief controversieel te verklaren, te heroverwegen en wel om de volgende redenen.

Het voornemen om de Nederlandse Emissieautoriteit de status van zelfstandig bestuursorgaan te geven, bestaat al vanaf het moment dat de implementatiewet EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten aan uw Kamer werd aangeboden. Uw Kamer is in juli 2004 akkoord gegaan met de toekenning van de zbo-status aan de NEa. In december 2004 is op uitdrukkelijke wens van uw Kamer besloten om met de effectuering te wachten tot na de eerste evaluatie van het hele systeem. Met een brief van 4 januari 2008 (Kamerstukken II 2007/2008, 29 565 en 30 694, nr. 22) heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer over de resultaten van de evaluatie geïnformeerd en gemeld dat zij voornemens was het zbo-schap te verlenen, aangezien de argumenten daarvoor nog steeds valide waren. Sedertdien is stap voor stap gewerkt aan de uitvoering van dit voornemen. Alles is nu in gereedheid, alleen het formele startsein moet nog gegeven worden.

De belangrijkste argumenten om voor een zbo-schap te kiezen, zijn de volgende. Voor het goed functioneren van het systeem van emissiehandel is het van belang dat alle spelers in het systeem gelijk worden behandeld. Om die gelijke behandeling te waarborgen is oordeelsvorming door een bevoegd gezag dat in onafhankelijkheid kan oordelen van groot belang. Daarop is door de Commissie van de Europese Unie ook nadrukkelijk aangedrongen. Het feit dat de overheid zelf als handelende partij betrokken is de handel in CO2-emissierechten is daarbij het kernargument. Het Rijk is al enige jaren actief op de markt van Joint Implementation (JI) en het Clean Development Mechanism (CDM), instrumenten die sinds enkele jaren wettelijk en feitelijk gekoppeld zijn aan het CO2-emissiehandelssysteem. Zolang de NEa als batenlastendienst onder mijn eindverantwoordelijkheid functioneert, is er feitelijk sprake van het samenvallen van het optreden van het Rijk als enerzijds speler op het emissiehandelsveld en anderzijds als toezichthouder. Het samenvallen van deze rollen maakt dat het onafhankelijk optreden van de NEa in zijn rol als toezichthouder twijfelachtig zou kunnen worden, en dat kan op zichzelf al een bedreiging vormen voor de integriteit van het systeem. Iedere schijn van belangenverstrengeling moet vermeden worden. Ook in vergelijkbare gevallen, zoals bijvoorbeeld bij de OPTA, is om deze reden voor de status van zelfstandig bestuursorgaan gekozen. Ook de aan het emissiehandelssysteem deelnemende bedrijven verdienen de zekerheid van volstrekt onafhankelijk toezicht.

Bij de behandeling van de brief van mijn ambtvoorganger over de evaluatie van het ETS heeft uw Kamer geen bezwaren geuit tegen het effectueren van het zbo-schap. Daarom zijn vorig jaar alle stappen gezet om de start van het zelfstandig bestuursorgaan zo goed voor te bereiden: de bestuursleden zijn in een publieke procedure geworven, er zijn aanstellingsbesluiten voor de bestuursleden voorbereid en er ligt een concept van het Bestuursregelement. De beoogd voorzitter is mevrouw dr. D.J.M. Corbey en de beoogde leden zijn mevrouw mr. E.F. van Galen en de heer dr. C de Visser. Voor een goed begrip wijs ik er op dat uitsluitend het bestuur de status van zbo zal krijgen en dat de bestaande batenlastendienst NEa in dezelfde vorm als nu het geval is zal blijven bestaan. De drie bestuursleden krijgen een aanstelling van zeer bescheiden omvang (te weten 1 dag per week voor de voorzitter en 1 dag per maand voor de andere bestuursleden), voldoende om de onafhankelijke oordeelsvorming te waarborgen.

Waar reeds vanaf het allereerste begin het voornemen is geweest de Nederlandse Emissieautoriteit de status van zelfstandig bestuursorgaan te geven en er vanaf dat moment geen ontwikkelingen zijn geweest die aanleiding geven dat voornemen te wijzigen, wil ik er bij uw Kamer op aandringen alsnog in te stemmen met het op zo kort mogelijk termijn effectueren van het zbo-schap. De beschreven situatie waarbij het Rijk als speler èn als toezichthouder optreedt op het voor het klimaatbeleid cruciale terrein van emissiehandel moet mijns inziens niet langer voortduren dan noodzakelijk.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Naar boven