28 734
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing en de Wet op de economische delicten (onderbrenging van overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften en daarmee samenhangende overtredingen onder de werkingssfeer van de Wet op de economische delicten)

nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID SCHREIJER-PIERIK

Ontvangen 27 januari 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel IIIa wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIIB

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zendt in overeenstemming met Onze Minister van Justitie binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Toelichting

Met de voorgestelde evaluatie wordt beoogd vier jaar na inwerkingtreding van de wet vast te stellen in hoeverre de met de wet beoogde doelstellingen worden bereikt. Bij de evaluatie dient de vraag betrokken te worden tot welke extra belasting van de strafrechtelijke keten de wet leidt. Een mogelijke overbelasting van de strafrechtelijke keten als gevolg van de wet kan hiermee tijdig gesignaleerd worden.

Schreijer-Pierik

Naar boven