nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot verandering
in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
11 december 2002
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 27 maart 2002
(Stb. 171) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde
voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen
inzake het onderwijs;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Grondwet ondergaat de in de artikel II omschreven veranderingen.
ARTIKEL II
Artikel 23, vierde lid, van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd:
A. Aan het slot van de eerste volzin wordt «aantal scholen»
vervangen door: aantal openbare scholen.
B. Aan het slot van de tweede volzin wordt de punt vervangen door: , al
dan niet in een openbare school.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,