28 726
Verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot verandering in de Grondwet, strekkende tot wijziging van de bepalingen inzake het onderwijs.

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

11 december 2002

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de wet van 27 maart 2002 (Stb. 171) heeft verklaard dat er grond bestaat het daarbij vastgestelde voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Grondwet ondergaat de in de artikel II omschreven veranderingen.

ARTIKEL II

Artikel 23, vierde lid, van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan het slot van de eerste volzin wordt «aantal scholen» vervangen door: aantal openbare scholen.

B. Aan het slot van de tweede volzin wordt de punt vervangen door: , al dan niet in een openbare school.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

Naar boven