28 694
Verpakkingsbeleid

nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2009

Ontvangen bij de Griffie van de Tweede Kamer op 30 juni 2009.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan conform de door de minister aangegeven datum 29 september 2009.

Hierbij zend ik u een ontwerpbesluit1 houdende wijziging van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton in verband met de verbetering van de regels inzake verpakkingen.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Vanwege het vrijwel volledig samenvallen van deze periode van vier weken met het zomerreces van uw kamer, verzoek ik uw kamer uiterlijk 29 september aanstaande te reageren op het ontwerpbesluit.

Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer in de Staatscourant bekend gemaakt om eenieder de gelegenheid te geven wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Het ontwerpbesluit strekt ertoe om in het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton enkele wijzigingen van verschillende aard aan te brengen. De voornaamste wijzigingen zijn het laten vervallen van de mededelingsverplichting en het uitvoeren van de motie van de Tweede Kamerleden, Neppérus en Spies, waarmee kleine bedrijven uitgezonderd worden van de verslagleggingsverplichting (Kamerstukken II 31 200, nr. 42).

Er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het ontwerpbesluit.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven