28 694
Verpakkingsbeleid

nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2007

In het Algemeen Overleg met de vaste commissie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 juni jl. (Kamerstuk 28 694/27 664, nr. 41) over verpakkingen en zwerfafval heb ik u de stand van zaken weergegeven over de onderhandelingen die gaande waren tussen de VNG en het verpakkende bedrijfsleven over de inzameling van consumentenverpakkingen ter uitvoering van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Tevens heb ik u aangegeven dat spoedig een akkoord kon worden verwacht tussen deze partijen en tussen deze partijen en de minister van VROM.

Op 27 juli 2007 heb ik een akkoord gesloten met de VNG en het verpakkende bedrijfsleven. De afspraken die we hebben gemaakt, zijn vastgelegd in een raamovereenkomst. Deze raamovereenkomst en bijbehorende bijlagen bied ik u hierbij aan1. De VNG en het verpakkende bedrijfsleven hebben de overeenkomst als het onderhandelingsresultaat voorgelegd aan hun achterbannen. Partijen zullen na de zomer de overeenkomst definitief bevestigen.

Onderdeel van deze raamovereenkomst is het akkoord tussen VNG en het verpakkende bedrijfsleven over de vergoeding van de kosten die gemeenten maken voor de inzameling van het verpakkingsafval.

In de raamovereenkomst is vastgelegd dat de drie partijen op grond van een aantal overwegingen overeen gekomen zijn dat er een afvalfonds komt, waaruit de vergoedingen aan de gemeenten worden uitgekeerd. Jaarlijks wordt vanuit de begroting van VROM 115 miljoen Euro gestort in het afvalfonds. Deze 115 miljoen wordt verkregen door een extra belastingheffing bovenop de reeds in het coalitieakkoord afgesproken verpakkingsbelasting van 250 miljoen Euro. Tevens wordt uit het afvalfonds de bijdrage betaald van het bedrijfsleven van 11 miljoen Euro per jaar voor de uitvoering van het Impulsprogramma Zwerfafval.

Met deze raamovereenkomst zijn niet alleen de afspraken vastgelegd over de vergoeding door het verantwoordelijke bedrijfsleven van de kosten die gemeenten maken voor de inzameling van het verpakkingenafval, maar tevens heeft het bedrijfsleven zich gebonden aan een hogere integrale doelstelling van materiaalhergebruik voor kunststof verpakkingen.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven