28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 145 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2021

In het Besluit beheer verpakkingen 2014 zijn doelstellingen opgenomen die producenten die verpakkingen in omloop brengen moeten halen in het kader van hun wettelijke uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (Kamerstuk 28 6958, nr. 127). In het kader van de implementatie van de EU-verpakkingenrichtlijn worden deze doelstellingen herzien. Met deze herziening wordt de inzet van Nederland voor meer circulaire verpakkingen in wettelijke doelstellingen geborgd, wordt de meetmethode voor recycling aangescherpt en wordt naast recycling ook hergebruik – een trede hoger op de R-ladder – onderdeel van de doelstellingen. Tevens worden met de richtlijn aparte doelstellingen voor aluminium en ferro-metalen verpakkingen geïntroduceerd, waar deze metalen voorheen een gezamenlijke doelstelling kenden.

In mijn Kamerbrief van 2 juli 2020 (Kamerstuk 28 694, nr. 136) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het implementatiebesluit en de daarin opgenomen doelen. In die Kamerbrief heb ik aangekondigd dat er voor de nieuwe doelstellingen voor aluminium en ferro-metalen verpakkingen nader onderzoek nodig was. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit onderzoek en over de doelstellingen voor aluminium en ferro-metalen verpakkingen die in het implementatiebesluit worden opgenomen.

De Wageningen UR heeft in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek gedaan naar het recyclingpercentage van aluminium en ferro-metalen zoals dat in 2017 gehaald werd, gemeten volgens de aangescherpte meetmethode. Het rapport van de Wageningen UR is als bijlage bij deze brief gevoegd1.

Uit het onderzoek blijkt dat in 2017 circa 73% van de aluminium verpakkingen werd gerecycled. Op 31 december 2022 wordt statiegeld op blikjes verplicht. Deze blikjes zijn gemaakt van aluminium. Door de introductie van statiegeld neemt de recycling van blikjes toe. Daarnaast wil ik borgen dat ook de circulariteit van de overige aluminium verpakkingen – zoals bijvoorbeeld chipszakken of slagroombussen – via de doelstelling wordt gestimuleerd. Ik acht daarmee een percentage van 80% in 2025 voor aluminium haalbaar en wenselijk en zal dit percentage als wettelijke doelstelling vastleggen in het besluit. Voor de jaren 2021–2024 zullen tussendoelen worden geformuleerd.

Uit het onderzoek blijkt dat in 2017 circa 94% van de ferro-metalen verpakkingen werden gerecycled. Met dit hoge percentage is de keten van ferro-metalen verpakkingen nagenoeg circulair. Ik wil deze prestatie voor de toekomst borgen en neem daarom 94% als minimumverplichting op in het Besluit.

Beide doelstellingen zullen in het Besluit worden opgenomen als een «circulaire doelstelling». Dat betekent dat naast recycling ook hergebruik meetelt voor het bereiken van de doelen. Hergebruik voorkomt het ontstaan van afval en staat daarom hoger op de R-ladder. Met het verbreden van de doelstellingen worden producenten aangemoedigd de transitie te maken naar hergebruik.

Afronding besluit en evaluatie

Met het vaststellen van de doelen voor aluminium en ferro-metalen zijn voor alle materiaalstromen van verpakkingen nieuwe doelen geformuleerd en kan de implementatie worden afgerond. Op dit moment wordt het ontwerp-implementatiebesluit bij de Europese Commissie genotificeerd. Zodra deze stap is afgerond, zal ik het Besluit met een nader rapport ter ondertekening aan de Koning voorleggen. Inzet is het Besluit uiterlijk 1 juli te publiceren en daarmee de implementatie af te ronden. Het Besluit zal dan ook in het kader van de nahang-procedure aan uw Kamer worden aangeboden.

Naar aanleiding van mijn toezegging in het Algemeen Overleg circulaire economie van 2 december jl. (Kamerstuk 32 852, nr. 137), heeft het ministerie de voorbije maanden verschillende gesprekken gevoerd met bedrijfsleven, wetenschappers, milieuorganisaties en ketenpartijen, over de werking en de hoogte van de nieuwe doelen. Ook de Raad van State heeft in haar advies op het ontwerp-implementatiebesluit aandacht gevraagd voor doelstellingen die, in de transitie naar een circulaire economie, doorlopend aanzetten om meer te gaan recyclen en/of hergebruiken. Om in de transitie tijdig te kunnen sturen heb ik daarom in het implementatiebesluit een evaluatiebepaling opgenomen die stelt dat de doelstellingen in 2023, uiterlijk 2024, worden geëvalueerd en waar nodig worden bijgesteld.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven