De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat een legal opinion, gedateerd 4 april 2014, is opgesteld – in opdracht
van de Stichting Ons Statiegeld, de milieubeweging vertegenwoordigd door Recycling
Nederland en een emballageproducent – betreffende de Raamovereenkomst Verpakkingen,
die is gesloten door de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, een meerderheid
van het verpakkende bedrijfsleven en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;
constaterende dat een inhoudelijke reactie van de staatssecretaris op deze legal opinion
ontbreekt;
constaterende dat in de brief van 10 april 2014 gesteld is dat de afschaffing van
statiegeld geen doorgang zou vinden als er één prestatiegarantie niet is nagekomen;
constaterende dat met de Raamovereenkomst Verpakkingen een totaalpakket van afspraken
is geformuleerd, waarmee gewaarborgd zou (moeten) worden dat het bedrijfsleven forse,
afdwingbare stappen zou nemen ter zake van de verduurzaming van verpakkingen en hoogwaardige
recycling;
constaterende dat in de legal opinion is weergegeven dat er – naast de prestatieafspraken
ex artikel 11, lid 1, van de Raamovereenkomst – nog veel meer afspraken zijn neergelegd
in de Raamovereenkomst, welke in belangrijke mate niet zijn nagekomen;
verzoekt de regering, te komen met een reactie op de in de legal opinion benoemde
tekortkomingen en/of niet nakoming ter zake de Raamovereenkomst,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Gerven