28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 115 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Ontvangen ter Griffie van de Tweede Kamer op 13 mei 2014. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 11 juni 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 mei 2014

Hierbij zend ik u het ontwerpbesluit beheer verpakkingen 20141. Dit ontwerpbesluit zal het thans geldende Besluit beheer verpakkingen en papier en karton vervangen.

Het doel van dit ontwerpbesluit is om verpakkingen zo duurzaam mogelijk te maken en er voor te zorgen dat afgedankte verpakkingen zo veel mogelijk weer grondstof worden. Dit besluit is één van de uitwerkingen van het programma Van Afval Naar Grondstof. Daarmee wordt een nadere invulling gegeven aan de doelstelling van het kabinet om tot een economie te komen waarin zo weinig mogelijk wordt verspild.

Voor de stromen kunststof en hout zijn in dit besluit hogere recycledoelstellingen opgenomen. Ook is de mogelijkheid opgenomen om inzamelen van drankenkartons te verplichten en voor deze verpakkingen een recycledoelstelling vast te stellen.

Met dit besluit geef ik ook uitvoering aan de motie Leegte (Kamerstuk 30 872, nr. 101). Om die reden vervallen de nooit in werking getreden artikelen over statiegeld. Het afschaffen van deze artikelen zorgt er niet voor dat statiegeld definitief wordt vrijgegeven. Het vrijgeven van het statiegeld is namelijk gekoppeld aan het voldoen aan de prestatiegaranties uit de Raamovereenkomst verpakkingen. Later dit jaar zal duidelijk zijn of het verpakkende bedrijfsleven voldaan heeft aan de prestatiegaranties. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert of aan de eisen is voldaan. Vóór 1 juli zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.

De voorlegging van dit besluit aan uw Kamer geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer), en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld. Gelijktijdig met de voorhang bij Uw Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal wordt het ontwerpbesluit ingevolge artikel 21.6, vierde lid, in de Staatscourant bekendgemaakt om eenieder gelegenheid te geven gedurende vier weken wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven