28 694 Verpakkingsbeleid

Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2014

In deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie Infrastructuur en Milieu van 16 april jl. om een onafhankelijk onderzoek te (laten) doen naar de kosten van het statiegeldsysteem. De commissie heeft tevens verzocht om de resultaten van dit onderzoek uiterlijk een week voorafgaand aan het algemeen overleg Grondstoffen en afval van 18 juni 2014 naar de Kamer te sturen.

De vaste commissie van Infrastructuur en Milieu heeft mij verzocht om een kleinschalig onafhankelijk onderzoek te (laten) doen naar wat nu precies de kosten van het statiegeldsysteem zijn (waar relevant voor de Raamovereenkomst Verpakkingen), waarbij de rapporten van de WUR en CE Delft op waarheidsgehalte worden getoetst. In mijn brief van 10 april 2014 (Kamerstuk 28 694, nr. 113) heb ik reeds aangegeven dat de kostenonderbouwing van het statiegeldsysteem een zaak van de producenten van verpakkingen is en dat de raamovereenkomst niet gebaseerd is op de kostenonderbouwing van WUR, maar op het vaststellen van doelen voor bijvoorbeeld verduurzaming en recycling. Daarmee stuur ik op doelen en zijn de betrokken partijen verantwoordelijk voor het realiseren daarvan, tevens kunnen zij kiezen voor de middelen die zij geschikt achten.

Dit overwegende, zal ik, op verzoek van uw Kamer, een analyse laten uitvoeren naar de verschillen in de uitkomsten van de rapporten van Wageningen UR (WUR) en CE Delft.

De uitkomsten zal ik uiterlijk een week voorafgaand aan het algemeen overleg grondstoffen en afval van 18 juni aan uw Kamer sturen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven