28 689
Onderzoek integratiebeleid

nr. 41
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2006

Met deze brief informeer ik u nader over de voortgang van de invoering van de naturalisatieceremonie (in het vervolg: ceremonie). Sinds het debat met uw Kamer is met voortvarendheid uitvoering gegeven aan de voornemens die staan vermeld in mijn brief van 24 juni 2005 (TK, 2004–2005, 28 689, nr. 34) en de toezeggingen die tijdens dat debat zijn gedaan. Achtereenvolgens wil ik ingaan op de aanpassing van de wet- en regelgeving, de viering van de eerste officiële nationale naturalisatiedag (24 augustus 2006), de voorlichting over de ceremonie, en de voorgenomen evaluatie van de ceremonie.

1. De aanpassing van de wet- en regelgeving

Om de invoering van een verplichte ceremonie mogelijk te maken moest bestaande wet- en regelgeving worden aangepast.

Allereerst is de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RVVN) gewijzigd. Deze wijziging houdt in, dat de gemeenten vanaf 1 januari 2006 verplicht zijn ceremonies te houden, in ieder geval op de nationale naturalisatiedag (24 augustus).

Vervolgens is het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BVVN) gewijzigd. Deze wijziging houdt in, dat de vreemdelingen, die door naturalisatie of optie het Nederlanderschap willen verkrijgen, vanaf 1 oktober 2006 verplicht zijn aan een ceremonie deel te nemen, waarin hen het afschrift van het naturalisatiebesluit of de optiebevestiging wordt uitgereikt, waarmee het besluit aan hen bekend worden gemaakt. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan van deze wijze van uitreiking worden afgeweken. Deze uitzonderingen zijn vastgelegd in de regeling zwaarwegende redenen die in het BVVN is opgenomen. De burgemeester beoordeelt op basis van deze regeling of er van de uitreiking tijdens een ceremonie kan worden afgeweken.

Tenslotte wordt de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) gewijzigd. Die wijziging houdt in, dat vreemdelingen die door naturalisatie of optie het Nederlanderschap willen verkrijgen verplicht worden een verklaring van verbondenheid af te leggen. Het wetsvoorstel tot wijziging van de RWN is recentelijk bij uw Kamer ingediend. Eén dezer dagen wordt de nota naar aanleiding van het verslag aan u toegezonden.

2. De viering van de eerste nationale naturalisatiedag

Zoals als eerder vermeld zijn de gemeenten vanaf 1 januari 2006 verplicht ceremonies te houden, in ieder geval op de nationale naturalisatiedag (24 augustus). De eerste officiële nationale naturalisatiedag heeft op 24 augustus 2006 plaatsgevonden. In de media is hierover uitvoerig bericht. De reacties waren positief.

Over het verloop van de eerste nationale naturalisatiedag ben ik tevreden. Was de deelname van de kant van de genaturaliseerden aan de door de gemeenten op deze dag gehouden ceremonies nog niet zo groot (er was geen sprake van een verplichting tot deelname), één ding was wel duidelijk: de deelnemers waren enthousiast en stelden de ceremonie op prijs.

Naar aanleiding van de eerste nationale naturalisatiedag zijn door Uw Kamer eind augustus jl. vragen gesteld, die recentelijk door mij zijn beantwoord. Bij de beantwoording van die vragen heb ik gebruik gemaakt van een rapportage, die in mijn opdracht is gemaakt door de Postbus 51 Informatiedienst, onderdeel van de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) van de Rijksvoorlichtingsdienst. Ná 24 augustus jl. zijn alle gemeenten nagebeld met de vraag, of zij op de nationale naturalisatiedag een ceremonie hebben gehouden voor hen die vanaf 1 januari 2006 het Nederlanderschap hadden verkregen. Van de 458 gemeenten hebben 332 (72%) een ceremonie georganiseerd, hebben 76 (17%) geen ceremonie georganiseerd en is van 50 (11%) geen informatie ontvangen. Bij de gemeenten die geen ceremonie hebben georganiseerd was voor 75% sprake van overmacht, dat wil zeggen er waren geen genaturaliseerden om een ceremonie mee te vieren.

3. De voorlichting over de ceremonie

Al bij aanvang van de invoering van de ceremonie heeft overleg plaatsgevonden, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau, met de VNG. Dit overleg vindt ook nu nog regelmatig plaats. Daarbij zijn ook andere partners betrokken, zoals de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB), de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Buitenlandse Zaken, en de Kabinetten van de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en van Aruba.

Door middel van brieven zijn de gemeenten door mij regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de invoering van de ceremonie. De VNG heeft mij laten weten dat de invoering van de ceremonie op lokaal niveau goed verloopt en heeft haar waardering geuit voor de wijze waarop de gemeenten worden geïnformeerd over de invoering van de ceremonie.

Op 29 mei 2006 heeft op mijn initiatief een landelijk congres plaatsgevonden over de zin en betekenis van de ceremonie. Dit congres was bedoeld voor de lokale bestuurders en kende een bevredigend verloop. Er is geanimeerd gesproken over nut en noodzaak van de ceremonie.

In juni 2006 heeft de VNG een drietal regionale voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over de ceremonie, in nauwe samenwerking met mijn ambtenaren. Deze bijeenkomsten waren bedoeld voor de lokale ambtenaren die betrokken zijn bij de ceremonie. De voorlichtingsbijeenkomsten mochten op een grote belangstelling rekenen.

Bij brief van 9 augustus 2006 heeft de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan de gemeenten de Handreiking grondrechten en democratie, getiteld «Welkom in Nederland!», toegezonden, ter uitreiking aan alle nieuwe Nederlanders bij de gelegenheid van de nationale naturalisatiedag op 24 augustus 2006. Ook uw Kamer is hierover bij brief van 15 augustus 2006 (TK, 2005–2006, 28 689, nr. 40) geïnformeerd.

4. De evaluatie van de ceremonie

Aan uw Kamer is een evaluatie van de ceremonie toegezegd, twee jaar na de (wettelijke) invoering daarvan. Ter voorbereiding van die evaluatie wordt thans de invoering van de ceremonie met behulp van een monitor gevolgd, waarbij ook speciale aandacht wordt geschonken aan de nationale naturalisatiedag. De monitor kent vijf metingen:

– de 1e meting vindt plaats begin november 2006 en heeft betrekking op de periode vóór 1-1-2006 en de periode 1-1-2006 tot 1-10-2006, met speciale aandacht voor de nationale naturalisatiedag (24-8-2006);

– de 2e meting vindt plaats medio januari 2007 en heeft betrekking op de periode 1-10-2006 tot 1-1-2007;

– de 3e meting vindt plaats medio juli 2007 en heeft betrekking op de periode 1-1-2007 tot 1-7-2007;

– de 4e meting vindt plaats medio januari 2008 en heeft betrekking op de periode 1-7-2007 tot 1-1-2008, met speciale aandacht voor de nationale naturalisatiedag (24-8-2007);

– de 5e meting vindt plaats medio juli 2008 en heeft betrekking op de periode 1-1-2008 tot 1-7-2008.

Voor het uitvoeren van de metingen wordt gewerkt met een gemakkelijk in te vullen vragenlijst. Het is de bedoeling dat de vragenlijsten van de eerste twee metingen door alle gemeenten worden ingevuld. Daarna zal afhankelijk van de respons bekeken worden of deze werkwijze voor de resterende metingen wordt gecontinueerd of dat bijvoorbeeld kan worden volstaan met een steekproef van gemeenten. Van het aanbod van de VNG om de vragenlijsten via haar website voor de gemeenten bereikbaar te maken heb ik dankbaar gebruik gemaakt.

Bij de evaluatie en de monitor is de VNG betrokken.

5. Tot slot

Als ik terugkijk op wat het afgelopen jaar al is bereikt ten aanzien van de ceremonie, ben ik daar tevreden over. Ik verwacht dat het komende jaar de invoering van de ceremonie kan worden afgerond met de introductie van de verklaring van verbondenheid. Mede op basis van de rapportages van de monitor zal ik bekijken of de ceremonie qua vorm en inhoud nog nadere aanpassing behoeft. Het vieren van de verkrijging van het Nederlanderschap is een proces van gewenning, maar zal binnen afzienbare tijd gemeengoed zijn geworden. De enthousiaste reacties die ik tot nu toe heb ontvangen van hen die via naturalisatie of optie Nederlander zijn geworden geven mij het vertrouwen dat het vieren van de verkrijging van het Nederlanderschap voldoet aan een behoefte.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven