28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 679 MOTIE VAN DE LEDEN MICHON-DERKZEN EN VAN NISPEN

Voorgesteld 16 december 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er afgelopen jaar een sterke toename was van «vriend in nood»-fraude waarbij gemiddeld € 300 schade werd geleden;

constaterende dat de overheid samen met de Nederlandse Vereniging van Banken voorlichting maakt om slachtofferschap te voorkomen, maar dit nog onvoldoende effect heeft;

constaterende dat een slachtoffer van «vriend in nood»-fraude aangifte kan doen en via de bank persoonsgegevens van de «ontvanger» kan ontvangen waarna het slachtoffer via de gerechtelijke weg het geld moet proberen terug te krijgen;

overwegende dat ervaring is opgedaan met de NAW-verstrekking door banken en de pilot voor directe aansprakelijkheidstelling en de inschakeling van deurwaarders;

van mening dat «vriend in nood»-fraude grote impact heeft op het slachtoffer dat te goeder trouw heeft gehandeld;

van mening dat het nodig is om alle opties te verkennen om de schade van het slachtoffer te verhalen, ook als dat betekent dat er wijziging van wet- of regelgeving nodig is;

verzoekt het kabinet in gesprek te gaan met primair de banken en secundair de politie, de telecomsector en onlineplatforms om te komen tot een aanpak voor «vriend in nood»-fraude waarbij het verhalen van de schade voor het slachtoffer centraal staat en daarbij de bovengenoemde ervaring te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Michon-Derkzen

Van Nispen

Naar boven