28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 660 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 16 juni 2021

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief van 19 februari 2021 over de lopende en afgeronde zaken vuurwerkdossier (Kamerstuk 28 684, nr. 654) en over de brief van 29 maart 2021 over de specifieke tegemoetkoming vuurwerksector (Kamerstuk 28 684, nr. 656).

De vragen en opmerkingen zijn op 25 mei 2021 aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van 14 juni 2021 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

2

VVD-fractie

2

PVV-fractie

3

CDA-fractie

4

GroenLinks-fractie

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris van 14 mei jl. over de voortgang van de Tijdelijke Subsidie Vuurwerkverbod COVID-19 (Kamerstuk 28 684, nr. 658). Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende beleidsbrieven en willen de Staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de Tijdelijke Subsidie Vuurwerkverbod COVID-19 (Kamerstuk 28 684, nr. 658) van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele vragen over de lopende en afgeronde zaken op het vuurwerkdossier.

VVD-fractie

TSVC-19

De leden van de VVD-fractie constateren dat de regeling Tijdelijke Subsidieregeling Vuurwerkverbod Covid-19 (TSVC-19) wordt opgesplitst in een regeling voor detailhandelaren enerzijds en opslag en vervoer anderzijds. Hierbij geeft de Staatssecretaris aan dat het loket voor de aanvraag TSVC-19 detailhandel wordt opengesteld en dat de verwachting is dat deze regeling voor 1 augustus a.s. wordt uitbetaald en in 2021 wordt afgerond. De openstelling van het loket voor de TSVC-19 opslag en vervoer verwacht de Staatssecretaris pas aan het einde van zomer. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat ook deze ondernemers voor het einde van dit jaar worden gecompenseerd? Aan welke datum denkt de Staatssecretaris? Kan zij een tijdlijn schetsen? Deze leden vragen de Staatssecretaris daarbij nogmaals rekening te houden met het specifieke karakter van de vuurwerkbranche en dat deze ondernemers al enige tijd erg in onzekerheid leven. Deze branche maakt een korte periode in het jaar kosten voor de opslag en het transport van vuurwerk. Velen van hen dienen een periode van twee jaar te overbruggen waarin zij geen inkomsten vanuit vuurwerk genereerden. Een snelle afhandeling van de compensatieregeling is nodig om die kosten te kunnen dekken.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie vanaf 2021 kritischer is geworden op het goedkeuren van aanvullende steunmaatregelen van meer dan 200.000 euro bovenop de generieke coronasteunmaatregelen. In hoeverre had de Staatssecretaris hier zicht op? Had de Staatssecretaris hierop eerder kunnen anticiperen door een andere basis te creëren voor de tegemoetkoming voor opslag en vervoer? Is de Staatssecretaris het er mee eens dat ondernemers in de vuurwerkbranche hier niet de dupe van mogen worden?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese kaders voor coronasteunmaatregelen onvoldoende beantwoorden aan de beoogde tegemoetkoming voor opslag en vervoer, aangezien onder andere het maximumbedrag van 200.000 euro niet overeenkomt met de eerder besproken orde van grootte van de tegemoetkoming voor opslag en vervoer. Kan de Staatssecretaris dit verder toelichten? En wat vormt naast het niet overeenkomen van bedragen nog meer een probleem, nu er wordt gesproken van «onder andere»?

Tijdelijke subsidieregeling restantvoorraden vuurwerk (TSRV)

De leden van de VVD-fractie lezen dat er geen nieuwe concrete zorgpunten naar voren zijn gekomen die een aanvullende subsidie op de Tijdelijke subsidieregeling restantvoorraden vuurwerk (TSRV) rechtvaardigen. De door de vuurwerksector aangedragen zorgpunten zijn al tijdens de totstandkoming van de TSRV overwogen en niet overgenomen om redenen van fraudepreventie en goede uitvoerbaarheid van de subsidieregeling. Kan de Staatssecretaris toelichten om welke door de vuurwerksector aangedragen zorgpunten het gaat? Vallen hier ook de vuurwerkstandaards en het niet-verpakte vuurwerk onder? Waarom komen de door de vuurwerksector aangedragen zorgpunten niet in aanmerking?

PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij zich beseft dat deze regering er eigenhandig voor gezorgd heeft dat er hardwerkende ondernemers financieel zwaar zijn getroffen en al anderhalf jaar geen inkomsten hebben door het vuurwerkverbod op knalvuurwerk voor de jaarwisseling 2020–2021.

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris het er mee eens is dat de huidige tegemoetkoming in de praktijk niets meer is dan een fooi, die veel te laat wordt uitbetaald, waardoor vuurwerkondernemers nu met de handen in het haar zitten omdat ze de financiële consequenties niet meer kunnen overzien. En zo ja, wat gaat de Staatssecretaris doen om deze ondernemers zo spoedig mogelijk te betalen?

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij kan toezeggen dat al het vuurwerk wat afgelopen jaar niet verkocht mocht worden, en dus in de opslag ligt, dit jaar wél verkocht mag worden?

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij zich realiseert dat veel ondernemers met vragen zitten en door het ministerie met een kluitje in het riet worden gestuurd. Zo worden er signalen afgegeven dat er helemaal geen regeling zou komen en dat het wachten is op Europa. Wat gaat de Staatssecretaris doen om de communicatie te verbeteren en wanneer gaat zij hardwerkende ondernemers serieus nemen?

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of zij kan garanderen dat het verbod op knalvuurwerk wordt opgeheven.

De leden van de PVV-fractie vragen aan de Staatssecretaris of het verbod op legaal knalvuurwerk tot 156 dB niet averechts werkt nu blijkt dat het illegale vuurwerk veel zwaarder en gevaarlijker is.

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie achten het van groot belang dat de vuurwerkbranche snel de tegemoetkoming krijgt. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom waarom de openstelling van het loket voor de TSVC-19 opslag en vervoer pas aan het eind van de zomer kan plaatsvinden. Waarom duurt dit zo lang? Heeft de Staatssecretaris zicht op ondernemers die in de problemen komen, doordat de tegemoetkoming zolang op zich laat wachten? Kan de Staatssecretaris toezeggen dat zo snel mogelijk tegemoetkoming stroomt naar ondernemers die daar recht op hebben?

De leden van de CDA-fractie vragen voorts naar de tegemoetkomingsregeling TSVC-19 detailhandel. In hoeverre is de branche tevreden met de voorgestelde regeling? Is er in de branche eveneens genoeg kenbaarheid gegeven aan het bestaan van deze regeling? Is de Staatssecretaris de mening toegedaan dat iedereen die recht heeft op compensatie onder deze regeling ook de weg naar de regeling kan vinden? Graag een reflectie op deze punten.

De leden van de CDA-fractie begrijpen voorts dat bij de afronding van de TSRV het gereserveerde budget niet geheel uitgeput was, maar dat de Staatssecretaris geen nieuwe concrete zorgpunten kan vinden die een aanvullende subsidie op de TSRV rechtvaardigen. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat er nu met dit beschikbare budget gaat gebeuren. Is de Staatssecretaris voornemens dit wel beschikbaar te houden in de compensatie voor vuurwerkondernemers? Gaat de Staatssecretaris dit bijvoorbeeld toevoegen aan het budget van één van de twee TSVC-19 regelingen?

GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben eerder aangegeven onder de indruk te zijn geweest van de significante resultaten van het tijdelijk vuurwerkverbod van de jaarwisseling 2020–2021. Het tijdelijk verbod heeft ertoe geleid dat er 70% minder vuurwerkincidenten waren, twee derde minder fijnstof is gemeten en een kwart minder aanhoudingen waren dan het jaar ervoor. Het tijdelijk verbod heeft ervoor gezorgd dat de druk op de zorg is afgenomen tijdens de coronapandemie, maar deze leden zijn van mening dat deze cijfers ook in de aankomende jaren niet genegeerd kunnen worden. Niemand wil veel vuurwerkslachtoffers, veel incidenten of grote hoeveelheden fijnstof in de lucht. Overweegt het kabinet een algemeen vuurwerkverbod naar aanleiding van de resultaten van het tijdelijk verbod? Kan de Staatssecretaris onderbouwen waarom wel of niet?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn onder de indruk van het feit dat het tijdelijk vuurwerkverbod ertoe heeft geleid dat er tijdens de vorige jaarwisseling twee derde minder fijnstof in de lucht is gemeten. Is de Staatssecretaris bekend met van het onderzoek van Nivel1 waaruit blijkt dat vuurwerk voor mensen met een longziekte de ergste bron van luchtvervuiling is en dat 74% van de mensen met een longziekte enige tot ernstige last ondervinden van vuurwerk? Kan de Staatssecretaris daarop reflecteren en deelt zij de mening dat het voor deze mensen belangrijk is dat de hoeveelheid fijnstof in de lucht rond de jaarwisseling zoveel mogelijk wordt teruggedrongen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is een algemeen vuurwerkverbod dan niet de enige mogelijkheid om dat te realiseren?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd of het kabinet zich dit jaar wil beperken tot verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen, waarvan de resultaten nog niet zichtbaar zijn geweest. Verwacht de Staatssecretaris dat een dergelijk verbod de resultaten van het tijdelijk verbod zal evenaren? Zo ja, waarom? Deze leden willen erop wijzen dat siervuurwerk jaarlijks ongeveer evenveel slachtoffers maakt als knalvuurwerk en vuurpijlen. Uit onderzoek van VeiligheidNL2 naar de meest risicovolle typen vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2019–2020, bleek dat driekwart van de incidenten het gevolg waren van het afsteken van legaal vuurwerk, de helft van de incidenten het gevolg waren van siervuurwerk en 21% van de letsels het gevolg van legaal knalvuurwerk. Deelt de Staatssecretaris daarmee de mening dat we met het «nieuwe» verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen nooit zulke goede resultaten zullen behalen als met het tijdelijk verbod? Met welke mate van verbetering – en daarmee het aantal vuurwerkslachtoffers, incidenten en fijnstof in de lucht – ten opzichte van 2019/2020, is de Staatssecretaris tevreden? Kan de Staatssecretaris dat onderbouwen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen bovendien in het onderzoek van VeiligheidNL dat de volgende typen vuurwerk de meeste vuurwerkslachtoffers veroorzaakten in 2019/2020: vuurpijlen (12% van de letsels), cakeboxen (12%), Single Shots (9%), sierpotten/fonteinen (9%) en grondbloemen (5%). Van deze typen vuurwerk worden alleen de vuurpijlen en Single Shots verboden in de «nieuwe» regeling omtrent knalvuurwerk en vuurpijlen. Is de Staatssecretaris bereid om tenminste de gevaarlijkste vormen van siervuurwerk (cakeboxen, sierpotten/fonteinen en grondbloemen) aan deze regeling toe te voegen en de verkoop en ontsteking ervan te verbieden? Kan de Staatssecretaris goed onderbouwen waarom wel of niet? Is de Staatssecretaris in ieder geval bereid om een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden en effecten van dit voorstel van deze leden?

II Reactie van de Staatssecretaris

1. Planning TSVC-19 opslag en vervoer

De leden van de fracties van de VVD, PVV en CDA hebben vragen gesteld over de openstelling van het loket voor de aanvraag TSVC-19 opslag en vervoer. De leden vragen waarom de huidige prognose is dat het aan het einde van de zomer wordt uitgekeerd. Daarnaast vragen de leden of de Staatssecretaris een tijdlijn kan schetsen, en een specifieke datum kan noemen waarop de uitbetaling plaatsvindt. Ook vragen de leden of de Staatssecretaris kan toezeggen dat ondernemers die er recht op hebben, de betaling zo spoedig mogelijk kunnen ontvangen.

Antwoord

Ik streef ernaar om het loket voor de TSVC-19 opslag en vervoer aan het einde van de zomer open te stellen. Over de openstelling van het loket ben ik ook met de branche en RVO in overleg om deze korter open te stellen dan gebruikelijk, zodat zo snel mogelijk kan worden gestart met het uitkeren van de voorschotten. Hierover wordt de branche door mij actief op de hoogte gehouden, zodat zij zich ook tijdig kunnen voorbereiden op het indienen van de aanvraag. Indien het loket voor de aanvragen voor de eind van de zomer, dat wil zeggen voor 1 september, open gesteld kan worden, kunnen de voorschotten zijnde 80% van het aangevraagde bedrag, voor het einde van het jaar uitbetaald worden en wordt in het eerste kwartaal van 2022 de TSVC-19 opslag en vervoer volledig afgerond.

2. TSVC-19 opslag en vervoer bij de Europese Commissie

De leden van de fractie van de VVD stellen vragen naar aanleiding van de veranderde houding van de Europese Commissie jegens aanvullende steunmaatregel van meer dan 200.000 euro. Zij vragen of de Staatssecretaris hier zicht op had, hierop had kunnen anticiperen, wat ze gaat doen om het proces van uitbetaling te versnellen, en of zij kan toezeggen dat ondernemers in de vuurwerkwerkbranche hierdoor niet benadeeld mogen worden. Daarnaast vragen zij waarom het maximumbedrag van 200.000 euro niet overeenkomt met de eerder besproken orde van grote van de tegemoetkoming voor opslag en vervoer, en of er nog andere problemen spelen.

Antwoord

Het Europese Tijdelijk steunkader COVID-19 voor de coronasteunmaatregelen beantwoordt onvoldoende aan de beoogde tegemoetkoming voor opslag en vervoer. Daarnaast is de TVL de afgelopen periode verruimd en is in december nog een extra regeling voor de voorraden voor de ondernemers beschikbaar gesteld. Deze ontwikkelingen zijn allemaal van invloed op de mogelijkheid om staatssteun te geven die verenigbaar is met de interne markt. Op dit moment wordt samen met de Europese Commissie verkend hoe de TSVC-19 opslag en vervoer zo vorm gegeven kan worden dat de Europese Commissie deze kan goedkeuren, mogelijk op een andere basis dan die van het Tijdelijk steunkader COVID-19. Zowel mijn ministerie als de Europese Commissie zetten zich ervoor in dit op zo kort mogelijke termijn af te kunnen ronden. Tot op heden is de Europese Commissie hierin behulpzaam geweest en hebben wij er vertrouwen in dat spoedig de TSVC-19 opslag en vervoer goedkeuring krijgt van de Europese Commissie.

Na de aankondiging van het tijdelijke vuurwerkverbod heeft de branche inzichtelijk gemaakt welke kosten gemoeid zijn met het extra opslaan van het vuurwerk voor een jaar en de kosten voor het extra transport dat nodig is geweest. Uit deze calculatie is naar voren gekomen dat in het merendeel van de gevallen de kosten boven de € 200.000 per onderneming komen. Voor steun verleend door de overheid van boven de € 200.000, kan geen gebruik worden gemaakt van de «De Minimisverordening» die bedragen tot dat plafond vrijstelt van voorafgaande melding bij de Europese Commissie. Zoals hierboven beschreven, zijn daarnaast diverse nieuwe aspecten van invloed geweest ten tijde van het schrijven van de TSVC-19 opslag en vervoer. Daarbij is in de conceptregeling, zoals gepubliceerd tijdens internetconsultatie, uitgegaan van minimale administratieve lasten voor de bedrijven die in aanmerking komen voor de TSVC-19 opslag en vervoer, ook dit uitgangspunt proberen wij vast te houden in overleg met de Europese Commissie. Met de branche is ook gesproken over de vertraging en zij hechten waarde aan een goede regeling die past bij de branche en die tegemoetkomt aan de eerdere uitgangspunten.

De TSVC-19 is bedoeld als extra en specifieke tegemoetkoming voor de vuurwerkbranche bovenop de generieke (steun) maatregelen die er zijn in verband met de COVID-19 pandemie, vanwege het specifieke karakter van de vuurwerksector. Op het steun- en herstelpakket van het kabinet heeft de branche al eerder aanspraak kunnen maken. Met de branche is nauw contact over eventuele financiële problemen. Op 7 juni heeft de branche op hun verzoek een brief ontvangen over de voortgang van de TSVC-19 om hun financiers op de hoogte te stellen.

3. TSVC-19 detailhandel

De leden van de fractie van het CDA hebben vragen gesteld over de tegemoetkomingsregeling TSVC-19 detailhandel. De vragen hebben betrekking op de tevredenheid van de branche met de tegemoetkomingsregeling en de kenbaarheid van de regeling binnen de branche. Daarnaast vragen de leden of iedereen die recht heeft op compensatie ook de weg naar de regeling kan vinden.

Antwoord

De branche is vanaf het begin betrokken bij de TSVC-19 (beide regelingen) en heeft haar input vooraf en tijdens de internetconsultatie kunnen geven op de regeling. Daarnaast zijn de diverse brancheorganisaties door mij steeds tijdig geïnformeerd over de voortgang en ontwikkelingen rondom de TSVC-19. De vertegenwoordigers van de branche hebben daarop steeds hun achterban geïnformeerd. Daarnaast staat op rijksoverheid.nl informatie over de TSVC-19 detailhandel en staat sinds maart jl. ook de laatste stand zaken over de TSVC-19 op de site van RVO3. De vuurwerkondernemers weten de weg naar het aanvragen van de subsidie goed te vinden, dit blijkt ook uit de vragen die RVO krijgt vanuit de vuurwerkondernemers. Tot op heden wijkt het aantal subsidieaanvragen niet af van de verwachting.

Ondanks dat met de branche veelvuldig over de tegemoetkomingsregeling is overlegd, blijft het gevoel overheersen dat zij grote verliezen hebben geleden als gevolg van het besluit tot een tijdelijk vuurwerkverbod. De sectorspecifieke regeling, bovenop op het generieke steunpakket, biedt een aanvullende tegemoetkoming voor de vuurwerkbranche, gelet op het specifieke karakter van de sector. Desalniettemin betreft het geen volledige compensatie voor alle verliezen die worden ervaren. Dat betreurt de branche. De branche heeft zich steeds constructief getoond om, uitgaande van de geldende randvoorwaarden, tot uitgangspunten te komen voor een passende regeling, zodat beide regelingen zo goed mogelijk zijn gestoeld op informatie vanuit de praktijk. De branche heeft aangegeven dat zij tevreden is met de gemaakte keuze om de TSVC-19 te splitsen en deelt de inzet dat het nu zaak is snel te komen tot de uitbetaling van die compensatie.

Vanaf het begin is aangegeven dat er een maximaal budget beschikbaar is voor TSVC-19. Veel ondernemers ondervinden consequenties van de maatregelen als gevolg van de COVID-19 pandemie. De rijksoverheid probeert hierin aan tegemoet te komen met generieke steunmaatregelen zoals de TVO en de NOW. De detailhandelaren en de vuurwerkbedrijven die vanwege het tijdelijke vuurwerkverbod geen vuurwerk hebben mogen verkopen en/of het daardoor langer hebben opgeslagen krijgen boven op de generieke steunmaatregelen extra steun via de TSVC-19.

4. Tijdelijke Subsidieregeling Restantvoorraden Vuurwerk (TSRV)

De leden van de fracties van de VVD en de CDA hebben vragen gesteld over de TSRV. Er is gevraagd welke zorgpunten de vuurwerksector heeft aangedragen tijdens de totstandkoming van de TSRV en waarom deze een aanvullende subsidie niet rechtvaardigen. Verder zijn er vragen gesteld over de bestemming van het beschikbare budget en of dit beschikbaar wordt gehouden voor de compensatie voor vuurwerkondernemers.

Antwoord

De zorgpunten van de vuurwerksector bestaan eruit dat niet alle kosten van het ophalen en verwerken van de restanten zijn vergoed. De kosten hebben betrekking op transport, de verwerking van restanten, voorraden en de vernietiging van onverkoopbare restanten vuurwerk. De TSRV is vastgesteld, rekening houdend met het beschikbare budget en de voorwaarden voor uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid van de subsidieregeling. Bij de uitvoering van de subsidieregeling zijn geen nieuwe zorgpunten naar voren gekomen. Er is geen reden om de vastgestelde subsidiebedragen achteraf te verhogen.

Na de afronding van de TSRV zijn de niet bestede middelen van ongeveer 7 ton uit 2020 teruggevloeid naar de algemene middelen conform de geldende begrotingssystematiek. Dit jaar is op de begroting van IenW een bedrag gereserveerd van € 27,5 miljoen voor de uitvoering van de TSVC-19. Deze begrotingswijziging is naar uw Kamer gezonden op 31 maart als Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van IenW (XII) voor het jaar 2021 (Derde suppletoire begroting inzake incidentele tegemoetkoming vuurwerkbranche) – Kamerstuk 35 781.

5. Verbod vuurwerk 2020-2021

De leden van de PVV-fractie en de CDA-fractie hebben vragen gesteld over de financiële gevolgen van het vuurwerkverbod van de jaarwisseling 2020–2021 voor ondernemers. Zij stellen vragen over de zekerheid van de betaling, de termijn van uitbetaling, de communicatie over de betaling en of de te betalen bedragen toereikend zijn voor de ondernemers. Ook vragen de leden of de Staatssecretaris zicht heeft op de ondernemers die door het verbod in de financiële problemen zijn gekomen en naar de signalen over de regeling.

Antwoord

Het Kabinet heeft op 13 november 2020 besloten om een tijdelijk en eenmalig vuurwerkverbod in te stellen voor de jaarwisseling van 2020–2021 om de zorg en de handhaving te ontlasten. In het kader van de COVID-19 pandemie heeft het Kabinet het afgelopen jaar meerdere lastige keuzes moeten maken en is de ondernemers tegemoetgekomen met onder andere de TVL en de NOW. Vanwege het specifieke karakter van de vuurwerkbranche is er een specifieke vuurwerkregeling de TSVC-19 ontwikkeld, als extra tegemoetkoming voor de vuurwerkbranche bovenop de generieke steunmaatregelen. Zoals in mijn Verzamelbrief vuurwerk4 is toegelicht, is de TSVC-19 gesplitst in de TSVC-19 detailhandel en de TSVC-19 opslag en vervoer. Hiermee wordt beoogd de tegemoetkoming voor opslag en vervoer zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de eerder met de branche besproken uitgangspunten en tegelijkertijd geen tijd te verliezen met het openstellen van het loket voor de tegemoetkoming voor de detailhandel.

Vanaf het begin is er duidelijke communicatie geweest met de branche over het tijdelijke vuurwerkverbod en de TSVC-19. Ik heb regelmatig overleg met de vuurwerkbranche om belangrijke punten met hen te bespreken. Daarnaast wordt de branche tussentijds op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rondom de TSVC-19, zowel over de voortgang van de TSVC-19 opslag en vervoer, als over de stand van zaken bij de verdere uitvoering van de TSVC-19 detailhandel waarvan RVO de eerste aanvragen al binnen heeft. Het loket voor de TSVC-19 detailhandel is geopend op 21 mei jl. om 9.00 uur en sluit maandag 21 juni aanstaande om 17.00 uur.

De voorgenomen regeling voor opslag en vervoer ligt momenteel bij de Europese Commissie. Ik vind het belangrijk dat in EU-regelgeving een goede basis wordt gevonden die recht doet aan de eerder besproken uitgangspunten met de branche. Er geen enkel signaal geweest dat er geen regeling komt. Overleg met de Europese Commissie biedt mij het vertrouwen dat er een passende basis in EU-recht kan worden gevonden.

6. Fijnstof

De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Staatssecretaris of zij bekend is met het onderzoek van Nivel5 en of zij wil reflecteren op de getrokken conclusie over het effect van vuurwerk tijdens de jaarwisseling op mensen met een longziekte. Verder vragen de leden of de Staatssecretaris een algemeen vuurwerkverbod als oplossing hiervoor ziet.

Antwoord

Ik ben bekend met het onderzoek van Nivel. In dit onderzoek is te lezen dat 74% mensen met een longziekte enige tot ernstige last ondervinden van vuurwerk. Ook is mij bekend6 dat er jaarlijks rond de jaarwisseling een aantal uren fijnstof met name in steden een piekbelasting vertoont. Dit kan voor mensen met een longziekte heel naar zijn. Daarna verwaait het fijnstof snel en is de luchtkwaliteit in de loop van nieuwjaarsdag weer zoals gebruikelijk. De afweging of deze informatie zodanig wordt gewogen dat het een algemeen vuurwerkverbod rechtvaardigt, is aan een nieuw kabinet.

7. Jaarwisseling 2021-2022

De leden van de fractie van de PVV hebben ook vragen gesteld over het gebruik en toegestane verkoop van vuurwerk tijdens de komende jaarwisseling, over het gebruik van knalvuurwerk en of het verbod op knalvuurwerk tot 156 dB niet averechts werkt nu blijkt dat het illegale vuurwerk veel zwaarder en gevaarlijker is.

Antwoord

Voor komende jaarwisseling zijn de regels zoals deze sinds december 2020 gelden van toepassing: vuurpijlen, enkelschotsbuizen, knalvuurwerk en categorie F3- vuurwerk zijn verboden. Vanwege het tijdelijk vuurwerkverbod van afgelopen jaarwisseling konden de effecten van het verbod op deze typen vuurwerk niet worden gemeten. Ik verwacht een vermindering van letsel en overlast, al is een vermindering zoals bij een totaalverbod niet te verwachten. Bij het gebruik van vuurwerk zijn letsels helaas niet 100% uit te sluiten. Het verbod op eindejaarsvuurwerk zoals dat afgelopen jaarwisseling gold, is op 2 januari 2021 automatisch komen te vervallen. Eventuele nadere besluitvorming over het vuurwerkbeleid is aan een volgend kabinet.

Op basis van de ervaringen van afgelopen jaarwisseling7 heb ik geen aanleiding om te veronderstellen dat het verbod op knalvuurwerk leidt tot substitutie naar zwaarder illegaal knalvuurwerk. Het verbod moet juist bijdragen aan het verminderen van letsel en overlast. De effecten van het verbod op knalvuurwerk tijdens een reguliere jaarwisseling zijn nog onbekend. Afgelopen jaarwisseling was anders dan eerdere jaren vanwege het tijdelijk vuurwerkverbod en de andere maatregelen ter bestrijding van de Covid-19 pandemie.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben naar aanleiding van de resultaten van het vuurwerkverbod van afgelopen jaarwisseling gevraagd of het Kabinet een algemeen vuurwerkverbod overweegt en of de Staatssecretaris de mening deelt dat met het verbod knalvuurwerk en vuurpijlen niet dezelfde resultaten behaald worden als met het algemene vuurwerkverbod. Ook is gevraagd of ook de gevaarlijkste vormen van siervuurwerk (cakeboxen, sierpotten/fonteinen en grondbloemen) verboden worden en of de Staatssecretaris een verkenning gaat uitvoeren hiernaar?

Antwoord

Het Kabinet overweegt geen algemeen vuurwerkverbod. Dat is aan een volgend Kabinet. Het onderzoek van Royal HaskoningDHV8 geeft richting voor aanvullende beleidskeuzes als het gaat om vuurwerkveiligheid. Gezien de demissionaire fase, is geen appreciatie verbonden aan deze keuzes, maar wordt het meegegeven aan een volgend kabinet.

Overigens blijft bij een verbod op eindejaarsvuurwerk, fop- en schertsvuurwerk binnen de Europese markt beschikbaar. In de rapportage van VeiligheidNL van afgelopen jaar zien we dat ook hiermee ongelukken gebeuren.

Ik deel de mening dat het met het verbod knalvuurwerk en vuurpijlen niet dezelfde resultaten behaald kunnen worden als met het algemene vuurwerkverbod. Ook andere typen vuurwerk kunnen letsel veroorzaken. Om vuurwerkletsels te voorkomen zet ik, zoals aangegeven in de Kamerbrief van 14 mei jl., in op verbetering van de productveiligheid, Europese regelgeving en veilig gedrag door kijkers en omstanders.

Ook wordt gevraagd of ik meer vuurwerktypen ga verbieden of daar nader onderzoek naar wil doen. In het hiervoor aangehaalde rapport van RHDHV wordt de aanbeveling gedaan een aantal scenario’s uit te werken over toekomstig beleid. Een van de scenario’s, «Escalatie», sluit aan bij mijn eerdergenoemde beleidslijn: Binnen de huidige wet- en regelgeving wordt verbetering gezocht in technische kwaliteit van vuurwerk en gedrag. Uitgangspunt is een helder beleidsdoel en een sterker beroep op de verantwoordelijkheid van zowel de vuurwerkbranche als de consumenten om dat beleidsdoel te bereiken. Aanscherping van regelgeving volgt indien het beleidsdoel niet wordt gehaald. Ik geef dit mee aan mijn opvolger, zodat deze een goed onderbouwde beleidskeuze kan maken voor komende jaren.


X Noot
4

Kamerstuk 28 864, nr. 658.

X Noot
7

Afgelopen jaarwisseling kon geen oudejaarsvuurwerk, dus ook geen knalvuurwerk gekocht worden. In absolute aantallen zijn letsels door zwaar illegaal vuurwerk en carbid niet gestegen, maar zelfs iets gedaald ten opzichte van de afgelopen jaarwisseling. De vrees dat door het vuurwerkverbod massaal zou worden overgegaan op het afsteken van carbid en illegaal vuurwerk lijkt daarmee ongegrond te zijn.» Bron Type vuurwerk en letsel 2020–2021, VeiligheidNL.

X Noot
8

Veiligheid van consumentenvuurwerk rond de jaarwisseling, RHDHV, Kamerstuk 28 684, nr. 658.

Naar boven