28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 633 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2020

In mijn brief van 10 september 20191 heb ik aangekondigd dat in dat najaar in opdracht van het WODC een onderzoek zou worden gestart om meer inzicht te krijgen in de verschillende aspecten van intimidaties en bedreigingen tegen burgemeesters. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van dit onderzoek in relatie tot de bestuurlijke aanpak (alle bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid). Op een later moment kom ik bij uw Kamer terug met meer duiding en eventuele gevolgen voor de beleidsaanpak. Het onderzoek is als bijlage bij deze brief gevoegd2.

Context

Een deel van de burgemeesters krijgt te maken met bedreiging en intimidatie. Het Kabinet vindt dit niet acceptabel en is van mening dat alle ambtsdragers en werknemers met een publieke taak zonder beletsel, veilig en integer hun werk moeten kunnen doen. Om bedreiging en intimidatie te kunnen terugdringen is het belangrijk om een beeld te krijgen van de aard en omvang van het probleem. Het onderzoek richt zich ook op de vraag in hoeverre er wel of niet een relatie is tussen de bestuurlijke aanpak en het zich voordoen van bedreigingen en intimidaties tegen burgemeesters, uitgesplitst naar de aard van de bedreiging of intimidatie en naar het type dader.

WODC onderzoek bedreigingen en intimidaties van burgemeesters in relatie tot de bestuurlijke aanpak

Doel van dit onderzoek was het bieden van inzicht in de aard en omvang van de bedreigingen en intimidaties tegen burgemeesters, alsook in het aantal aangiften, vervolgingen en veroordelingen die als gevolg daarvan plaatsvinden. Tevens diende het onderzoek inzicht te geven in de mogelijke relatie tussen de mate waarin burgemeesters gebruikmaken van het instrumentarium onder de noemer van «bestuurlijke aanpak» en het zich voordoen van bedreigingen en intimidaties tegen hen.

Burgemeesters, ambtenaren van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van Nederlandse gemeenten hebben meegewerkt aan het onderzoek.

Aard en omvang bedreigingen en intimidaties

De onderzoekers constateren dat het percentage burgemeesters dat te maken krijgt met bedreiging en intimidatie fluctueert in de periode 2010–2020 tussen de 21 en 33 procent. Hoewel er in de laatste twee jaren sprake is van een toename, is er in de periode van 2010–2020 geen sprake van een structurele toename van het slachtofferschap van bedreiging en/of intimidatie.

Niettemin hebben veel burgemeesters door de jaren heen weleens te maken gehad met bedreiging of intimidatie. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat in de periode van 2015–2019 drie op de tien burgemeesters minimaal één keer te maken kreeg met bedreiging en bijna de helft met een vorm van intimidatie. In de meeste gevallen van bedreiging is er (hoofdzakelijk) een niet-instrumentele oorsprong, zoals oplopende emoties, frustratie of verward gedrag. Burgemeesters hebben vanuit hun portefeuille openbare orde en veiligheid en rol vaker te maken met bedreiging en intimidatie dan andere lokale politieke ambtsdragers. Het is echter geen exclusief probleem waar alleen burgemeesters mee te maken hebben, ook andere politici of werknemers met een publieke taak worden geconfronteerd met bedreiging en intimidatie.

Strafrechtelijke reactie

In circa een derde van de gevallen van bedreiging (art. 285 Wetboek van Strafrecht) van burgemeesters wordt aangifte gedaan, bij intimidatie (dat alleen via andere delicten mogelijk strafbaar is) wordt in één op de negen gevallen aangifte gedaan. In circa één op de negen gevallen van bedreiging die burgemeesters meemaken, komt het tot een veroordeling van de dader(s) en bij intimidatie is dit in circa één op de 25 gevallen.

Inzet OOV-bevoegdheden en mogelijke relatie met bedreigingen en intimidaties

Er is een grote verscheidenheid van factoren die tot bedreiging of intimidatie kunnen leiden en de inzet van bestuurlijke bevoegdheden is daar een van. Deze relatie betreft geen een-op-een-verband met een van de factoren. De wijze waarop de bevoegdheden worden ingezet, en diverse persoonlijke en contextuele factoren, bepalen in belangrijke mate of er een risico is op bedreiging en intimidatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat van alle bedreigingen in de periode van 2015–2019 circa drie op tien gevallen sprake was van een bewuste actie van de dader om een bepaald doel te bereiken. In de overige gevallen van bedreiging is er een andere oorsprong, zoals oplopende emoties, frustratie of verward gedrag. Bedreigingen en intimidaties kunnen afkomstig zijn van personen met verward gedrag, mensen die in conflict zijn met het gemeentebestuur, zich benadeeld voelen door een besluit van de burgemeester of van personen gelieerd aan een criminele organisatie.

Door burgemeesters worden steeds meer bevoegdheden ingezet, maar dit heeft vooralsnog niet geleid tot een structurele toename van het aantal bedreigingen en intimidaties tegen burgemeesters. Op basis van dit onderzoek kunnen geen conclusies worden getrokken over een mogelijke toename van de ernst van de bedreigingen en intimidaties vanuit de georganiseerde criminaliteit.

De stelling in het maatschappelijke debat dat het aantal bedreigingen en intimidaties tegen burgemeesters vanuit de hoek van de georganiseerde criminaliteit is toegenomen omdat burgemeesters meer gebruikmaken van hun bevoegdheden in de strijd tegen die georganiseerde criminaliteit, kan niet worden bevestigd, noch ontkracht.

Criminele netwerken kunnen voor burgemeesters een risicofactor vormen als het gaat om de kans op bedreiging en intimidatie naar aanleiding van de inzet van bevoegdheden. Criminele netwerken zijn zich meer bewust van de grenzen van het strafrecht (dan bijvoorbeeld personen die vanuit frustratie of onmacht handelen). Richting burgemeesters is dan ook eerder sprake van intimidatie vanuit georganiseerde criminaliteit dan van (strafbare) bedreiging.

Beleidsreactie

De resultaten van het onderzoek verschaffen meer inzicht in aard en omvang van de problematiek en de mogelijke relatie tussen de bestuurlijke aanpak en bedreiging en intimidatie.

In samenwerking met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van een brede weerbaarheidsaanpak. Burgemeesters zijn als politieke ambtsdrager een belangrijk onderdeel van dit beleid. Ik zet dit beleid, samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, voort.

De uitkomsten van het rapport zullen worden besproken in het Netwerk Weerbaar Bestuur3, met de Stuurgroep Weerbare Burgemeesters en met andere betrokken partners. Daarnaast wordt aan de hand van het rapport bezien of er maatregelen nodig zijn om burgemeesters beter te beschermen en de weerbaarheid te vergroten. Begin volgend jaar zal ik uw Kamer informeren over het vervolg.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 576

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Het Netwerk Weerbaar Bestuur spant zich gezamenlijk in voor een weerbaar bestuur waarin politieke ambtsdragers hun ambt veilig en integer uit kunnen oefenen, zie www.weerbaarbestuur.nl

Naar boven