28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 615 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 maart 2020

Tijdens het Algemeen Overleg Criminaliteitsbestrijding d.d. 5 februari 2020 heb ik uw Kamer toegezegd een brief te sturen over het gebruik van camerabeelden van slimme deurbellen in relatie tot het heterdaadvereiste. Deze toezegging heb ik gedaan naar aanleiding van de inbreng van het lid Van den Berge (GL).

Ontdekking op heterdaad vindt plaats wanneer het strafbare feit ontdekt wordt terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is. Bij de digitale cameradeurbel is geen sprake van live view. Politieagenten kunnen niet live meekijken naar de beelden van de camera’s. Wel hebben bewoners de mogelijkheid om hun deurbelcamera aan te melden bij het politiesysteem Camera in Beeld. In dat geval kunnen de beelden achteraf door de politie worden opgevraagd, wanneer de politie het vermoeden heeft dat de beelden een daadwerkelijke meerwaarde kunnen geven in een opsporingsonderzoek. In dat geval is er geen sprake van ontdekking op heterdaad. Wel kunnen de beelden bijdragen aan het opsporingsonderzoek.

Daarnaast kunnen bewoners – indien hun deurbelcamera niet is aangemeld bij Camera in Beeld – op eigen initiatief camerabeelden delen met de politie nadat delicten hebben plaatsgevonden. Ook in dit geval is er geen sprake van ontdekking op heterdaad, maar kunnen de beelden bijdragen aan het opsporingsonderzoek.

Ten slotte kunnen digitale deurbellen ertoe leiden dat bewoners eerder gealarmeerd worden wanneer er een persoon voor de deur staat die zich verdacht gedraagt, ook wanneer zij niet thuis zijn. Daardoor kunnen bewoners sneller de politie inschakelen, waardoor de kans op betrapping op heterdaad wordt vergroot.

Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over digitale deurbelcamera’s in relatie tot het heterdaadvereiste.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven