28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 612 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2020

Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport «De aanpak van cybercrime door de regionale eenheden van politie – van intake van cybercrime naar opsporing en vervolging» aan1. Het onderzoek is door BBSO in opdracht van het onafhankelijke onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap uitgevoerd. Het onderzoeksrapport werd 6 februari door Politie en Wetenschap openbaar gemaakt. Hoewel het rapport openbaar en daarmee kenbaar is voor uw Kamer, vind ik het van belang dit rapport expliciet aan uw Kamer aan te bieden.

Bevindingen

De drie belangrijkste bevindingen in het onderzoeksrapport zijn als volgt:

  • De aanpak van cybercrime door de politie verdient een verbreding en intensivering vanwege een toenemende digitalisering van de criminaliteit.

  • De oprichting van cybercrimeteams binnen regionale eenheden van de politie leidt weliswaar tot een spilfunctie voor enkele gespecialiseerde teams, maar (nog) niet tot een brede inbedding van de aanpak binnen de politieorganisatie.

  • De politie komt hierdoor te weinig toe aan een adequate intake van aangiften van cyberdelicten, van screening van cyberzaken en van opsporing van cyberverdachten.

Reactie

De aanpak van cybercrime bestaat uit vier sporen2, waarvan wetenschappelijk onderzoek er één is. In dat kader worden er verschillende wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Daarnaast voeren andere kennisinstellingen onderzoek uit naar gerelateerde onderwerpen. In zowel de brieven van 28 november 20193 en 28 januari 20204 van de Minister voor Rechtsbescherming, als in mijn brief van 16 januari 20205 is gemeld dat de uitkomsten van de verschillende onderzoeken naar cybercrime in samenhang worden bezien en op basis daarvan conclusies worden getrokken voor de aanpak van cybercrime. Gekeken wordt hoe die conclusies betrokken kunnen worden bij de andere sporen van de aanpak van cybercrime zoals de versterking van de opsporing, effectieve preventie en een ondersteuning van slachtoffers. Dat geldt ook voor het voorliggende onderzoek. Dit onderzoek is door de onderzoekers gekenschetst als verkennend omdat er binnen de politie op het brede thema van cybercriminaliteit en digitalisering veel in gang is gezet waarbij ingezette acties nog niet altijd zijn afgerond. Het onderzoek omvat tegen die achtergrond van soms nog niet afgeronde ontwikkelingen nuttige observaties, die nu al kunnen worden gebruikt in de voortdurende actualisering van de integrale aanpak van cybercrime. Zoals onder andere toegezegd in bovenstaande brieven en vermeld tijdens het algemeen overleg criminaliteitsbestrijding van 5 februari wordt uw Kamer in het voorjaar van 2020 nader over de aanpak van cybercrime geïnformeerd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerbrief Integrale aanpak cybercrime van 20 april 2018, Kamerstuk 28 684, nr. 522.

X Noot
3

Kamerstuk 28 684, nr. 589.

X Noot
4

Kamerstuk 28 684, nr. 595.

X Noot
5

Kamerstuk 28 684, nr. 593.

Naar boven