28 684 Naar een veiliger samenleving

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 497 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2017

Met deze brief reageer ik op het verzoek uit de regeling van werkzaamheden van uw Kamer van 11 mei 2017 (Handelingen II 2016/17, nr. 74, item 7) om een brief te sturen naar aanleiding van berichtgeving in De Telegraaf van 11 mei jl. over de toepassing van enkelbanden. Conform het verzoek sta ik hierbij stil bij uitspraken van de directeur van Reclassering Nederland. In de bijlagen bij deze brief beantwoord ik, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, de schriftelijke vragen van de leden Markuszower (PVV), Helder (PVV) en Van Dam (CDA) over (doorgeknipte) elektronische enkelbanden (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 1982, 1983 en 1984).

Binnen ons strafrechtsysteem worden elektronische enkelbanden gebruikt om de naleving van recidivebeperkende voorwaarden (locatiegebod of locatieverbod) te controleren. Het Openbaar Ministerie (OM), de rechter of de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bepaalt bij welke justitiabelen en wanneer dit middel wordt ingezet. De enkelband maakt het handhaven van deze eenvoudiger en geloofwaardig. Aan het gebruik van de enkelband gaat een zorgvuldige toets en een advies door de reclassering vooraf. Met behulp van enkelbandgegevens kunnen verdachten en veroordeelden gericht worden aangesproken op hun gedrag, wordt de pakkans vergroot en interventiesnelheid verhoogd en kan iemand met een locatieverbod «live» worden gevolgd. Hoewel de elektronische enkelband dus tal van voordelen en ook mogelijkheden biedt, is deze niet bedoeld voor het afwenden van moedwillige onttrekkingen. De enkelband is namelijk geen vervanger van de voorlopige hechtenis of een celstraf, maar een hulpmiddel om verdachten en veroordeelden, die onder voorwaarden in vrijheid zijn gesteld, te controleren. Vluchtgevaarlijkheid is daarom een contra-indicatie voor het gebruik van de enkelband. Dit soort gevaar met alle risico’s van dien kan het beste worden beteugeld door iemands vrijheid te benemen. De onafhankelijke rechter oordeelt of vrijheidsontneming proportioneel, subsidiair en ook noodzakelijk is.

De door justitie gebruikte enkelbanden zijn gemaakt van rubber en glasvezelkabel. Ter voorkoming of ter behandeling van ernstig letsel veroorzaakt door bijvoorbeeld een auto-ongeluk, is het noodzakelijk dat de band kan worden doorgeknipt. Een beperkt aantal enkelbanddragers maakt hier echter misbruik van en probeert zijn band te verwijderen om zich te onttrekken aan de executie van zijn (toekomstige) sanctie. Om het instrument (verder) te verbeteren wordt gewerkt aan een stevigere enkelband met strammere verbindingsclips. Die band moet het oneigenlijk verwijderen nog lastiger maken, maar er tegelijkertijd voor blijven zorgen dat deze snel af kan in situaties die daarom vragen.

Zodra iemand zijn enkelband saboteert, genereert de band daar een melding van die in de meldkamer wordt ontvangen. Bij elke melding van bandsabotage wordt onmiddellijk de reclassering geïnformeerd. Afhankelijk van de strafrechtelijke modaliteit en het risicoprofiel van betrokkene worden (vooraf bepaalde) acties en escalatiehandelingen ondernomen. Deze handelingen zijn expliciet uitgewerkt in het zogenoemde opvolgingsprotocol dat in samenwerking met ketenpartners tot stand is gekomen. Dit protocol wordt in de praktijk nageleefd en frequent geëvalueerd, in ieder geval na een incident. De verantwoordelijkheden tussen DJI, reclassering, het OM en de politie zijn duidelijk. Wanneer er geen contact tussen de reclassering en de enkelbanddrager tot stand komt of in het geval het tot stand gekomen contact vragen oproept, wordt in ieder geval de opdrachtgever, meestal de (piket)officier of de directeur van een penitentiaire inrichting, benaderd. Bij risicozaken, bijvoorbeeld als sprake is van een aanwijsbaar slachtoffer dat moet worden beschermd of bij gevaar voor anderen, wordt vanuit de meldkamer en/of de reclassering onmiddellijk met de politie geschakeld. Om die samenwerking te optimaliseren wordt momenteel in Utrecht geëxperimenteerd met een hot line tussen de reclassering en de meldkamer van de politie. Alle voortvluchtigen worden (inter)nationaal gesignaleerd en opgespoord. Daarbij kan een speciaal politieteam worden ingezet dat zich, onder verantwoordelijkheid van het OM, bezighoudt met het opsporen van deze groep.

De reclassering heeft mij laten weten dat sinds 2016 bij 35 personen sprake was van een sabotagemelding gecombineerd met verwijdering van de enkelband. Dat wil echter niet zeggen dat zij zijn gevlucht. Enkelen doen bijvoorbeeld hun enkelband af in een opwelling, maar melden zichzelf weer. De voornoemde sabotagemeldingen zijn geregistreerd en meteen opgevolgd. Het OM, het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executie van het Centraal Justitieel Incassobureau, DJI en de reclassering zijn samen de opvolging in deze gevallen nagegaan. Volgens deze organisaties is op dit ogenblik bekend dat 28 personen zijn opgespoord of zichzelf hebben gemeld nadat zij hun band hebben doorgeknipt. Na een aanhouding raakt iemand gedetineerd, waarna de daartoe bevoegde partij (het OM, de rechter of DJI) per casus bepaalt welke gevolgen aan de doorknipping moeten worden verbonden. De 7 personen die nog voortvluchtig zijn, staan gesignaleerd en worden gezocht door de politie.1

De delicten waarvan de 35 mensen die zich hebben onttrokken worden verdacht of waarvoor ze zijn veroordeeld zijn opgenomen in onderstaand schema. Ook is vermeld binnen welke strafrechtelijke modaliteiten de enkelbanden zijn ingezet.

Strafbaar feit

Aantal1

Afpersing

2

Diefstal (al dan niet met geweld)

18

Oplichting

1

Vernieling

1

Bedreiging

1

(Poging zware) mishandeling

4

(Poging) moord

1

(Poging) doodslag

4

Drugsdelict(en)

3

Strafrechtelijke modaliteit

 

Schorsing voorlopige hechtenis

5

Detentieverlof

5

Penitentiair programma

6

Voorwaardelijke invrijheidstelling

9

(Voorwaardelijke) jeugddetentie

6

ISD-maatregel

1

Voorwaardelijke veroordeling

3

X Noot
1

Voor de overzichtelijkheid is per zaak één strafbaar feit aangehouden.

Ik begrijp de door uw Kamer geuite zorgen over doorgeknipte enkelbanden. Ik constateer echter ook, net als de directeur van Reclassering Nederland, dat de enkelband bij ruim 98% van de 2700 dragers (2016/2017) om de enkel blijft. Dit betekent dat een zeer beperkt aantal keer per jaar (maar vanzelfsprekend is elke onttrekking er één teveel) een weloverwogen en doelgerichte onttrekking plaatsvindt, nadat de enkelband is doorgeknipt. In deze zaken wordt, ingegeven door de enkelband, direct actie ondernomen doordat bekend is op welk moment iemand probeert zijn enkelband af te doen. Gezien de vele voordelen die het gebruik van de enkelband in het overgrote deel van de gevallen biedt om toezicht te houden en te voorkomen dat mensen hun voorwaarden overtreden, acht ik het niet proportioneel om te stoppen met het toepassen van de enkelband.

Constaterende dat de enkelband een robuust instrument is dat ondersteunend is binnen een toezicht en waarmee naleving van voorwaarden effectief kan worden gecontroleerd ben ik niet bereid de enkelband af te schaffen of minder te gaan gebruiken. Wel ben ik er voorstander van (continu) verbetering en transparantie aan te brengen. Daarom wordt, zoals eerder gemeld, gewerkt aan een stevigere enkelband met strakkere verbindingsclips. Daarnaast zal ik, in de context van VenJ verandert en ook in lijn met de openbaarmaking van voorvallen die plaatsvinden in de justitiële Rijksinrichtingen van DJI, gegevens over het moedwillig verwijderen van de enkelbanden periodiek openbaar maken.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Deze personen worden verdacht van of zijn veroordeeld voor diefstal met geweld (2x), drugsdelicten (3x), bedreiging (1x) en/of oplichting (1x).

Naar boven