28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 475 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2016

Zo’n tachtig procent van de diefstallen wordt gepleegd om de gestolen goederen weer door te verkopen. Heling is daarmee een belangrijke aanjager voor inbraken, overvallen, straatroven en andere vormen van diefstal. Een succesvolle bestrijding van heling draagt dan ook bij aan het voorkomen van deze vermogensdelicten. De afgelopen jaren heb ik in samenwerking met de politie en gemeenten veel geïnvesteerd in de aanpak van heling. Om te bezien waar we nu staan, heb ik via het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) onderzoek laten uitvoeren naar de helingmarkt, de aanpak en gevolgen van heling en naar verdere aanknopingspunten voor de helingbestrijding. Hierbij bied ik u het rapport Focus op heling aan1, waarin de resultaten van dit onderzoek zijn vervat.

De helingmarkt

De markt voor heling richt zich vooral op goederen die makkelijk te stelen zijn en waar veel vraag naar is. Uit een analyse van 43.000 goederen die in de afgelopen vijf jaar door de politie in helingzaken zijn geregistreerd, blijkt dat 79% behoort tot de unieke goederen: producten die voorzien zijn van een serienummer of van andere unieke kenmerken. De top drie wordt aangevoerd door (onderdelen van) voertuigen, gevolgd door audiovisuele apparaten en gereedschap. Daarbij moet aangetekend worden dat de politie een beperkt zicht heeft op de totale omvang van de helingmarkt: tegenover bijna 554.000 geregistreerde diefstallen in 2015 staan 11.176 helingzaken.

De helers

Op basis van de beschikbare gegevens van de politie en de reclassering kunnen drie categorieën helers onderscheiden worden. De eerste categorie bestaat uit particulieren. Deels zijn dit personen met een criminele achtergrond, die ook vaak kampen met een (meervoudige) psychosociale problematiek, zoals veelplegers, verslaafden en dak- en thuislozen. Voor het overige deel gaat het om «gewone» burgers die zich incidenteel schuldig maken aan heling en zich daarvan bewust zijn (schuldheling). Tot de tweede categorie helers behoren de reguliere handelsorganisaties, waaronder garages, autosloperijen en opkopers van tweedehands goederen. Nieuw in deze categorie is de toename van «pop-up» opkopers, die door hun kortstondige handel in onder meer hotels en winkelcentra tamelijk ongrijpbaar zijn voor de lokale autoriteiten. De derde categorie bestaat uit criminele organisaties, die nationaal maar ook internationaal (mobiele bendes) georiënteerd zijn en die zich toeleggen op de diefstal van onder meer (onderdelen van) voertuigen, cosmetica, melkpoeder (voor Azië) en metalen.

Afzetkanalen

De afzetkanalen voor gestolen goederen zijn te onderscheiden in lokale en digitale markten in het binnen- en buitenland. Bij lokale markten gaat het om de verkoop van gestolen goederen in de woonwijk, het café, op het schoolplein, via (zwarte) markten en self-storage bedrijven. Vooral helers in de categorie «particulieren» zien het eigen sociale netwerk als een veilig afzetkanaal voor gestolen waar. Bij de digitale markten gaat het niet alleen om verkoopsites op internet, maar ook om whatsapp-groepen en koopjeshoeken op Facebook. De grote vlucht die het internet heeft genomen, betekent dat er ook een geheel nieuwe infrastructuur is ontstaan voor de verkoop van gestolen goederen. Het onderscheid tussen binnen- en buitenlandse afzetkanalen ten slotte is vooral relevant voor de heling door criminele organisaties. Daarbij gaat het niet alleen om goederen die in Nederland gestolen zijn en over de grens verkocht worden, maar ook goederen die in het buitenland ontvreemd zijn en in ons land verhandeld worden.

Perceptie van heling

Drie redenen worden het meest genoemd om gestolen goederen te kopen. Ten eerste gaat het om «koopjes»: de prijs ligt vaak minstens vijftig procent onder de nieuwwaarde. Het gemak waarmee de goederen via de lokale en digitale markten gekocht kunnen worden, is een tweede reden om te helen. Ten derde wordt de pakkans als laag tot zeer laag ingeschat. Heling wordt gezien als een risicoloos delict. De bereidheid tot heling is dan ook vrij hoog. In een enquête die ingevuld is door een representatieve steekproef van 3.053 respondenten – het zogeheten Burgerpanel – geeft zo’n 9% aan bereid te zijn om te helen. Van deze groep heeft dertig procent daadwerkelijk gestolen goederen gekocht. Geëxtrapoleerd naar de totale Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder gaat het om ruim 422.000 personen die aangeven zich schuldig te maken aan heling.

De aanpak van heling

De onderzoekers constateren dat ons land bij de aanpak van heling ver vooruit loopt op het buitenland. De Nederlandse werkwijze heeft een belangrijke impuls gekregen met de ontwikkeling in 2011 van het Digitale Opkopers Register (DOR) en de koppeling aan de database van Stop Heling met alle aangiftes van gestolen goederen sinds 1 januari 2010. Hiermee kunnen we twee afzetkanalen voor heling – via de opkopers en via het internet – frustreren. Opkopers zijn wettelijk verplicht in een inkoopregister te noteren welke tweedehands goederen zij gekocht hebben onder vermelding van de naam en het adres van de aanbieder (art. 437Sr). Door deze registratieplicht via het DOR te laten verlopen ontstaan vanzelf treffers met de database van Stop Heling zodra een gestolen goed opgekocht is. Op deze wijze zijn in 2015 11.902 treffers gerealiseerd. Voor de aanschaf via het internet biedt de database Stop Heling de mogelijkheid vooraf te controleren of het tweedehands goed als gestolen bij de politie geregistreerd staat. In het geval van een treffer kunnen burgers en bedrijven hiervan melding doen bij de politie.

Met deze aanpak zijn inmiddels veel aansprekende resultaten geboekt. Ik noem als voorbeeld een helingonderzoek in Nijmegen waarbij gebruik gemaakt is van het DOR en waardoor in één klap honderd inbraken opgelost konden worden. Omdat het DOR het gehele land bestrijkt, kunnen treffers overal opduiken. Zo werd tijdens Koningsdag in Amsterdam een gsm gestolen, die na een treffer bij een opkoper in Apeldoorn weer teruggegeven kon worden aan de rechtmatige eigenaar in Bergen op Zoom. En een Portugees die op Schiphol bij de Koninklijke Marechaussee aangifte deed van de diefstal van zijn laptop, kon geholpen worden dankzij de tip van een oplettende burger die op Stop Heling gecontroleerd had of de laptop als gestolen geregistreerd stond.

Doorontwikkeling

Het staat voor mij buiten kijf dat we met de implementatie van het DOR en Stop Heling op de goede weg zijn. De pakkans voor heling neemt toe, de gelegenheid om te helen neemt af en méér dieven worden in de kraag gevat. Maar ik besef ook dat we er nog niet zijn.

Zo dient ten eerste de landelijke implementatie van het DOR onverminderd voortgezet te worden. Per 1 september 2016 zijn in 278 gemeenten opkopers aangesloten op het DOR. Maar calculerende criminelen kunnen nog steeds uitwijken naar gemeenten en opkopers die niet met het DOR werken. Daarom ben ik voornemens in 2017 wetgeving te starten om het DOR landelijk verplicht te stellen. Op dit moment wordt de vorm van het inkoopregister uitsluitend lokaal bepaald. Als alle opkopers op het DOR aangesloten zijn, kan de pakkans voor diefstal en heling navenant toenemen.

De huidige aanpak van heling is vooral geschikt voor het tegengaan van high impact crimes als overvallen, straatroven en inbraken. Vooral bij deze delicten worden immers unieke goederen gestolen, die weer kunnen leiden tot een treffer in de database van Stop Heling. Dit betekent ten tweede dat ik – onder meer via publiek-private samenwerking in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing – de mogelijkheden wil onderzoeken voor het beter identificeren van niet-unieke goederen, zodat ook de bestrijding van andere vormen van diefstal kan profiteren van de werking van het DOR en Stop Heling.

Om het aantal treffers te optimaliseren is het ten derde nodig dat meer burgers hun waardevolle eigendommen registreren, zodat deze gegevens na diefstal in de aangifte opgenomen kunnen worden, én dat zij bij de voorgenomen aanschaf van een tweedehands goed via Stop Heling controleren of het als gestolen geregistreerd staat. Voor deze beide trajecten lopen inmiddels voorlichtingscampagnes, die ook in 2017 voorgezet worden. De onderzoekers van Focus op heling wijzen er terecht op dat heling alleen ogenschijnlijk een slachtofferloos delict is en dat hierachter veel leed schuilt van slachtoffers die bestolen, beroofd of overvallen zijn. Burgers die menen met «een koopje» voordeel te behalen, zouden zich meer bewust moeten zijn van dat leed. Ook dat aspect neem ik mee in de campagnes.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Bijlage 1: onderzoeksrapport Focus op heling

Bijlage 2: stand van zaken landelijke implementatie van het DOR en Stop Heling, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven