28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 443 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2015

Per brief van 16 april 2015 is mij door de Vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie verzocht een reactie te geven op de uitzending van RTL Nieuws van 14 april 2015 over «wraakporno» en de mogelijke strafbaarstelling daarvan in het Verenigd Koninkrijk. Mij is voorts gevraagd om daarbij in te gaan op de vraag of de Nederlandse straf- en zedenwetgeving hierin voldoende bij de tijd is of zou moeten worden aangepast en hierbij tevens de relatie met het wetsvoorstel Computercriminaliteit III te betrekken. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

Schriftelijke Kamervragen van het lid Rebel

Per brief van 24 november 2014 heeft het lid Rebel (PvdA) schriftelijke Kamervragen gesteld aan mijn ambtsvoorganger over het strafbaar stellen van «wraakporno». Per brief van 19 december 2014 heeft mijn ambtsvoorganger deze Kamervragen schriftelijk beantwoord.1 In de beantwoording is uitvoerig ingegaan op niet alleen de strafrechtelijke maar ook de civielrechtelijke mogelijkheden die de wet thans biedt om op te kunnen treden tegen het ongewenst verspreiden of delen van seksueel getinte beelden via internet en mobiele media. Dit scala aan wettelijke mogelijkheden acht ik dan ook voldoende.

Wetsvoorstel Computercriminaliteit III

In de beantwoording van bovengenoemde schriftelijke Kamervragen van het lid Rebel (PvdA) heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer tevens meegedeeld dat op grond van de huidige strafrechtelijke wetgeving degene die rechtmatige toegang heeft tot vertrouwelijke gegevens die zijn opgeslagen op een computer en deze gegevens voor zichzelf of een ander kopieert, niet strafbaar is. In een dergelijke situatie heeft een rechthebbende geen invloed op het gebruik dat van de overgenomen gegevens wordt gemaakt, waardoor hij of zij benadeeld kan worden. Strafrechtelijke vervolging wegens heling van gegevens die door een misdrijf zijn verkregen is evenmin mogelijk.

Bij verschillende gelegenheden is gebleken dat behoefte bestaat om tegen voornoemde gedragingen strafrechtelijk op te kunnen treden. Om die reden ben ik voornemens om in het wetsvoorstel Computercriminaliteit III, dat in september 2015 aan uw Kamer wordt toegestuurd2, nieuwe strafbaarstellingen te introduceren op grond waarvan het strafbaar wordt om vertrouwelijke gegevens van personen, zoals seksueel getint beeldmateriaal,

te kopiëren of gegevens die door misdrijf zijn verkregen voorhanden te hebben of bekend te maken.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 933.

X Noot
2

Kamerstuk 34 200 VI, nr. 7

Naar boven