Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2014
In het VAO Veiligheidsonderwerpen van 8 oktober 2014 (Handelingen II 2014/15, nr. 11, VAO Veiligheidsonderwerpen) heeft de Minister van Veiligheid en Justitie uw Kamer,
op verzoek van lid Kooiman (SP), toegezegd de bestedingsmogelijkheden van gedetineerden
vóór de stemmingen op 14 oktober 2014 uiteen te zetten. Met deze brief doe ik de toezegging
gestand.
Rekening-courant
Een gedetineerde beschikt niet over contant geld of een eigen bankrekening, maar krijgt
bij binnenkomst in een penitentiaire inrichting (PI) een rekening-courant, waarop
– conform de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen1 – maximaal een bedrag van € 500,– mag staan. De rekening-courant wordt beheerd door
het Shared Service Center DJI (SSC) en financiële transacties zijn aan eisen gebonden.
Door tussenkomst van het SSC kan van buitenaf geld op de rekening-courant van een
gedetineerde worden overgeschreven. Ook wordt het loon verkregen uit arbeid tijdens
detentie op de rekening-courant gestort. De gedetineerde kan het geld op de rekening-courant
aanwenden voor (noodzakelijke) externe uitgaven, zoals boetebetalingen, collegegeld,
schuldenaflossing, paspoortverlengingen, inschrijvingsgeld voor een huurwoning etc.
Intern wordt het geld op de rekening-courant gebruikt voor bijvoorbeeld de kapper
en de inrichtingswinkel.
Inrichtingswinkel
Het geld op de rekening-courant kan binnen de PI worden besteed in de inrichtingswinkel,
met een limiet van € 100,– per week, hetgeen expliciet in de huisregels van DJI is
vastgesteld. Het winkelassortiment bestaat onder meer uit etens- en rookwaren, verzorgingsproducten
en telefoonkaarten. De winkelier controleert bij iedere bestelling of er voldoende
saldo op de rekening-courant staat en of de bestelling niet het maximumbedrag van
€ 100,– overschrijdt. Bij overschrijding van het bedrag worden producten boven de
€ 100,– niet geleverd.
Doelgroep in kwestie
Uit een analyse van 30.000 winkeltransacties in de maand augustus 2014 blijkt dat
in 5,8% van de gevallen meer dan de limiet van € 100,– in de inrichtingswinkels is
besteed. Ik heb DJI verzocht extra alert te zijn op die gedetineerden, van wie het
vermoeden bestaat dat zij vanwege hun bestedingsmogelijkheden invloed uitoefenen op
hun omgeving. Het uitoefenen van invloed op medegedetineerden is mijns inziens hoogstens
in beperkte mate gerelateerd aan bestedingsmogelijkheden in de inrichtingswinkel,
maar houdt eveneens verband met gedrag, houding en verworven status van een gedetineerde.
De motie-Oskam
De (gewijzigde) motie-Oskam (Kamerstuk 28 684, nr. 414) verzoekt de regering het bedrag van € 500,– terug te brengen naar € 250,– per maand
voor gesloten en halfopen inrichtingen en zorg te dragen voor adequaat toezicht op
de besteding van deze gelden. Met het oog op re-integratiedoeleinden (zie de hierboven
genoemde voorbeelden) wil ik vasthouden aan een maximumbedrag van € 500,– op de rekening-courant
van gedetineerden.
De kern van het probleem dat wordt geschetst, richt zich nadrukkelijk op het bedrag
dat in de inrichtingswinkel mag worden besteed. Ik zie dit als een ondersteuning van
mijn beleid. Derhalve heb ik DJI verzocht om nog meer dan te voren het maximumbedrag
van € 100,– per week strikt te handhaven. Dit heeft de Minister reeds tijdens het
VAO bevestigd. Het verlagen van het bedrag van € 100,– per week naar € 100,– per maand
is naar mijn mening te ingrijpend. Gedetineerden kunnen dan per week immers nog slechts
een telefoonkaart en wat sigaretten of een tandenborstel kopen.
Daar de kern van het probleem het te besteden bedrag in de inrichting betreft, zie
ik tot slot geen belang bij het maken van onderscheid tussen gesloten en halfopen
regimes.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven