28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 400 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2014

Hierbij informeer ik u over de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor 2013 (VM2013), die op 3 maart 2014 door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gepubliceerd (bijgevoegd1).

De Veiligheidsmonitor is een jaarlijks terugkerend bevolkingsonderzoek waarin onder meer de leefbaarheid van de woonbuurt, de ervaren overlast, onveiligheidsgevoelens, ervaringen met veel voorkomende criminaliteit en het oordeel van de burger over het optreden van de politie worden onderzocht.

Het gaat in de Veiligheidsmonitor om de beleving van de burgers. De monitor is geen registratie van criminaliteitscijfers door de politie.

In 2013 gaf één op de vijf Nederlanders van 15 jaar of ouder aan slachtoffer te zijn geweest van veel voorkomende criminaliteit, gewelds-, vermogens- en vandalismedelicten. Dit aandeel bleef onveranderd ten opzichte van 2012.

Iets meer mensen gaven aan slachtoffer te zijn geweest van cybercrime. In 2013 bedroeg dit aandeel 13 procent, tegen 12 procent in 2012.

Vrijwel alle vormen van de door burgers ervaren ernstige overlast zijn gelijk gebleven, met uitzondering van jeugdoverlast. Het aantal inwoners dat ernstige overlast ervaart van jeugd is gedaald in 2013 ten opzichte van 2012, van 7 procent naar 6 procent.

37 procent van de bevolking voelde zich in 2013 wel eens onveilig en dat percentage is gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Voor de onveiligheidsgevoelens in de eigen buurt geldt dat er sprake is van een lichte stijging, van 18 procent in 2012 naar 19 procent in 2013. Daarbij dient opgemerkt te worden dat dit cijfer van jaar tot jaar enigszins fluctueert, maar dat geen trend waarneembaar is.

58 procent van de inwoners is in 2013 tevreden over het laatste contact met de politie. Ten opzichte van 2012 is dit percentage gelijk gebleven.

Het beeld van de ontwikkeling van de door burgers beleefde veiligheid is overwegend stabiel. Dat is voor mij niet voldoende. Ik zal me de komende periode blijven inzetten om de ingezette koers met kracht te vervolgen om Nederland veiliger te maken. Zo blijven we werken aan een zichtbare rechtshandhaving op het internet. De harde aanpak van hackers tot digitale bankrovers wordt onverminderd voortgezet, evenals het ontmantelen van criminele infrastructuren. De positie van slachtoffers wordt voor, tijdens en na afloop van het strafproces verbeterd. De aanpak van de criminele jeugdgroepen wordt krachtig voortgezet. Verder is een probleemgerichte ketenaanpak ingezet tegen woninginbraken en andere high impact crimes. De hiervoor genoemde aanpak draagt bij aan het terugdringen van door burgers ervaren overlast en onveiligheidsgevoelens. In aanvulling hierop ondersteunt het ministerie gemeenten en politie bij de aanpak van overlast en onveiligheidsgevoelens. Ik ben ervan overtuigd dat maatregelen als deze bijdragen aan een veiliger Nederland.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven