28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 382 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 mei 2013

Conform het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie1 van 11 april 2013 informeer ik u met deze brief over de nieuwe aanpak Veiligheid Kleine Bedrijven (hierna VKB).

Achtergrond VKB

In 2009 is een subsidieregeling gestart voor de ondersteuning van kleine bedrijven in het vergroten van de veiligheid. Het doel van de subsidie was om ondernemers te helpen met het nemen van slimme preventie- en beveiligingsmaatregelen tegen criminaliteit. De subsidie was bedoeld voor bedrijven met maximaal vijf vestigingen met ieder maximaal 10 FTE. Een beveiligingsadviseur bezocht hiervoor de vestiging van de ondernemer en gaf vervolgens adviezen op basis van een rapport. Een financiële prikkel moest de ondernemer vervolgens stimuleren om de geadviseerde maatregelen daadwerkelijk te nemen. De subsidieregeling is in 2012 geëvalueerd2. Op dat moment was nog onduidelijk of de regeling in 2013 zou worden gecontinueerd.

Gerichte aanpak

Gelet op de taakstelling voor de rijksoverheid is het beschikbare budget voor een subsidieregeling thans beperkt. Desondanks hecht ik belang aan het continueren van het faciliteren van het nemen van preventiemaatregelen door kleine bedrijven. In overleg met private partijen heb ik gekozen voor een andere invulling van de ondersteuning van Veiligheid Kleine Bedrijven. De nieuwe aanpak VKB moet vooral efficiënter, doelmatiger, eenvoudiger en transparanter worden voor de kleine ondernemer. Hierbij zijn de gestelde beleidsprioriteiten van het kabinet leidend en worden de beschikbare middelen daar ingezet waar de veiligheidsrisico’s en het te verwachten effect van de maatregelen het grootst zijn. Hiertoe zijn voor 2013 vier sporen uitgezet: (1) gekoppeld aan nieuwe of bestaande Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)-gebieden, (2) binnen een specifieke politieregio en/of via een specifieke landelijke actie, (3) ad hoc naar aanleiding van onvoorziene ontwikkelingen of trends in de criminaliteit tegen bedrijven en (4) bij ondernemers die niet in de hiervoor genoemde sporen vallen en die zich met drie of meer ondernemers in hetzelfde postcodegebied kunnen melden. Besloten is om het beheer en de uitvoering van onder andere de nieuwe aanpak VKB bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) te beleggen.

Op 18 februari 2013 heeft de beleidsverantwoordelijke directie op mijn ministerie gesproken met de heer Heuker of Hoek c.s. In dit gesprek zijn van beide kanten de standpunten en beelden gedeeld. Tijdens het gesprek ontving mijn Ministerie een op schrift gesteld wensenpakket van de beveiligingsadviseurs. Op het wensenpakket, de stukken die voorafgaand aan het gesprek waren verzonden en het gesprek zelf heeft mijn ministerie een schriftelijke reactie gezonden. Op 13 maart 2013 ontving ik van de Tweede Kamerleden Mulder en Oskam (beiden CDA) Kamervragen over dit onderwerp. Deze vragen zijn op 3 mei jl. beantwoord.3 Zoals ik heb aangegeven in mijn brief aan de heer Heuker of Hoek4 alsmede de beantwoording van de hierboven genoemde Kamervragen is in 2012 in overleg met brancheorganisaties die deelnemen in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing gekozen voor de ontwikkeling meer gerichte en gefocuste ondersteuning van kleine bedrijven.

Ik heb veel waardering voor de betrokkenheid van de partijen uit het veld, ook als deze zich in kritische zin uitlaten over de beleidsmaatregelen. De kritiek was deels voorafgaand aan het voornemen tot wijziging van de aanpak bekend en hiermee is bij de uitwerking waar mogelijk rekening gehouden. Met het CCV is een doelstelling voor het aantal scans en adviezen in 2013 afgesproken. Hierover wordt periodiek gerapporteerd. De twijfel over de effectiviteit van de nieuwe aanpak deel ik op dit moment niet, maar ik zie scherp toe op de uitvoering en de resultaten. In het najaar van 2013 zal ik op basis van de tot dan toe behaalde resultaten bezien of de aanpak, zoals deze nu is ingericht en wordt uitgevoerd, verdere aanpassing behoeft.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten


X Noot
1

11 april 2013

X Noot
2

Kamerstuk 28 684, nr. 354

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2012/13, nr. 1902

X Noot
4

Brief van 6 maart 2013 met kenmerk 359156

Naar boven