28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 333 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2011

In mijn brief van 10 november 2010 (Kamerstuk 28 684, nr. 291) waarin ik u heb geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek naar aanleiding van de strandrellen bij Hoek van Holland1, heb ik u toegezegd een bevoegdheid voor de burgemeester om groepen potentiële ordeverstoorders te verplaatsen nader te verkennen. In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van deze verkenning.

Grondslag bevoegdheid tijdelijk verplaatsen van groepen potentiële ordeverstoorders

Uit het onderzoek kwam naar voren dat bij een aantal burgemeesters en de politie behoefte bestaat aan een bevoegdheid om een groep personen die van plan is ordeverstoringen te plegen bij bepaalde evenementen tijdelijk te kunnen verplaatsen naar een andere plaats dan de plaats van het evenement. Het verplaatsen van een groep potentiële ordeverstoorders heeft als doel de openbare orde rondom een evenement te handhaven en grootschalige ordeverstoringen te voorkomen. Samen met vertegenwoordigers van politie, gemeenten, Openbaar Ministerie, de wetenschap en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie onderzocht of de huidige wetgeving een grondslag bevat voor een dergelijk optreden van de burgemeester of dat een aanvullende wettelijke grondslag moet worden gecreëerd. De conclusie van de onderzoeksgroep is dat de huidige wetgeving voldoende grondslag biedt om een groep potentiële ordeverstoorders tijdelijk te verplaatsen. De burgemeester kan door middel van het afgeven van een noodbevel (artikel 175 Gemeentewet) het bevel aan personen geven zich te verwijderen van een plek of uit de gemeente. Indien geen gehoor wordt gegeven aan het noodbevel van de burgemeester kan de politie overgaan tot het verplaatsen van een groep naar een andere plaats in de gemeente of naar een plaats buiten de gemeente. Het tijdelijk verplaatsen van een groep is in dit geval een vorm van handhaving van het afgegeven noodbevel.Ik ondersteun de conclusie van de onderzoeksgroep dat de huidige wetgeving voldoende grondslag biedt. Ik zie dan ook geen noodzaak voor het creëren van een nieuwe, aparte bevoegdheid van de burgemeester.

Aandachtspunten bij het tijdelijk verplaatsen van een groep

Uit de bevindingen van de onderzoeksgroep komt naar voren dat een burgemeester een groep tijdelijk kan verplaatsen indien er informatie voor handen is dat een groep plannen heeft om rond een evenement de orde te verstoren. Er dient ernstige vrees te zijn voor het ontstaan van wanordelijkheden. De beschikbare informatie kan worden ondersteund met bijvoorbeeld RID-informatie, het feit dat de groep al onderweg is naar het evenement of het zichtbaar bij zich dragen van voorwerpen die bedoeld zijn voor ernstige ongeregeldheden. Tegen de besluiten van de burgemeester op basis waarvan het tijdelijk verplaatsen wordt uitgevoerd staat voor belanghebbenden (achteraf) rechtsbescherming open bij de bestuursrechter. Het instrument dient, als vanzelfsprekend, proportioneel te worden toegepast. Per situatie zal moeten worden beoordeeld of, over welke afstand en naar welke plaats een groep kan worden verplaatst.

Een groep potentiële ordeverstoorders kan met speciaal voor hen geregeld vervoer (bus of trein) tijdelijk worden verplaatst naar een ander gedeelte van de gemeente of naar een andere gemeente. In dat laatste geval spreken we van intergemeentelijk verplaatsen. Als een groep intergemeentelijk wordt verplaats, dan dienen de twee gemeenten contact met elkaar te hebben en afspraken te maken over deze betreffende verplaatsing. Per casus zullen deze afspraken gemaakt dienen te worden.

Het noodbevel kan naast het bevel zich te verwijderen van een bepaalde plaats, ook een gebiedsverbod bevatten. De potentiële ordeverstoorders worden dan niet alleen geacht de plaats van het evenement te verlaten maar mogen gedurende een in het noodbevel neergelegde periode ook niet meer op de plaats van het evenement komen. Eventueel kan de burgemeester een groter gebied aanwijzen dan het gebied van het evenement, indien dit wenselijk is en het vereiste van proportionaliteit dit toelaat. Door in het noodbevel ook een gebiedsverbod op te nemen kunnen de ordeverstoorders voor langere tijd van de plaats van het evenement geweerd worden. Indien de verplaatste personen na de verplaatsing terugkeren naar de plek waarvoor ze een gebiedsverbod hebben gekregen, kan er vervolgens op grond van artikel 184 Wetboek van Strafrecht gehandhaafd worden.

Bestuurlijk ophouden

Tijdens het Algemeen Overleg van 22 november jl. (Kamerstuk 28 684, nr. 332) over de Veilige Publieke Taak heeft uw Kamer mij gevraagd gemeenten te informeren over de mogelijkheden voor burgemeesters om een groep bestuurlijk op te houden. Aan deze bevoegdheid werd gerefereerd in het kader van de door de gemeenten te nemen maatregelen rondom de jaarwisseling om deze rustig te laten verlopen. Afgelopen september heb ik in een brief de burgemeesters gewezen op hen ter beschikking staande mogelijkheden om de jaarwisseling in goede banen te leiden.

Ik informeer met een brief de burgemeesters over de bevoegdheid tijdelijk verplaatsen. Daarin heb ik het onderscheid toegelicht tussen de bevoegdheden tijdelijk verplaatsen en Bestuurlijk ophouden.

Met het verzenden van deze brief aan gemeenten doe ik mijn toezegging van 22 november jl. gestand.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

«Ordeverstoringen en groepsgeweld bij evenementen en grootschalige gebeurtenissen. Scherpte en alertheid», COT, Bureau Beke en de Politie Academie, oktober 2010.

Naar boven