28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 294 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2010

Uw Kamer heeft mij verzocht om voorafgaand aan het spoeddebat over Gouda informatie te verstrekken over de gebeurtenissen in Gouda en de aanpak daarvan. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.

1. Gebeurtenissen in Gouda

Op 30 oktober 2010 heeft een groep overlastgevende jongeren zich misdragen tijdens een schoonmaakactie in de wijk Oosterwei. Het ging hier om een groep van circa tien zeer jeugdigen in de leeftijd van acht tot veertien jaar. Hun gedrag bestond uit het treiteren van aanwezigen, afpakken en gooien van bloembollen en gooien met eten en drinken. De organisatie heeft hierop besloten om de schoonmaakactie per direct te beëindigen.

2. Lokale aanpak

Het voorval kan niet los worden gezien van andere gebeurtenissen de afgelopen jaren in Gouda. De aanpak van deze gebeurtenissen is dan ook onderdeel van een breder beleid.

Aanpak gebeurtenis 30 oktober

Op maandag 1 november is het voorval in een overleg tussen het college van BenW en de driehoek besproken. De driehoek heeft opdracht gegeven om:

  • De namen en adressen van de aanwezige jongens te traceren en mede om op basis van hun leeftijd te bepalen of strafrechtelijke vervolging mogelijk is.

  • Deze jongens met hun ouders te ontbieden op het politiebureau en de kosten (ruim € 2000) op de ouders te verhalen.

  • De aanpak van Halt en/of het Jeugd Preventie Team (van Bureau Jeugdzorg en politie) in te zetten daar waar effectief.

Het onderzoek van de politie is bijna afgerond. Er zijn tot nu toe drie jongens met hun ouders op het bureau geweest. Hierbij zijn de ouders aangesproken op het gedrag van hun kind. De overige zeven jongeren worden nog door de politie gehoord. Op basis van de bevindingen van de politie zal de burgemeester een indringend gesprek voeren met de kinderen en hun ouders.

De aanpak van jeugdgroepen staat centraal in Gouda

Sinds eind 2009 is de politie in Gouda bezig met het structureel in kaart brengen van de jeugdgroepen door middel van de Beke-methode (de shortlistmethodiek). Voorjaar 2010 heeft de driehoek prioriteit gegeven aan de aanpak van de criminele en overlastgevende groepen. Momenteel loopt de uitvoering hiervan, onder andere door de «smaakmakers» uit de groep aan te pakken in overleg tussen de partners in het veiligheidshuis. Een aantal groepen is op persoonsniveau in beeld. Op deze groepen neemt de gemeente Gouda concrete maatregelen. Ook de hinderlijke groepen die in Gouda zijn gesignaleerd, worden aangepakt zowel op groepsniveau als op individueel niveau. Voor de komende winterperiode is extra politie-inzet gereserveerd. Meldingen van overlast worden door de politie met een extra hoge prioriteit opgepakt.

Het Goudse Integraal Veiligheidsbeleid

De aanpak van de jeugdgroepen vindt onder andere plaats in het veiligheidshuis Gouda e.o., dat sinds juni 2009 actief is. De inzet van de politie, OM en andere partners wordt dagelijks op elkaar afgestemd en gericht op de grootste problemen. In Gouda zijn straatcoaches actief die zich richten op de groep overlastgevende jongeren tot zestien jaar. Daarnaast worden gezinsmanagers ingezet om ernstig overlastgevende gezinnen aan te pakken. Dit gebeurt binnen de context van het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB), waarvoor de gemeenteraad van Gouda dit voorjaar een nieuwe kadernota voor 2010–2014 heeft vastgesteld.

Aan het IVB ligt een onderzoek naar het Goudse integraal veiligheidsbeleid van 2005–2009 ten grondslag. Dit onafhankelijke onderzoek van het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) maakt duidelijk dat de objectieve veiligheid in Gouda is toegenomen tijdens de jaren 2005–2009. De criminaliteit en het aantal vervelende voorvallen zijn afgenomen. De onveiligheidsbeleving in het algemeen is gelijk gebleven, maar mensen voelen zich minder onveilig in hun eigen wijk. Het COT stelt: «als een van de weinige gemeenten in de regio, en misschien wel in Nederland, heeft Gouda haar veiligheidsbeleid de afgelopen jaren een flinke impuls gegeven met aangescherpte, meetbare doelen en tussentijdse monitoring. Dat maakt het beleid tastbaar en concreet.» Het rapport doet een aantal aanbevelingen om het beleid van Gouda verder te verbeteren. Zo zegt het bijvoorbeeld dat de gemeente meer regie moet nemen op het veiligheidsbeleid en dat opvoeden, goed onderwijs en voorkomen van schooluitval sleutelwoorden dienen te zijn in de aanpak. Het rapport treft u bijgevoegd aan1.

Problematiek staat niet op zichzelf

Gouda is niet de enige gemeente die last heeft van dergelijke overlastgevende groepen. Dit gedrag is onacceptabel en moet lokaal met gezag worden aangepakt. Daarvoor zijn voldoende instrumenten beschikbaar (bijvoorbeeld de shortlistmethodiek, gebiedsverboden, meldplicht, persoonsgerichte aanpak). Een specifiek voorbeeld is het interessante initiatief van de gemeente Breda die overlastgevende jongeren heeft aangepakt met het dreigement om gezinnen van deze jongeren uit hun huizen te zetten als de overlast aan zou houden. De actie heeft tot nu toe succes. Het is van belang dat dergelijke succesvolle acties door gemeenten met elkaar worden gedeeld.

3. Boodschap aan de burgemeester

Op 11 november heb ik een bezoek gebracht aan de wijk Oosterwei. Ik heb mij ter plekke laten informeren over de situatie. Niet alleen door de burgemeester, maar ook door de politie en de mensen op straat. Laatstgenoemden geven aan dat er verbeteringen te zien zijn, maar dat het asociale gedrag van sommige kinderen niet onbestraft mag blijven. Er zijn zichtbare resultaten nodig. Dit vergt scherpte en alertheid van alle betrokkenen.

De burgemeester en de lokale partners hebben een breed palet aan bevoegdheden tot hun beschikking. Ruim voldoende om de problemen aan te pakken. Het gaat erom deze bevoegdheden goed te gebruiken. Die boodschap is duidelijk overgekomen. De burgemeester geeft aan dat hij al het beschikbare instrumentarium wil inzetten en dat ook doet.

Naast bevoegdheden komt het ook aan op duidelijkheid. Zowel naar daders als naar slachtoffers. Daders moeten direct de consequenties merken van hun acties. Opvoeders moeten weten wat hun kinderen uitvoeren en daarvan ook de gevolgen dragen. Dit schept ook duidelijkheid voor de slachtoffers. De burgemeester is zich hier van bewust.

Om de aanpak beter te stroomlijnen en bureaucratische obstakels uit de weg te ruimen, heb ik de burgemeester geadviseerd om één functionaris verantwoordelijk te maken. Deze functionaris moet rechtstreeks kunnen interveniëren richting alle betrokken partijen en direct aan de burgemeester verantwoording afleggen. De burgemeester heeft aangegeven dat zo’n functionaris wordt aangesteld.

Het gemeentebestuur is en blijft primair verantwoordelijk voor de aanpak van lokale problemen. De burgemeester van Gouda wordt gesteund door zijn gemeenteraad. Ik vertrouw erop dat de burgemeester en de gemeente de urgentie voelen en de situatie stevig willen aanpakken.

Ik ga er vanuit u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven