nr. 260
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2010
Het kabinet heeft in 2006 besloten om agressie en geweld tegen werknemers
landelijk aan te pakken. Sinds 2007 wordt deze aanpak geregisseerd vanuit
het programma Veilige Publieke Taak. Dit programma heeft als doel om in 2011
het aantal voorvallen van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke
taak te verminderen met 15%-punt ten opzichte van de 0-meting in 20071 (van 66 naar 51%).
In mijn brief van 7 oktober 20092 heb
ik de balans opgemaakt van twee jaar programma Veilige Publieke Taak. Naar
mijn oordeel is het huidige peil van agressie en geweld tegen werknemers met
een publieke taak het resultaat van de afgelopen decennia. Het blijkt een
taai en hardnekkig probleem te zijn waar een lange adem voor nodig is om dit
weer om te buigen. Vooralsnog blijven de effecten dan ook achter bij de inspanningen
die gedaan worden.
Mijn conclusie blijft net als in de vorige voortgangsrapportage dat in
de komende jaren een stevige intensivering van de huidige activiteiten –
met de nadruk op het uitvoeren van de plannen in de praktijk – noodzakelijk
is om zicht te houden op het realiseren van de genoemde doelstelling voor
2011. De afgelopen maanden zijn om deze intensiveringen te realiseren tal
van voorbereidingen getroffen en zijn de nodige inspanningen verricht.
Er zijn de afgelopen periode goede resultaten geboekt:
• De eenduidige landelijke afspraken tussen politie en Openbaar Ministerie
zijn zo goed als afgerond;
• Voor het eerst zijn camerabeelden betrokken als bewijs in een supersnelrechtzitting;
• Het plan van aanpak ter verhoging van de aangiftebereidheid is
gereedgekomen;
• Er is een systematiek ontwikkeld om informatie-uitwisseling te
bevorderen tussen werkgevers over risicopersonen en risicolocaties;
• Het Openbaar Ministerie volgt in 86% van de gevallen de
geadviseerde strafeis in zaken met gekwalificeerde slachtoffers;
• Vanaf 1 oktober 2009 is de landelijke Vertrouwenslijn
voor openbaar bestuurders en politieke gezagsdragers operationeel;
• Partijen uit het openbaar vervoer gaan zich gezamenlijk door middel
van een pakket aan maatregelen inspannen om agressie en geweld in het openbaar
vervoer terug te dringen.
In de hiernavolgende voortgangsrapportage1
ga ik nader op deze resultaten in.
Met deze vijfde voortgangsrapportage kom ik tegemoet aan de wens van uw
Kamer om tweemaal per jaar over de voortgang van het programma2 – waaronder de Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer3 – te rapporteren.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst
XNoot
1Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 28 684, nr. 100.
XNoot
2Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 28 684, nr. 247.
XNoot
1Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
2Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 28 684, nr. 183.
XNoot
3Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 28 642, nr. 47.