nr. 248
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 oktober 2009
Hierbij bied ik u het onderzoek van Research voor Beleid aan «Tussen
agressiebeleid en praktijk», een onderzoek naar de aanpak van agressie
en geweld in organisaties met een publieke taak.1
Naar aanleiding van een verzoek2 van mijn
collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heb ik een toezegging
gedaan om de maatregelen te evalueren op het terrein van agressie en geweld
tegen werknemers met een publieke taak die door werkgevers worden genomen.
Het onderzoek richt zich op de succes- en faalfactoren bij de implementatie
en toepassing van en toegepaste maatregelen door organisaties tegen agressie
en geweld. Met dit onderzoek wil het ministerie van SZW werkgevers met een
publieke taak helpen effectievere maatregelen in te zetten tegen agressie
en geweld op grond van de nieuwe Arbowet en van aanbevelingen uit het Programma
Veilige Publieke Taak (VPT) van het Ministerie van BZK.
Het onderzoek is kwalitatief van aard en is gebaseerd op vijftien casestudies
in zes (deel)sectoren: publiek transport, ambulancevervoer, brandweer, UWV
Werkbedrijf, GGZ en Jeugdzorg. De onderzoeksresultaten geven een goed beeld
van de maatregelen die publieke organisaties nemen, maar zijn niet representatief
voor alle organisaties in Nederland.
Uit het onderzoek komen de volgende aanknopingspunten voor werkgevers
naar voren:
• Geef agressiebeleid structureel prioriteit en laat het niet, zoals
nu meestal het geval is, afhankelijk zijn van incidenten.
• Maak agressie bespreekbaar, omdat het onderzoek toont dat in sommige
organisaties agressie en geweld moeilijk bespreekbaar is.
• Maak gebruik van de 8 aanbevelingen van Veilige Publieke Taak,
want de meeste organisaties hebben de aanbevelingen maar in beperkte mate
overgenomen.
• Zero tolerance slim inzetten is zinvol, maar het werkt alleen goed
als ook tegelijk deze norm wordt uitgedragen en informele controle wordt bevorderd.
• Maak gebruik van goede voorbeelden die er zijn en probeer niet
zelf het wiel uit te vinden, zoals nu vaak gebeurt.
• Beschouw agressiebeleid als een organisch proces en probeer niet
wat de meeste onderzochte werkgevers doen, de voorschriften en procedures
louter top down vast te leggen.
• Sla de brug naar andere beleidsterreinen, wat te weinig plaatsvindt,
en leg een koppeling naar andere terreinen, zoals P-beleid.
• Kies voor een praktische insteek als het verkorten van wachttijden,
of de gelegenheid geven tot het stellen van vragen; vaak zijn aanleidingen
voor agressief gedrag namelijk erg concreet.
• Veiligheidsbeleving is net zo relevant als objectieve veiligheid
en ligt in zaken als alarmknoppen, open ruimtes, zichtbare beveiliging.
• Zorg voor toegankelijk informatie, dus geen omvangrijke protocollen
wat bij de meeste organisaties het geval is, maar geef praktische tips, of
goede briefing.
• Stimuleer aangifte en begeleidt de medewerker bij aangifte, omdat
de aangiftebereidheid opvallend laag blijkt te zijn. Doorslaggevend is dat
anoniem aangifte doen niet altijd goed mogelijk is.
In het AO van 23 september ’09 hebben enkele fracties gevraagd
hoe de maatregelen uit het programma Veilige Publieke Taak en het voorgenomen
programma Agressie en Geweld in de publieke sector van de AI in 2010 elkaar
kunnen versterken. De Arbeidsinspectie zal in 2010 van het onderwerp agressie
en geweld in publieke functies een thema maken. De inzet van de AI zal in
de eerste plaats bestaan uit inspecties. Inspecties worden verricht in de
keten van werk en inkomen (sociale diensten en UWV werkbedrijf), bij diverse
zorgdoelgroepen, o.a. verslavingszorg, asielzoekerscentra, thuiszorg, huisartsenposten
en crisisdiensten, bij verkeersregelaars en chauffeurs in het openbaar vervoer
en bij brandweerkorpsen. Daarnaast kunnen in een programma instrumenten als
onderzoek, communicatie en voorlichting worden ingezet, gericht op alle sectoren
met een publieke taak. Het doel hiervan is de naleving van de Arbowet te bevorderen
ten aanzien van de aanpak van agressie en geweld. Deze aanpak van de Arbeidsinspectie
sluit daarmee aan op de brede aanpak van het Ministerie van BZK (project VPT)
naar aanleiding van het kwantitatieve BZK onderzoek naar agressie en geweld
in 15 sectoren met een publieke taak.
Ik meld u voorts dat ik door middel van de resultaten van eerdergenoemde
inspecties, maar ook via de Arbobalans zal kunnen monitoren wat voor specifieke
knelpunten er zijn voor werkgevers op het punt van aanpak van agressie en
geweld. Dit geeft mij mogelijkheden om waar nodig werkgevers gericht te stimuleren
bij het nemen van hun verantwoordelijkheid om een adequaat arbobeleid te ontwikkelen
op het terrein van agressie en geweld.
Agressie en geweld vind ik niet acceptabel, dat geldt eens te meer als
deze gericht zijn tegen werknemers die voor onze samenleving belangrijke publieke
taken vervullen. Ik constateer dat een daadwerkelijk effectieve aanpak van
agressie en geweld vooral vraagt om het onderwerp in de «hoofden en
harten» van zowel leidinggevenden als werknemers te krijgen. Vanuit
mijn verantwoordelijkheid voor de Arbowet blijf ik alert op de aanpak van
agressie en geweld voor werknemers met een publieke taak en ik blijf dit doen
in afstemming met mijn collega van BZK, die de regierol heeft op de aanpak
van agressie en geweld bij werkgevers met een publieke taak. Zoals door mij
is toegezegd in het AO van 23 september, informeer ik u nog nader in
een brief van mij en mijn collega van BZK, waarin ik de samenhang
van maatregelen ter voorkoming van agressie en geweld zal schetsen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner